Menu

Basis

Interview met Liesbeth ter Elst

Liesbeth ter Elst is geestelijk verzorger. Ze heeft een heel kleine aanstelling in een verpleeghuis, verder heeft ze een eigen bedrijf ‘Aandacht voor Ieder’. Ze is aangesloten bij de beroepsvereniging VGVZ en bevoegd geestelijk verzorger via de-RING (Raad voor institutioneel-nietgezonden Geestelijk Verzorgers) en ze voldoet aan de kwaliteitseisen van de SKGV (Stichting Kwaliteitsregister Geestelijke Verzorging). Liesbeth is Katholiek, in haar begeleiding staat ze open voor alle levensovertuigingen.

Hoe ben je ertoe gekomen een vrijgevestigd geestelijk verzorger te worden?

Het was in de tijd dat mijn moeder overleed, in 2013. Toen heb ik besloten een eigen bedrijf op te richten. Ik had al in de stageperiode kennis gemaakt met verschillende rituelen, in de kerkdienst, bij stervensbegeleiding en bij uitvaarten. Het leek me echt wat voor mij om dat breed op te zetten, er zijn zoveel mensen die niet meer verbonden zijn met een kerk en toch wel graag bijv. bij een uitvaart speciale rituelen op prijs stellen. Ik heb contact met uitvaartondernemingen, maar mensen uit de buurt vinden me ook zo. Ik doe niet alleen uitvaarten en individuele begeleidingen. Ik heb inmiddels twee rouwgroepen begeleid, en nu probeer ik met andere geestelijk verzorgers weer een groep bijeen te krijgen. Maar dat is niet eenvoudig. Je bent ondernemer, en je blijft bezig met je PR.

Zegenen vrouw

Bij een uitvaart spreek ik altijd aan het eind van de dienst een zegen uit. Of het nu een katholieke, protestantse of seculiere dienst is. Zegenen is iemand het goede toewensen van de Ander. Voor sommige aanwezigen zal de Ander inderdaad met een hoofdletter geschreven worden en benoemd worden als God, Eeuwige of Ene. Aan mensen die verder af staan van de traditie, geef ik mee dat voor hen die ander met een kleine letter begint. Die ander kan dan een andere persoon zijn die een arm om je schouder slaat en je steunt op een moment als dit. Daarmee drukt het zegenen voor mij een teken van verbondenheid uit. Een verbondenheid met God, maar ook met elkaar als mensen die rondom die kist staan én met degene die overleden is en waarvan wij afscheid nemen.

Ik ga voor het zegenen bij de kist staan en nodig de aanwezigen uit om ook te gaan staan. Ik kies voor woorden die passen bij dit verbond van deze mensen met God en met elkaar. Bijvoorbeeld: ‘Zegen haar, en die haar lief zijn, nu zij op weg gaat voor de laatste reis; zegen haar, en degenen die achterblijven in hun huizen, nu zij is heengegaan naar een plek van vrede en licht.’

Ooit sprak ik woorden uit die juist een zegen waren vanuit de overledene aan de achterblijvers. Deze vrouw kon terugkijken op een gezegend leven in alle rijkdom van familie en vrienden. Zelf mocht ze geen kinderen ontvangen, maar ze had een innige band met een nicht. Deze vrouw gaf aan dat het leven goed geweest was en dat ze graag naar haar Schepper wilde. Daarom kon ik, in overleg met haar nicht, deze woorden aan het einde van haar afscheidsdienst uitspreken:

Zegen de mensen die ik moet achterlaten

nu mijn levensweg hier is geëindigd.

Zegen hen op de weg

die zij verder te gaan hebben.

Zegen de mensen

voor wie ik niet meer kan zorgen.

Zegen hen met andere mensen

die hun de zorg geven die ze nodig hebben.

Zegen haar laatste dagen en uren.

Zegen haar gedachten.

Kom haar naderbij op dit moment van afscheid.

Zegen haar met het Licht van uw ogen.

Zegen haar met het vertrouwen

dat er in U altijd een nieuw begin zal zijn.

De situatie is trouwens vorig jaar voor ‘ons’ ten positieve veranderd. De minister heeft subsidie beschikbaar gesteld via de Netwerken Palliatieve Zorg, zodat geestelijke verzorging in de thuissituatie een plek kan krijgen. In de thuissituatie kan men kosteloos een beroep op ons doen. Iemand kan rechtstreeks met ons contact opnemen, maar ook via een huisarts, verzorgende of een sociaal werker. En dat wordt dan vergoed. In de Gelderse Vallei is het Centrum Levensvragen in de Vallei gestart. Je kunt je aansluiten als je een erkenning hebt van de SKGV, een eis van de minister. Op dit moment ben ik coördinator van het centrum. Weverwachten er veel van! Het geeft het werk van de vrijgevestigde geestelijk verzorgers een boost. Het afgelopen jaar heb ik zo’n tien mensen individueel begeleid. Daarnaast heb ik ongeveer twintig uitvaarten verzorgd. Hiervoor word ik benaderd door uitvaartondernemers of door familie rechtstreeks. Wat beweegt je om de rol van geestelijk verzorger buiten de instelling en buiten de kerkelijke setting op je te nemen? Ik zit eigenlijk op twee sporen. Ik werk in een instelling, waar ik mensen met allerlei achtergronden ontmoet, ook protestantse bewoners. In de instelling ga ik regelmatig voor in oecumenische diensten en één keer in de maand in een katholieke communieviering. In mijn bedrijf ontmoet ik veel mensen die niet meer een band hebben met de kerk, maar toch bij de stervensbegeleiding en de uitvaart behoefte hebben aan de oude (RK) rituelen. Of mensen die weten dat bij een afscheid een kleine groep aanwezig is en dan vaak kiezen voor een andere locatie, zoals de aula op een begraafplaats of een crematorium. Belangrijke rituelen aan het sterfbed zijn het uitspreken van het ‘Onze Vader’ of een ziekenzegen. Een ziekenzalving mag ik niet doen, dat is voor priesters, maar een mooi moment bij het afscheid kan natuurlijk wel. De zegen is iemand het goede toewensen vanuit de Ander, of als mensen niet geloven, de ander met een kleine letter. Ik heb daar geen formule voor, maar ik pas het altijd aan de situatie aan. Het is belangrijk dat je dicht bij de mensen blijft. Een keer heb ik het bij een uitvaart gedaan, alsof de overledene zelf sprak. Dat was een heel bijzonder moment.

Voor mij is kerkzijn ‘er zijn voor elkaar’. De verbondenheid met elkaar, dat is voor mij ‘kerk’

Zie verder www.aandachtvoorieder.nl

Maakt het voor jou ook verschil of het ritueel binnen of buiten de kerkelijke structuur plaatsvindt? Voor mij is kerkzijn ‘er zijn voor elkaar’. Het gebouw is secundair. Mensen voelen een verbondenheid met elkaar tijdens een ritueel, zoals het samen bidden rond een sterfbed. Ik kan dan woorden geven aan wat zij voelen. Ook creëer ik dan een moment waarbij mensen iets kunnen zeggen aan de stervende. Die verbondenheid met elkaar, dat is voor mij Kerk. Ik heb soms een uitvaart in een kerk. Dan houd ik me meer aan de vaste rituelen, maar spreek daarbij meer eigentijdse woorden uit en niet de taal van de kerk. Ook communie uitreiken hoort daarbij, zeker als dat voor de overledene belangrijk is geweest. In het crematorium is er geen communie-uitreiking. Een veel voorkomend ritueel is om aan het begin van een afscheidsdienst kaarsen rondom de baar aan te steken. Dit gebeurt aan de paaskaars. Voor Rooms-Katholieken is dit een heel herkenbaar ritueel, ook bij protestantse uitvaarten is dit iets wat steeds belangrijker wordt. Het ‘Onze Vader’ of een ‘Wees-gegroet’ zijn zeer gewenste gebeden.

Nog een laatste vraag: heb je ook speciale kleding aan bij alles wat je doet?

In gewone vieringen heb ik mijn gebedsmantel aan, met een ‘w’ (in plaats van een stola). Dat doe ik ook in de oecumenische viering. Maar bij de andere gelegenheden heb ik een mooi donkerblauw pakje.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken