5. Do’s en don’ts
Wat je kunt (proberen te) doen:
- Soms voel je in een pastoraal contact ‘de eenzaamheid om iemand heen hangen’, zonder dat de ander dit direct benoemt. Kijk of het lukt om dit op een tactische en invoelende manier ter sprake te brengen – het kan iemand soms opluchten erover te kunnen en mogen spreken.
- Probeer te peilen of iemands eenzaamheid hem of haar tot last is, of juist niet. Als dat laatste zo is, respecteer dat dan en probeer niet met ongewenste ‘oplossingen’ aan te komen.
- Als iemand wel lijdt onder zijn of haar eenzaamheid, kijk dan of je iemand in contact kunt brengen met anderen. Wellicht wil iemand deze persoon ophalen om wekelijks samen naar de kerk te gaan. Mogelijk is er een kring waar hij of zij aan kan deelnemen. Of misschien kan een bezoekvrijwilliger wat frequenter langskomen. Let hierbij wel op of deze nieuwe contacten gewenst zijn: niet altijd is dit voor iemand een oplossing of verlichting van zijn of haar situatie.
Wat je vooral niet moet doen:
- Denk niet dat eenzaamheid iets is dat ‘niet christelijk’ zou zijn. Integendeel. Onderzoek van de Nederlandse Patiënten Vereniging in 2013 laat zien dat 51% van de evangelische christenen zich eenzaam voelt, 47% van de rooms-katholieken, 45% van de gereformeerden en 37% van de protestanten (RD, 18 maart 2013).
- Denk niet te snel dat iemand die eenzaam is, ook zielig is. Sommige eenzaamheid is misschien niet gewenst, maar maakt iemand niet tot een sneu persoon.
- Probeer niet zelf de oplossing voor iemands eenzaamheid te willen zijn, bijvoorbeeld door toe te zeggen wekelijks op bezoek te komen.
- Dring niet aan als iemand liever geen activiteiten wil gaan bezoeken of meer bezoek over de vloer wil. Respecteer iemand in zijn levensweg en probeer het vertrouwen te bewaren of op te bouwen.
- Gebruik het lezen van een Bijbelverhaal of Bijbeltekst niet om iemands angst, verdriet, onmacht of verlatenheid te ontkennen en toe te dekken.
- Oordeel niet over de ander, bijvoorbeeld over de (mogelijke) oorzaken van zijn of haar eenzaamheid.