Menu

Basis

Alcoholverslaving

Informatie over alcoholgebruik, alcoholverslaving en de invloed van alcohol op diverse leefgebieden.

Achtergronden van alcoholgebruik

Diverse boeken besteden uitvoerig aandacht aan alcoholisme, aan het ontstaan en de behandeling ervan. Toch blijkt in de huidige maatschappij het alcoholgebruik toe te nemen, zowel onder de jeugd als onder de ouderen (zelfs in de verzorgingshuizen). De laatste tijd is er veel aandacht in de media voor het toenemende alcoholgebruik van jongeren, met name van de minderjarigen. In de eerste helft van 2007 was er een flinke discussie gaande rondom het groeiende aantal kinderen van twaalf tot zestien jaar dat met alcoholvergiftiging in het ziekenhuis is opgenomen.

Diverse onderzoeken hebben aangetoond dat alcoholgebruik onder alle lagen van de bevolking voorkomt. Ook in de verslavingszorg is dit zichtbaar. Vaak heeft men een stereotiep beeld van de beschonken man op een bankje in het park met zijn drankfles in zijn binnenzak. Maar dit komt helemaal niet overeen met de daadwerkelijke probleemdrinker. In de  hulpverlening is dit merkbaar, want de mensen die zich aanmelden voor hulp bij hun alcoholprobleem zijn een weerspiegeling van de totale maatschappij: advocaten, huisvrouwen, bouwvakkers, predikanten, studenten, ondernemers, verpleegkundigen en werklozen. Aan de buitenkant kun je niet zien dat er sprake is van alcoholproblematiek.

Op de website van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wordt uitgebreid aandacht gegeven aan het alcoholgebruik in Nederland; onder andere aan wetgeving, maar er zijn ook enkele cijfers te vinden. Cijfers die iets weergeven van de bestaande problematiek:

  • 26 procent van de probleemdrinkers woont samen met partner en/of kinderen. Vaak speelt er in deze gezinnen een combinatie van problemen
  • Zo’n 3 procent van de Nederlandse werknemers functioneert niet goed door alcohol. Door alcoholmisbruik neemt de kans op bedrijfsongevallen toe
  • Uit recent landelijk onderzoek naar probleemdrinken blijkt dat 10,3 procent van de Nederlanders van 16-69 jaar een probleemdrinker is
  • Alcoholverslaving onderkennen is vaak moeilijk. Probleemdrinkers en alcoholisten ontkennen of bagatelliseren hun overmatige alcoholgebruik en kunnen problemen lang verborgen houden.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu besteedt uitvoerig aandacht aan de omvang van de alcoholproblematiek. Het onderzoek uit 2003 zullen we niet uitvoerig behandelen, maar we willen middels enkele figuren een idee geven van het overmatige alcoholgebruik in Nederland, zowel onder mannen als onder vrouwen.

Het Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie (nigz) geeft richtlijnen voor het gebruik van alcohol. Als maat voor verantwoord en gezond alcoholgebruik noemen ze het aantal standaardglazen dat men kan drinken zonder bezwaar voor de gezondheid:

  • Volwassen mannen: drink gemiddeld niet meer dan 2 tot 3 standaardglazen alcohol per dag. Drink per gelegenheid niet meer dan 5 standaardglazen.
  • Volwassen vrouwen: drink gemiddeld niet meer dan 1 tot 2 standaardglazen alcohol per dag. Drink per gelegenheid niet meer dan 3 standaardglazen. Drink niet als je zwanger bent, zwanger wilt worden of borstvoeding geeft.

Voor zowel mannen als vrouwen geldt daarnaast:

  • Drink ten minste twee dagen in de week geen alcohol om gewoontevorming te voorkomen.
  • Heeft u een keer te veel gedronken? Drink dan daarna twee aaneengesloten dagen geen alcohol om uw lichaam de kans te geven zich te herstellen.
  • Drink geen alcohol wanneer u nog wilt werken, studeren of sporten.
  • Pas op met alcohol in het verkeer.
  • Drinken als reactie op spanningen of persoonlijke problemen kan riskant zijn. Het gevaar bestaat dat u meer drinkt dan u zichzelf had voorgenomen.
  • Pas op met alcohol bij medicijngebruik. Soms werkt door alcohol een medicijn niet goed of wordt de werking juist versterkt. Kijk daarom altijd wat hierover in de bijsluiter staat, of vraag huisarts of apotheker om advies.

In alle onderzoeken wordt verwezen naar standaardglazen. Elke soort alcoholhoudende drank heeft zijn eigen standaardglas. Op deze manier bevat elk geserveerd alcoholisch drankje evenveel pure alcohol (namelijk circa tien gram).

Definitie alcoholisme

In de ontmoeting met mensen met alcoholproblemen merken we dat velen geneigd zijn een discussie aan te gaan over de vraag of ze nu wel of geen alcoholist zijn. Zolang de stereotiepe beelden worden aangehaald van de zwerver op straat (met een drankfles in zijn hand) of de naar alcohol ruikende persoon in de wachtkamer van de verslavingskliniek, wordt het eigen alcoholgebruik als ‘niet zo erg’ betiteld. Alsof daarmee de ernst van de alcoholproblematiek te verwaarlozen is. Het gaat echter niet om het al dan niet betitelen van iemand als alcoholist, maar om de vraag of iemand afhankelijk is van zijn borreltje. Vaak komt op deze vraag het antwoord dat hij echt wel zonder kan. Wanneer we dan in de behandeling stilstaan bij de functie van het alcoholgebruik, blijkt wel degelijk dat er sprake is van problematisch alcoholgebruik.

Het gaat hier niet hoofdzakelijk om de hoeveelheid alcohol, maar om de vraag in hoeverre het leven erdoor beheerst wordt. We willen hier geen definitie geven van alcoholisme, omdat mensen dan vaak geneigd zijn door zo’n stempel de ernst van hun problemen te bagatelliseren. Daarom willen wij het scherper stellen: daar waar men niet zonder alcohol kan, is sprake van alcoholproblematiek. Dus als men ondanks het voornemen om vandaag geen alcohol te drinken, toch naar dat glas grijpt, mogen er al vragen gesteld worden bij het drinkpatroon. Vooral als dit gepaard gaat met geheimhouding omtrent het alcoholgebruik. Dit gaat verder dan de nigz-norm, zoals hiervoor beschreven! We kiezen er dan ook voor om te spreken over alcoholproblematiek in plaats van alcoholisme om alcoholproblemen dichterbij te brengen.

Ontstaan van alcoholproblematiek

Vanuit ervaring in de behandeling van mensen met alcoholproblemen zouden we het ontstaan van alcoholproblematiek ruwweg in twee categorieën in willen delen.

  • Men dronk uit gewoonte, alcohol was de norm in de directe omgeving. Alcohol drinken werd als normaal beschouwd. Er werd geen bewuste keuze gemaakt of er wel of niet gedronken werd, ‘het gebeurde gewoon’. Alcohol was de grote aanwezige in het leven.
  • De tweede categorie zijn die mensen die een positief effect van alcohol hebben ervaren op het moment dat er sprake was van nood. Negatieve emoties werden bijvoorbeeld minder voelbaar, door het nemen van een ‘slaapmutsje’ kon men toch slapen, ondanks alle aanwezige problemen.

Voor beide categorieën geldt dat de omgeving vaak als eerste aangeeft dat er zaken veranderd moeten worden, omdat er negatieve effecten zijn ontstaan door het gebruik van alcohol. In de gesprekken met mensen worden veel argumenten aangedragen ten aanzien van het alcoholgebruik. Velen gebruiken fabels over alcohol om het probleem toe te dekken:

  • alcohol is gezellig
  • alcohol is een slaapmiddel
  • alcohol is normaal
  • alcohol is mijn maatje
  • alcohol is een dorstlesser
  • een feest zonder alcohol kan niet

Deze fabels over alcohol zagen we al genoemd in de interviews en bij de diverse redenen die worden aangevoerd voor het alcoholgebruik. Men denkt een gemakkelijke oplossing te hebben gevonden om de stress te hanteren, te kunnen inslapen et cetera. Mensen beginnen niet met het nuttigen van alcoholische consumpties met de gedachte alcoholproblematiek te  ontwikkelen. Alcohol is zo algemeen geaccepteerd in de maatschappij, dat alcoholproblematiek sluipenderwijs toeslaat. Veel mensen lijken hierin mee te hobbelen op de norm van de maatschappij zonder zichzelf de vraag te stellen: ‘Wat wil ik? Welke norm wil ik hanteren?’ Deze vraag wordt als bedreigend ervaren omdat velen dan het idee hebben dat ze buiten de boot vallen, anders zijn. Angst voor het anders-zijn lijkt van het begin af aan mee te spelen in de afwegingen om niet kritisch te zijn tegenover het alcoholgebruik.

Zodra mensen erkennen dat er sprake is van alcoholproblematiek stellen ze regelmatig de vraag of ze nog ‘sociaal kunnen drinken’ (wat men daar dan ook onder moge verstaan…). Ze zijn klaarblijkelijk nog niet klaar om afscheid te nemen van de alcohol, hun maatje. Hoewel we soms meemaken dat het enkelen lukt om hun alcoholgebruik te reguleren naar het zogeheten ‘sociale drinken’, zien we veel vaker dat de stap van sociaal drinken naar te veel alcohol heel klein is. Ons advies luidt dan ook om alcoholvrij te gaan leven. We vergelijken deze keuze met lopen op het randje van de stoep. Een kind leren we al jong om midden op de stoep te lopen om de kans op ongelukken te verkleinen. Zo werkt het ook met alcoholgebruik. Waarom het randje van de stoep opzoeken als je gevoelig blijkt te zijn voor het verslavende effect van alcohol?

De invloed van alcohol op diverse leefgebieden

Alcohol verdooft niet alleen pijn uit het verleden, maar heeft ook invloed op iemands gezondheid en gedrag in het heden. Die uitwerking willen we in deze paragraaf schetsen. In de kranten wordt nogal eens gemeld dat ‘er alcohol in het spel was’ bij een vechtpartij, bij een woordenwisseling, bij een aanranding of bij andere strafbare feiten. Uit deze berichten wordt heel duidelijk hoe veel negatieve invloed het alcoholgebruik heeft op gedrag. Alcohol haalt de rem weg en dat maakt dat iemand onder invloed van alcohol over grenzen heen gaat. De probleemdrinker zelf heeft vaak niet in de gaten dat er een gedragsverandering optreedt, maar de partner en andere naastbetrokkenen wel. De verandering kan optreden op diverse gebieden.

Lichamelijk
Vermoeidheid, hoofdpijn, vergeetachtigheid, lusteloosheid en slaapstoornissen. Alcohol leek in eerste instantie deze  mankementen te verhelpen, maar is niet effectief om bijvoorbeeld slapeloosheid aan te pakken. Wanneer de probleemdrinker met deze problemen naar de huisarts gaat, wordt er vaak medicatie voorgeschreven zonder dat het alcoholgebruik wordt aangepakt. De probleemdrinker zal tijdens het consult het onderwerp alcoholgebruik veelal proberen te vermijden waardoor de link hiermee pas veel later gelegd wordt.

Bovendien heeft alcohol ook invloed op lichamelijke functies die niet direct zichtbaar of voelbaar zijn. Zo heeft alcohol effect op je hersenen, je lever en je hart, maar tevens op spieren, botten en vruchtbaarheid. Het is schade die sluipend verergert en waarbij soms de link naar (overmatig) alcoholgebruik niet gelegd wordt.

Psychofarmacoloog prof. dr. Verbaten zegt in het Teleac/not-programma ‘Bij ons thuis’ dat er maar weinig drugs zo giftig zijn als alcohol. Maar veel mensen zijn zich hier niet zo van bewust. ‘De effecten van alcohol houden niet op bij een kater. Zelfs als je je roes hebt uitgeslapen en je denkt ervan af te zijn, ben je nog niet van de effecten af. De chronische effecten van alcohol zijn zeer schadelijk voor het lichaam.’ Zo veroorzaakt alcohol beschadigingen aan veel organen, maar met name aan de lever. De lever filtert de slechte stoffen uit ons bloed, maar bij beschadiging van de lever blijven veel van die stoffen in het bloed en kunnen ze op andere plaatsen schade aanrichten, onder andere aan de hersenen. Dat kan zich onder meer uiten in epilepsie, geheugenverlies, korsakov enzovoort.

Overmatig alcoholgebruik heeft invloed op de beleving van seksualiteit; er zijn genoeg verhalen over seksuele uitspattingen na een ‘avondje stappen’. Na enkele glazen neemt het verlangen naar seks toe, is er geen rem meer en gaan mensen over hun grenzen heen. Bij langdurig alcoholgebruik vermindert echter het verlangen naar seks, zowel bij mannen als bij vrouwen. Impotentie en menstruatiestoornissen kunnen een gevolg zijn van langdurig overmatig alcoholgebruik.

Psychiatrisch
Alcohol kan angststoornissen, depressies en psychotische waanbeelden veroorzaken, door de hersenbeschadiging die kan optreden als gevolg van overmatig gebruik. Maar de probleemdrinker legt deze koppeling doorgaans andersom. Hij heeft sterk de indruk dat hij pas is gaan drinken toen hij depressief werd. De omgeving brengt hier vaak perspectief in. De naastbetrokkenen zijn degenen die helder in beeld kunnen brengen of de symptomen al aanwezig waren of dat deze een gevolg zijn van het overmatige alcoholgebruik. De opgelopen beschadigingen hebben een nadelige invloed op de zelfbeheersing, de wilskracht en de mogelijkheid om keuzes te maken. Dit kan voor de probleemdrinker een aanleiding zijn om meer te gaan drinken om maar niet aan zijn problemen te hoeven denken.

Wat was er eerder? De kip of het ei? Deze vraag kunnen we hier ook stellen: ‘Wat was er eerst: de verslaving of de psychiatrische stoornis?’ De wetenschap is daar nog niet over uit. Verslaving beïnvloedt een psychiatrische stoornis en omgekeerd. Onderzoeken hebben wel uitgewezen dat mensen met een persoonlijkheidsstoornis kwetsbaar zijn voor alcoholgebruik. Alcoholgebruik kan de psychiatrische stoornis verergeren. Soms lijkt er sprake te zijn van een dubbele diagnose: én alcoholmisbruik én een psychiatrische stoornis. Er hoeft niet altijd een oorzakelijk verband te zijn tussen die twee. Als er sprake is van een dubbele diagnose, dan dient de hulpverlening op beide niveaus gericht – ofwel ‘multidisciplinair – te zijn.

Psychologisch
Behalve dat alcoholgebruik invloed kan hebben op hiervoor genoemde psychische ziektebeelden kan het ook invloed hebben op iemands psychisch welbevinden. Denk hierbij aan zaken als zelfbeeld, ideaalbeeld, beoordelingsvermogen, schuld en schaamte. Zo kan alcohol een negatief zelfbeeld veroorzaken. Niemand wil toch verslaafd zijn. Het is een krenking van je eigenwaarde om te erkennen dat alcohol de baas is in je leven. Stel je voor dat anderen beweren dat je een alcoholprobleem hebt. Je zult alles in stelling brengen om maar te bewijzen dat het niet waar is. Het lege bierflesje wordt afgedaan met de opmerking dat je echt wel zonder kunt en dat je kunt stoppen op het moment dat jij dat wilt. Maar telkens blijkt dat dit niet mogelijk is. Dit levert veel schaamte op: ‘Ik heb opnieuw gefaald, ik ben een mislukkeling, het lukt me toch nooit, wat maakt het allemaal nog uit, ik kan me maar beter dooddrinken, ik stel toch niets voor.’ Hoe vaker zulke gebeurtenissen zich voordoen, hoe meer alcohol er nodig is om jezelf onder ogen te komen.

In het huwelijk kan alcohol een ingrijpende invloed hebben op het seksuele contact. Alcohol haalt remmingen weg. De probleemdrinker kan in zijn seksuele gedrag over grenzen gaan waar de partner niet in mee kan en wil gaan. De partner kan een afkeer krijgen van haar man als hij onder invloed seksuele toenadering zoekt. Daar komt bij dat het wantrouwen over alcoholgebruik een open seksuele relatie in de weg staat. De partner komt er vaak achter dat verhalen over het alcoholgebruik niet blijken te kloppen. Dit wantrouwen staat intimiteit in de weg, zowel psychisch als lichamelijk. Een partner van een probleemdrinker zei eens dat ze het gevoel had dat haar man overspel pleegde met de alcohol. Voor haar idee lag de drankfles letterlijk tussen hen in.

Sociaal
Alcohol veroorzaakt allerlei gedragsproblemen (agressie, verminderde concentratie, leugens, conflicten). Dit blijft niet  onopgemerkt op de werkvloer, in het gezinsleven en in de vriendenkring. Velen geven aan dat hun sociale wereld kleiner is geworden door hun alcoholgebruik, omdat ze zelf contacten zijn gaan mijden. Deze contacten leverden allerlei lastige vragen en problemen op; ervoor wegblijven lijkt dan een handige oplossing. Eenzaamheid kan echter maken dat men weer alcohol gebruikt om dit eenzame gevoel te verdringen. Alcohol wordt vervolgens een regelmatig toegepast middel om nog te kunnen functioneren, tenminste die indruk heeft iemand dan.

De probleemdrinker heeft de overtuiging van zichzelf dat hij meedraait, dat hij nog kan werken, dat hij zijn werk afkrijgt, dat hij zijn taak in de gemeente niet verzaakt… Alcohol wordt ingezet om aan die hoge eisen te kunnen voldoen. Daarnaast vertroebelt alcohol het beeld dat hij van de werkelijkheid heeft. Zo blijft hij in de neerwaartse spiraal gevangen.

Geloof
In de hulpverlening merken we dat probleemdrinkers worstelen met hun relatie met God, omdat er regelmatig sprake is van een dilemma. Aan de ene kant willen ze vergeving vragen omdat ze beseffen dat ze schuldig zijn, aan de andere kant hebben ze zichzelf al vaak gediskwalificeerd om naar God te (mogen) gaan. Het mens- en Godsbeeld verandert vaak door het problematische alcoholgebruik; hiermee verandert dan ook de geloofsbeleving. Ondanks deze worsteling mogen we als hulpverleners vaak niet aan hun relatie met God komen. Diep zondebesef komt dan over als een front waarmee ze goedkeuring en empathie zoeken, om hun huidige gedrag in stand te houden: ‘Ik ben te zondig om terug te keren naar God.’

Het pastoraat vanuit de kerkelijke gemeente blijkt een grote invloed te hebben. Helaas komen we in de hulpverlening ook negatieve verhalen tegen betreffende het pastoraat in de gemeente. Enerzijds doet het mensen goed dat er vertrouwen uitgesproken wordt, dat er mensen zijn die met hen mee willen vechten/strijden, anderzijds horen we ook de goedkope antwoorden. Denk hierbij aan de uitspraak: ‘Bid er maar voor.’ Hiermee wordt voorbijgegaan aan de onderliggende verslavingspatronen, de niet geslaagde stoppogingen én er wordt geen recht gedaan aan de pijn en het verdriet van de probleemdrinker en zijn teleurgestelde omgeving.

Als in de pastorale begeleiding voornamelijk verkondigd wordt dat God van de probleemdrinker houdt, zonder het gedrag als zonde te benoemen, geeft dit veelal niet de nodige impuls tot verandering. Want God houdt immers toch wel van hem, met of zonder alcoholprobleem. Hier herkennen we dat wat we in de hulpverlening slachtoffergedrag noemen. Iemand maakt zichzelf tot slachtoffer, waarbij de verantwoordelijkheid buiten zichzelf gelegd wordt en hij zichzelf presenteert als niet bij machte om de situatie te veranderen.

Deze informatie is afkomstig uit het boek Wat alcohol met je doet van Janine Boelaars en Joyce Rampersad, Boekencentrum, 2009.

.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken