Bidden is antwoord geven
Een hoofdstuk uit Bidden kun je leren
Als we bidden stellen we vragen. Met welke woorden beginnen de zinnen van ons gebed vaak? Is dat niet: ‘Wilt U (…)?’ En dan vragen we van alles. Of God de zonden wil vergeven, of Hij ons wil helpen in alles, en ga zo maar door. Dat is goed. Vragen hoort zeker bij het gebed. Maar het is er niet de kern van.
Bidden is eerder antwoorden dan vragen. Dat is een van de belangrijkste lessen die we kunnen leren over ons bidden. Dat zet heel ons denken over het gebed in een ander perspectief.
Als jij eerst niet geloofde en nog maar kort wel gelooft, dan herken je het, denk ik, wel, dat je je aangesproken voelt door God, door Zijn Woord. Als je bidt, ervaar je dat echt als een reactie op wat God zegt. Je voelt je door Hem aangesproken en antwoordt daarop in je gebed.
Als je van jongs af aan gewend bent om te bidden, kun je het hier toch behoorlijk moeilijk mee hebben. Je hebt het geloof bij wijze van spreken met de paplepel ingegoten gekregen. God was er altijd in de opvoeding. Maar dan kom je op een leeftijd dat je het geloof je eigen moet maken. ‘Geloof ik nu zelf, of alleen omdat ik het in mijn opvoeding meegekregen heb? Geloof ik echt?’ Je wilt op een gegeven moment kunnen zeggen: ‘Ik geloof nu zelf ook!’ Daarom ga je bidden. Niet uit gewoonte, maar om echt iets van God te merken. Je vraagt of God Zich wil laten zien. Begrijpelijk!
Maar er dreigt wel een gevaar. Dat gevaar is, dat we denken dat wij op zoek zijn naar God en ondertussen vergeten dat Hij op zoek ging naar ons. Voor je het weet, bestaat je gebed uit vragen naar God en vergeet je dat bidden antwoorden is op Zijn woorden.
Geen antwoord op mijn vragen
Heel wat mensen zeggen: ‘Ik ben op een gegeven moment gaan bidden, omdat ik zelf wilde gaan geloven. Ik wilde God echt kennen. Ik ben toen gaan zoeken en bidden. Ik ging vragen: “Heere God, laat U iets zien van Uzelf. Spreek tot mij. Dan kan ik echt geloven”.’ Maar helaas merkten ze niets van God: ‘Er kwam geen antwoord. Ik heb het een tijd volgehouden, maar op een gegeven moment verloor ik de moed. Het leek alsof God niet naar mij wilde luisteren. Hij liet niets van Zichzelf merken. Ik begrijp dat niet. En toen heb ik het opgegeven.’
Herkenbaar? Voor jezelf, of herken je het bij anderen? Het raakt mij altijd als ik zo’n verhaal hoor. Want er klinkt zo’n mooi verlangen in door, een verlangen om God te kennen en iets van Hem te merken. Dat is een goede verwachting. Heeft God immers niet beloofd de Heilige Geest te geven als we tot Hem bidden? Je mag dan toch bidden en vragen met verwachting? Hoe komt het dan dat ze niets merken? Speelt God verstoppertje? Wil Hij Zich soms niet laten vinden?
Je kunt dat zo voelen, dat God Zich niet laat vinden, maar zo is het niet. Heel de Bijbel vertelt de geschiedenis van het tevoorschijn komen van God. God openbaart Zich. Hij laat Zich kennen. Ja, soms verbergt Hij Zich ook. Niet omdat Hij niet wil dat mensen Hem vinden en kennen, maar omdat Hij daar reden toe heeft. Bijvoorbeeld omdat wij mensen Zijn aanwezigheid te gewoon of te vanzelfsprekend vinden. Maar je kunt de Bijbel gerust Gods ‘openbaring’ noemen. Hij maakt Zich bekend. Hij wil dat mensen Hem kennen. Als Hij geen reactie geeft op jouw gebed, of jij merkt daar niets van, dan wil dat niet zeggen dat Hij Zich niet wil laten kennen.
Ik denk dat het helpt om het eens van de andere kant te bekijken. Het is een geweldige ontdekking als je ziet dat bidden meer antwoorden is dan vragen.
Meer antwoorden dan vragen
Wij kunnen vragen: ‘Waarom antwoordt U niet? Ik vraag U toch iets? En U zwijgt in alle talen!’
’Begrijp je?’, zegt God. ‘Dat heb Ik nu altijd. Ik spreek. Mijn Woord klinkt voortdurend, uitnodigend, in de wereld. Ik ben altijd al de sprekende God. Toen de mens bij Mij vandaan ging en Mij de rug toekeerde was het laatste woord wel gesproken, dacht de mens. Maar Ik liet het er niet bij zitten. Ik ging de mens achterna en riep hem en zei: kom terug tot Mij! Adam, waar ben je? Daar begint Mijn roepen al. Dat is de roep die nog steeds klinkt in de wereld. Dat is de uitnodiging van het Evangelie. Waar ben je? Kom terug! Kom uit het duister tot het licht! Hier ben Ik! En Ik nodig uit en Ik vraag, en er komt zo weinig antwoord. Hoe vaak heb Ik bij jou aan de deur geklopt en er kwam geen antwoord?’
Als de mens in zonde is gevallen, verstopt hij zich. Hij wil God niet meer onder ogen komen. Maar God Zelf roept de mens uit zijn schuilhoek. Om hem te confronteren met zijn schuld, maar ook om het goede nieuws van redding bekend te maken. ‘Adam, waar ben je?’ (Gen. 3:9). Dat is een geschiedenis die zich keer op keer herhaalt. Wij verstoppen ons voor God en Hij zoekt ons. Dat heeft betekenis voor ons bidden. Het begint bij Gods zoeken, niet bij ons zoeken.
Stel je eens voor hoe dat voor God moet zijn: iemand gaat eindelijk bidden en klaagt na een tijdje: ‘Ik vraag wel, maar God antwoordt niet.’ Begrijpelijk! En toch mist er iets. De Bijbel vertelt dat God spreekt en wij zwijgen, dat wij ons verstoppen en dat God zoekt. En als wij gaan bidden, dan vergeten we vaak dat Hij de eerste was met zoeken.
Als wij niets van Hem merken in reactie op ons gebed, dan is dat niet omdat Hij zegt: ‘je hebt Mij lang laten wachten, nu zal Ik jou eens laten wachten.’ Dat Hij niet reageert komt wellicht doordat je bepaalde verwachtingen hebt: ‘Als God spreekt, dan merk ik dit of dan voel ik dat.’ Probeer God niet de weg voor te schrijven. Misschien wil Hij Zich wel laten kennen, maar staan wij nog niet open voor de manier waarop Hij dat wil doen. Of we merken het simpelweg niet op. Misschien kunnen we beter eerst om geopende ogen en een open hart bidden.
Begin eens aan de andere kant. Bij Gods spreken. Bij Zijn openbaring. Bij Zijn uitnodiging. Als je daarnaar kijkt, zie je iets van het hart van God. Je ziet iets van Zijn liefde voor kleine en zondige mensen.
Bidden is stil worden voor God. Luisteren. En dan amen zeggen op Zijn Woord. Als je begint bij God en Zijn spreken, dan is bidden niet allereerst vragen, maar antwoorden. Bidden is reageren op God Die tot ons komt en tot ons spreekt. En Hij sprak al lang voordat wij in de wieg gelegd werden, lang voordat wij bedachten dat het goed was om te gaan bidden.
Vreemd toch, dat we vaak denken dat wij door te bidden de eerste stap zetten? Ons bidden is nooit de eerste stap. Wij kunnen God nooit voor zijn. Zijn spreken is altijd eerder. Dat geldt ook voor Zijn zoeken. Wij moeten God zoeken. Maar gelukkig wacht God niet op ons zoeken. Híj zoekt. Hij is in Zijn Zoon Jezus Christus gekomen om te zoeken en te behouden wat verloren is (Luk. 19:10). Ons zoeken van God is daarom antwoorden op Zijn zoeken. Zo is het ook met ons gebed. We denken zo vaak dat het hier beneden begint, bij ons zoeken, bij ons verlangen om God te leren kennen. Maar het begint allemaal bij God in de hemel, waar Zijn hart naar verloren mensen uitgaat. Hij zoekt en spreekt en laat Zich kennen. Als wij gaan bidden klinkt er eindelijk een antwoord.
Focus van het gebed
Maar is bidden dan toch ook niet vragen? Zeker! Maar wij zijn vaak net als kinderen die tranen in de ogen hebben omdat ze denken dat ze niets krijgen. Door die tranen heen zien ze niet dat wat ze vragen hen al voor de neus gehouden wordt.
Erg toch, dat we vaak meer vertrouwen hebben in de ernst van onze gebeden dan in de ernst waarmee God met Zijn beloften tot ons spreekt. We denken soms (hoe bizar!) dat wij het in ons gebed meer menen dan God. En Hij zegt: ‘Zoek de HEERE terwijl Hij te vinden is, roep Hem aan terwijl Hij nabij is’ (Jes. 55:6). Het is niet waar dat Hij niet om je geeft als Hij niet direct iets van Zichzelf laat zien. Hij legt wel in Zijn Woord uit dat Hij Zich laat vinden door wie Hem zoeken. We moeten ontvankelijk worden voor de wijze waarop Hij spreekt. Niet alleen hoe Hij nu spreekt, dat ook, maar vooral hoe Hij gesproken heeft, en iets (of zelfs alles) van Zichzelf heeft laten zien in Jezus Christus.
De focus van je gebed wordt dan anders. Het begint niet bij jouw verlangen, maar bij Gods verlangen. Natuurlijk mag je vragen. Bidden is ook vragen. Vragen om redding en vergeving en verder om alles wat je maar nodig hebt. Al die vragen mogen een plaats krijgen in het gebed. Maar bidden is allereerst en allermeest antwoord geven op God, Die we al zo lang hebben laten kloppen zonder open te doen.
Let op: dat wil niet zeggen dat je alleen maar ‘dank U’ mag zeggen. Je mag ook vaak ‘wilt U’ zeggen in je gebed. Want ook dat vragen kan antwoord zijn op Zijn Woord. Je mag in Zijn Woord, in de Bijbel, steeds meer ontdekken wat God wil geven en Hem juist daar om vragen.
Nog eens: spreken met God
In het vorige hoofdstuk zei ik dat bidden ‘spreken met God’ is. Niet alleen maar tegen God aan praten. Alsof het ons gebed is dat de stilte doorbreekt. Ook in dit hoofdstuk (Bidden is antwoorden) zien we dat bidden eerder spreken ‘met’ God is. De focus ligt niet op ons spreken tegen God, maar op het antwoord dat we geven op Zijn Woord. Ook zo is bidden spreken ‘met’ God. We zijn in dat gesprek niet de eerste ‘spreker’ maar de tweede.
Hoe zouden we bidden als Zijn spreken er niet eerst was? Waar zouden we dan om moeten bidden? Als wij echt zelf zouden moeten bepalen wat we allemaal vragen aan God, krijg je vreemde gebeden. Bidden begint bij luisteren en opmerken: ‘Wie is God, wat wil Hij van mij, wat wil Hij mij geven, en wat mag ik daarom in vrijmoedigheid van Hem vragen?’ Bidden begint niet op de aarde, maar in de hemel, niet bij ons, maar bij de sprekende en zoekende God.
Anne van Olst (1978) is predikant van Evangelisch Centrum Deurne, een christelijke gereformeerde kerk te Antwerpen-Deurne. Daarvoor was hij docent godsdienst in het voortgezet onderwijs en diende hij de christelijke gereformeerde kerk te Utrecht-West.
Anne van Olst. Bidden kun je leren. Praktische gids bij gebed. Utrecht: KokBoekencentrum, 2021. 160 pp. €14,99. ISBN 9789043536684.