Menu

Basis

De excuses voor het slavernijverleden

Het verhaal van de slavernij is toch geschiedenis? Waarom zou een stad, een staat, een kerk dan excuses moeten aanbieden? Piet de Jong geeft een reden en een vorm om te gedenken.

Sinds eind jaren negentig is er op de zondag voor of na 1 juli (Keti Koti) in de kerk van Delfshaven (Rotterdam) een verootmoedigingsmoment voor het slavernijverleden in de dienst. Daarna werd vaak ‘Amazing Grace’ gezongen. Na de dienst vroeg altijd wel iemand mij: ‘Voor wie doe je dat nu? Zo veel gekleurde mensen zitten toch niet in onze kerk?’ Ik zei dan: ‘Begrijp je niet, dat we dat voor jou en mij, voor ons doen?’

Ik besloot me te verdiepen in het Rotterdamse slavernijverleden nadat ik van iemand een bijbelkring had overgenomen met sympathieke oudere dames uit Suriname en de Antillen. We begonnen met teksten over Abram. Wie Genesis een beetje kent, weet dat in veel verhalen een tot slaafgemaakte voorkomt, ook onder het personeel van Abram, de vriend van God.

Naar aanleiding van deze verhalen kwamen de tongen los. Deze vrouwen kenden de verhalen van hun ouders, oma’s en opa’s. Plantagedirecteuren waren vaak keihard en hun vrouwen nog harder, zeker als hun echtgenoot het aanlegde met een zwarte totslaafgemaakte. Hun verhalen klonken als die uit de Tweede Wereldoorlog, zo dichtbij. Zo diep zaten ze in de genen bij deze gelovige, nooit klagende of zeurende zusters. Vaak schaamde ik me en daarom heb ik me ingelezen.

Algemeen bekend

In Rotterdam legde nooit een schip aan met tot slaafgemaakten. Maar in vorige eeuwen voeren veel schepen uit om met ruilwaar uit deze stad langs de kust van Afrika mensen op te kopen. Zo’n schip met uiteindelijk vijfhonderd mensen aan boord stak vervolgens over naar Suriname. Onderweg bezweek al minstens tien procent van de mensen.

De overlevenden werden verkocht om te werken op suikerplantages van Nederlandse eigenaren, ook uit Rotterdam, en later op plantages waar andere luxegoederen als koffie en katoen verbouwd werden. Nederlanders konden bij de bank aandelen aanschaffen in zo’n onderneming in de West.

Hun verhalen klonken dichtbij als die uit de Tweede Wereldoorlog

Dat daarvoor mensen uit Afrika werden aangekocht die zich letterlijk kapotwerkten, dat wist iedereen. Menig handelaar liet zich nooit zien in Suriname. Wel kreeg hij elke maand gedetailleerd verslag, ook over de aantallen slaven die overleden waren. In de consistoriekamer van de Oude Kerk te Delfshaven hangt een achttiende-eeuws schilderij van een kerkenraadsvergadering. Aan het hoofd van de tafel zit een dominee, links en rechts eerwaarde broeders, allemaal rokend uit een lang stenen pijpje. Je ruikt bijna de tabak die hoogstwaarschijnlijk uit Virginia kwam, van Amerikaanse slavenplantages.

Anti-slavernijbeweging

In de negentiende eeuw nam het verzet tegen slavernij toe. Vooral een Rotterdamse groep van ruim honderd voorname vrouwen roerde zich. Zij waren geïnspireerd door de anti-slavernij ladies in Londen. Met hun petities zorgden ze voor veel druk bij de koning, die bepaald niet amused was, en ze hielden vol tot de afschaffing een feit was.

Terwijl nogal wat vooraanstaande leden van de hervormde en de lutherse kerk belangen hadden in slavernij-gerelateerde handel, keerde de Rotterdamse predikant J.I Doedes (1807–1897), later hoogleraar te Utrecht, zich energiek in preken en lezingen tegen de slavernij. Als je in Rotterdam door de Doedesstraat fietst, neem dan je pet voor hem af.

De Rotterdamse burgemeester excuseerde zich al een paar jaar geleden. Ik ben blij met de excuses van de Nederlandse regering en zie dat mensen met roots in het Caribische er hoop uit putten, dat ons gezamenlijke verleden serieus genomen wordt.

Piet de Jong was onder andere twintig jaar predikant in Rotterdam-Delfshaven en is pastoraal actief in Rotterdam-Overschie.

Cover van Koloniaal Rotterdam, geschreven door Alex van Stripiaan

Meer lezen

Alex van Stripriaan, Rotterdam in slavernij, Amsterdam 2020. Koloniaal Rotterdam. Stad van vandaag en morgen, online beschikbaar op de website van de gemeente Rotterdam.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken