Gebeden en teksten bij eenzaamheid
Bijbel
Enkele leessuggesties uit de Bijbel:
- Genesis 37 en 39-49 (het verhaal van Jozef)
- Exodus 2-4 (het verhaal van Mozes)
- Psalm 22
- Psalm 25:16-21
- Psalm 42
- Psalm 55
- Ruth
- Matteüs 26:36-46 (Jezus in Getsemane)
- Lucas 8:43-48 (genezing van een bloedvloeiende vrouw)
Lees deze teksten nooit ‘zomaar’ met de pastorant. Bereid het voor, vraag je af welke vragen er bij te stellen zijn, denk ook na over wat jouzelf er in raakt.
Gebeden
Uit Liedboek. Zingen en bidden in huis en kerk (2013):
- Morgengebed: ‘Tot U, God, roep ik in de vroege morgen’ (blz. 533)
- ‘Trouwe God…’ (blz. 1361)
- ‘Hoor mij, God…’ (blz. 1366)
Gedicht
Ik ben alleen.
Er is niemand
bij wie ik mijn hart kan uitstorten.
Dus doe ik dat bij mezelf,
en bij God,
tot wie ik roep.
Het is goed
je hart uit te storten
in de eenzaamheid
en het leed
niet in jezelf op te vreten.
Dietrich Bonhoeffer
Dagboekfragmenten
Drie donkere dagen
Drie dagen lang konden de mensen elkaar niet zien en kon niemand een stap verzetten. Maar waar de Israëlieten woonden was het licht. (Exodus 10:23)
Duisternis! Wie weet nog wat dat is? Hoeveel lampen branden er ’s avonds niet in één kamer? En in één straat? Alleen als de stroom uitvalt en heel de wijk ineens donker is, voel je er iets van. In Egypte helpen ook geen kaarsen meer. De duisternis is zo beklemmend, dat niemand zich meer durft te verroeren. Het is een voorbode van de laatste plaag: de dood. Want duisternis en dood zijn twee woorden die overal in de Bijbel op elkaar rijmen. Terwijl God een God van licht is. Vandaar dat de Israëlieten op hetzelfde moment in het licht leven. Maar is dat altijd zo, vraag je misschien? Onze ervaring is nogal eens anders.
Wat kan het soms donker in je leven zijn. Langer dan drie dagen! En wat kan de dood je beangstigen, al geloof je vast dat je een kind van God bent. Het is dan alsof je in Egypte woont en niet in het licht van God. En toch: denk aan die andere keer toen God het donker liet worden. Drie uur lang! Hij, Jezus, werd verlaten, opdat wij nooit meer eenzaam zouden zijn.
Mijn licht, mijn heil is Hij, mijn God en Here!
Waar is het duister dat mij onheil baart?
(ds. P.L. de Jong)
Je bent niet alleen
Alleen je eigen hart kent je diepste verdriet, in je vreugde kan een ander niet delen. (Spreuken 14:10)
Ook al beschikken we over de gave ons heel makkelijk te uiten en anderen te doen delen in onze vreugde of ons verdriet, er is toch niemand die werkelijk voelt hoe het trilt of huilt in de diepere schachten van je ziel. Daar kan een ander, zelfs iemand die je heel goed kent, niet bij. En zo kan een mensenhart een zeldzaam eenzame plek zijn. Een plek die lokt, vooral in tijden van verdriet, omdat je je vaak alleen daar echt veilig voelt.
Alleen ben ik en zóek alleen te wezen.
Alleen ben ik meer dan een ander wezen. (Leopold)
Maar op deze plek houden we het niet uit met onszelf. Daar moet je niet te lang blijven zitten. En dank God: er is door Jezus Christus een weg. Van ons eenzame hart tot het troostend hart van God. ‘Als een hert dat verlangt naar water, zo verlangt mijn ziel naar U!’ Wij zijn niet alleen, zegt Paulus later. Niets kan ons scheiden van God. Hij is dichter bij dan wij denken. Meer dan een moeder troost, troost Hij het eenzame hart.
(ds. P.L. de Jong)
Zonder slaap
Ik ben slapeloos, ik gelijk op een eenzame vogel op het dak (Psalm 102:8)
Ligt u ook weleens wakker? Je moest het eens weten, zegt u misschien. Juist ’s nachts komt alles op mij af. Dan zie ik er helemaal niet meer doorheen. ’s Nachts lijkt alles nog veel erger. Je staat op en kijkt door het raam: heel de straat is donker. In een enkel huis brandt nog licht. Je voelt je als eenzame vogel op het dak.
HERE, hoor mijn gebed, zo begint Psalm 102. Er volgt een aangrijpend relaas. Over pijn die niet ophoudt, over kracht die als water wegvloeit, over slapeloosheid. Terwijl iedereen slaapt, vecht deze mens een eenzame strijd voor God.
Daar is God niet ver weg. Nee, want wie er ook slaapt, Hij niet! In Jezus Christus is Hij heel dichtbij gekomen. In die eenzaamheid en slapeloosheid. Kunnen jullie niet één uur met Mij waken, vroeg Jezus in Gethsemané. Sindsdien zijn we nooit meer alleen.
De Heer brengt al uw heil tot stand. Des daags en in de nacht, houdt Hij voor u de wacht.
(Ds. P.L. de Jong)