Menu

Basis

Aan tafel rond slavernij en kolonisatie

Bianca Groen Gallant en Thandi Soko-de Jong trekken een parallel met de kerstdis en de gesprekken over de Nederlandse slavernijgeschiedenis. Welke scenario’s zijn behulpzaam en welke voorwaarden zijn nodig om te komen tot een echte verzoening met elkaar?

In veel tradities, ook in Nederland, is de kersttijd een tijd van verzoening. Vaak wordt verzoening verwacht bij de kerstmaaltijd waar familieleden samenkomen die wellicht onderling ruzie hebben. Dergelijke maaltijden vinden privé of in het openbaar plaats, zoals in televisieprogramma’s als het populaire Het Familiediner. Stelt u zich eens een scène voor rond een tafel met de kerstmaaltijd waaraan een gezin zit dat verzoening nodig heeft. Er zijn talloze scenario’s mogelijk, maar twee zijn nuttig om nader te bekijken. Ze zijn namelijk relevant voor het thema van verzoening en de geschiedenis van slavernij en kolonisatie.

Veiligheid

Het eerste is een scenario dat wordt beperkt door veiligheid. Theoloog Letty M. Russell pleit in haar boek Church in the Round (1993) voor een houding dat iedereen welkom geheten wordt. Iedereen verwelkomen kan echter een slecht idee zijn als er een conflict is, omdat sommigen kwetsbaar zijn en het risico lopen op nog meer schade.

Iedereen verwelkomen kan een slecht idee zijn

Het is van vitaal belang om voorzichtig te zijn met wie wordt uitgenodigd voor een ‘verzoeningstafel’, omdat elk individu zowel borg kan staan voor veiligheid als (verdere) schade kan veroorzaken. Zo kan de aanwezigheid van een conflictaanstichter onveilig zijn voor degenen die door die persoon zijn geschonden. Zij riskeren herhaald lichamelijk letsel, trauma en andere schade. Er moet dus op worden gelet dat dergelijke risico’s worden voorkomen of beperkt.

Gelijkheid en erkenning

In het tweede scenario is er een familielid (of zijn er meerdere familieleden) overtuigd van eigen hoge morele gelijk op grond van zijn, haar of hun overtuiging, identiteit, geslacht, sociale status of anderszins. Dat familielid zou anderen kunnen behandelen als ‘niet goed genoeg’ en daarom verzoening kunnen beschouwen als een daad van medelijden, plicht of liefdadigheid.

Een dergelijke benadering beperkt het oprechte gesprek dat nodig is om te erkennen wat de relatie heeft geschaad. Een oprecht gesprek erkent daarentegen het familielid dat is geschaad of dat als ‘niet goed genoeg’ wordt beschouwd. Het neemt haar of zijn stem in het gesprek serieus.

Immers als verzoening wordt gezocht met als doel herstel van een verbroken familierelatie, dan moet het individu of de groep personen die benadeeld is, zich erkend, gehoord en beschermd voelen tegen verdere schade. Voor verzoening is vertrouwen nodig. Dat is van vitaal belang voor een oplossing die enige tijd stand kan houden. Vertrouwen wordt een probleem wanneer familieleden zich beklaagd, neerbuigend behandeld of genegeerd voelen in een verzoeningsproces.

Oprechtheid en vertrouwen

Op dit moment zijn er in kerk en samenleving gesprekken over verzoening in het licht van de geschiedenis van slavernij, kolonisatie en racisme. De kwestie van (her)opbouw van vertrouwen die in het bovenstaande scenario wordt benadrukt, is hier van vitaal belang. Verzoening is nooit eenrichtingsverkeer.

Het (her)bouwen van vertrouwen is een essentieel element in (nationale) verzoening tussen partijen die door conflict van elkaar zijn vervreemd. Daarop wijzen de Canadese filosofe Trudy Govier en de Zuid-Afrikaanse onderzoeker Wilhelm Verwoerd in hun artikel ‘Trust and the Problem of National Reconciliation’ (in: Philosophy of the Social Sciences, 2002).

Op sociaal vlak gaat vertrouwen dus over de vraag of mensen kunnen geloven in de oprechtheid van een verzoening. Met andere woorden: kunnen ze erop vertrouwen dat ze in het proces van verzoening niet opnieuw zullen worden geschonden (d.w.z. tot slaaf gemaakt, gekoloniseerd, buitengesloten enz.)?

Verzoening vereist een benadering die voorrang geeft aan oprechtheid, vertrouwen en de erkenning en toelating van de waarheid, maar evenzeer aan de actualiteit van acties uit het verleden en hun impact op het heden. Een goede stap hierbij is het voornemen van de overheid om excuses te maken voor het slavernijverleden.

Maar wat is verzoening dan in deze tijd waarin de erfenis van het slavernijverleden steeds meer een negatieve doorwerking lijkt te hebben? Ons land barst van polarisatie en haatzaaierij. In de ‘Verantwoording van het slavernijverleden’, door de Raad van Kerken uitgebracht in 2013, staat onder andere:

Wie kan de schuld vergeven en vergiffenis aanreiken voor mensen die zelf geen woorden meer in de mond kunnen nemen en die tot het einde van hun leven in slavernij hebben moeten doorbrengen? We realiseren ons dat we te laat spreken, te weinig op het goede moment de goede inzichten hebben gehad en ons hebben laten leiden door misplaatst winstbejag en machtsmisbruik. Het is een vorm van onrecht, die doorwerkt tot in de huidige generatie toe, waar een deel van onze samenleving is gebouwd op misbruik van anderen en waar discriminatie onvoldoende wordt uitgebannen.

Wat betekent de uitspraak van de Raad van Kerken voor onze tijd? Kunnen we verzoenen zonder het onrecht van racisme, discriminatie, uitbuiting, misbruik en onrechtvaardigheid te benoemen, en ons daartegen te verzetten? Kunnen we ons met elkaar of met dit verleden van het dehumaniseren van mensen verzoenen als we elkaar nu niet in de ogen kijken en het onrecht bestrijden waar dit plaatsvindt?

Kunnen ze vertrouwen dat ze niet opnieuw worden geschonden?

Dit zijn vragen die van belang zijn om verder te gaan.

‘Dan zal de gerechtigheid vrede stichten, ze brengt rust en vertrouwen voor altijd’ (Jesaja 32:17).

Bianca Groen Gallant is onderwijsbegeleider in het primair onderwijs en lid van het moderamen van de Protestantse Kerk in Nederland.
Thandi Soko-de Jong is promovenda aan de PThU en redactielid van Woord & Dienst.

www.raadvankerken.nl/nieuws/2013/06/verantwoording-slavernij

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken