Reactie op de lezing van prof. dr. Eep Talstra
Voordat ik zal reageren, wil ik prof. Talstra graag bedanken voor de interessante lezing over het onderwerp ”Bijbelse theologie”. Ik denk dat daarmee duidelijk de link is gelegd naar het boek dat hier vanmiddag gepresenteerd wordt, ”De Bijbel theologisch’‘ (het boek staat online op Theologie.nl).
1. Specifiek en concreet
In uw lezing is naar voren gekomen dat de vraag ”Wat is Bijbelse theologie? het beste kan worden beantwoord door te verwijzen naar de zichtbare continuïteit van de religieuze traditie. U heeft naar dit antwoord toegewerkt door Bijbelse theologie te beschrijven met de woorden specifiek en concreet en deze tegenover abstract en algemeen te plaatsen. Specifiek, omdat het specifieke spel van specifieke deelnemers voorrang heeft op algemene dingen over goden en mensen. En concreet, omdat de sprekers van Bijbelse teksten zichzelf (vaak) in een concrete traditie op een concrete plaats voegen. Bijbelse theologie is daarmee volgens u ook een statement over de presentie van God in de mensenwereld.
Sinds ik in mijn theologiestudie bezig ben met vakken over de Bijbel, met name
met het Oude Testament omdat mijn interesse daar het meest naar uitgaat, bevind ik me wel eens in de spanning tussen het concrete en het specifieke, tegenover het abstracte en het algemene.
De manier waarop God in de wereld gepresenteerd wordt, komt denk ik altijd
tot stand via mensen. Hoe mensen met het heilige omgaan, de uitdrukking van hun relatie met God, dat zien we in verschillende tijden, culturen en plaatsen. Per definitie is het altijd gebonden aan de geschiedenis. Maar ervaringen van God zijn daardoor ook vaak verbonden met de omstandigheden van die tijd. Zo zijn bijvoorbeeld veel verhalen uit het Oude Testament geschreven of bewerkt tegen de achtergrond van de Assyrische overheersing of de Babylonische ballingschap. Oude, al bestaande verhalen werden toen opnieuw geïnterpreteerd en vormden de basis voor nieuwe teksten. Ook de Dode Zee-rollen laten ons zien dat teksten die al geschreven en in omloop waren zelfs nog rond het begin van onze jaartelling opnieuw werden bewerkt. De Dode Zeerollen hebben ons dan ook onder anderen het belangrijke inzicht gegeven dat de canon van de Hebreeuwse Bijbel nog tot in het begin van onze jaartelling zogeheten vloeibaar
was.
Er was een dynamische omgang met de al bestaande traditie en deze teksten worden daarom tegenwoordig vaak onder de noemer Herschreven Bijbel geplaatst. Met dit alles probeer ik te zeggen dat de gebondenheid aan tijd en plaats van het ontstaan en de redactie van Bijbelteksten pleit voor het concrete.
de (geleidelijke) totstandkoming van de canon zijn de Bijbelse teksten echter
niet meer herzien of herschreven. Sindsdien zijn het gezagrijke, heilige teksten die niet meer mogen worden aangepast, maar die, afhankelijk van de tijd en context waarin we ons bevinden, nog wel steeds nieuwe interpretaties teweegbrengen. Ook tegenwoordig zijn nog zijn vele Bijbelverhalen van betekenis, omdat we ons ermee kunnen identificeren. De vraag die ik hierbij wil stellen is tweeledig:
(1) In hoeverre tast canonvorming het concrete aan?
(2) In hoeverre kan het concrete van de geschiedenis waarin de teksten zijn ontstaan en gegroeid, nog een plaats krijgen in het tekstgebruik door gelovigen, dat als het ware een handeling van abstractie inhoudt?
2. Bijbelse theologie
Terug naar de Bijbelse theologie zelf. In een van onze colleges heb ik eens gehoord dat de Bijbel denkt vanuit het kleine naar het grote, vanuit het concrete naar het algemene. Een voorbeeld hiervan is Psalm 139. De Psalmist ervaart dat God in de hemel is, in het dodenrijk, over de zee, in het duister. Van daaruit komt een conclusie als: God is overal, op elke plaats waar ik ben. In latere theologie wordt dit tot: alomtegenwoordig. De huidige mens haakt vanuit het alomtegenwoordigheidsgeloof aan bij de Bijbeltekst en doorloopt de route dus in tegengestelde richting dan de Bijbel doet, namelijk van het algemene naar het concrete in plaats van andersom. Dit roept de vraag op wat de positie van het abstracte en het algemene zou moeten zijn. Moet dit vanuit de Bijbelse theologie afgewezen en gecorrigeerd worden? Of juist gevoed?
3. De Bijbel Theologisch
In het boek dat hier vanmiddag gepresenteerd wordt, zijn theologische hoofdlijnen en thema’s uit de Bijbelboeken uiteengezet. Ik ben benieuwd of deze thema’s en hoofdlijnen juist specifiek en concreet zijn, of abstract en algemeen.
Misschien maakt ook dit nieuwe boek een statement over de presentie van God in de mensenwereld. Door de belangrijke thema’s en hoofdlijnen uit de Bijbel te bespreken, bestaat de mogelijkheid dat ook de betekenis van het hedendaags gebruik van bijbelteksten zichtbaar wordt. Zo kunnen we in gesprek blijven met bijvoorbeeld de persoon die zei: ”Ik vind het goed dat jij gelooft, maar ik heb dat niet nodig.” Hopelijk draagt dit nieuwe boek bij aan dat gesprek.
‘De bijbel theologisch’ staat integraal op Theologie.nl