Bij Marcus 9:(9)14-29
De dag na het schoolreisje komt iedereen weer op school. Er wordt druk nagepraat over alle belevenissen tijdens het uitstapje naar de dierentuin. In de hoek van het schoolplein zit Mees. Hij is weer eens helemaal verdiept in zijn Nintendo DS. ‘Bliep bliepbliep! Mees is een digitale tiepmiep!’ roept Daan hard, terwijl hij om Mees heen rent. ‘Kom op, Mees, kom toch lekker meekletsen over het schoolreisje of ga mee knikkeren!’ ‘Geen tijd!’ antwoordt Mees. ‘Ik ben bijna bij het volgende level! Bovendien, ik heb toch niet zoveel gezien in de dierentuin gisteren. Wel ben ik drie levels verdergekomen omdat ik op het bankje heb zitten gamen!’ Mees blijft driftig op de knopjes drukken. ‘Dat is toch stom! De dierentuin was echt veel leuker dan dat suffe spelletje!’ zegt Daan, terwijl hij het spelletje uit Mees’ handen probeert te trekken. ‘Niet!’ roept Mees, terwijl hij zijn Nintendo stevig tegen zich aandrukt. ‘Weet je wel hoe gaaf het is als ik het volgende level bereik? Dan heb ik het gevoel dat ik de hele wereld aankan!’ Daan gelooft er niks van. Hij zegt: ‘Weet je wanneer je de hele wereld aankan? Als je mij kan verslaan met knikkeren. Want toevallig ben ik de knikkerkoning van de school! Pfff, er is meer leuk dan zo’n stom spelletje…’ Mees twijfelt, maar staat dan toch op. ‘Oké. Wedden dat ik je versla?’ En dat is waar. Binnen de kortste keren heeft Daan zijn titel als knikkerkoning af moeten geven aan Mees. Maar Daan vindt het helemaal niet erg. Hij vindt het veel leuker dat Mees weer met hem speelt in plaats van met zijn Nintendo!
Bij Marcus 9:14-29