´Ik roep tot U om hulp …´
Bij Job 30,15-26; 38,1, Psalmen 107,17-32 en Marcus 4,35-41 Al sinds het begin van het Gemeenschappelijke Leesrooster staat daarop voor deze eerste zondag van de zomer in het B-jaar de […]
Over De Eerste Dag lees je meer op de landingspagina van De Eerste Dag.
Bij Job 30,15-26; 38,1, Psalmen 107,17-32 en Marcus 4,35-41 Al sinds het begin van het Gemeenschappelijke Leesrooster staat daarop voor deze eerste zondag van de zomer in het B-jaar de […]
Bij 2 Koningen 4,42-44 en Marcus 8,1-21 Op aarde wordt honger geleden. In de Bijbel wordt deze honger niet als onontkoombaar beschouwd. Elisa, ‘de man Gods’, laat honderd mensen voeden […]
Bij Ezechiël 33,7-11, Psalmen 119,33-40, Romeinen 12,9-21 en Matteüs 18,15-20 De lezingen uit Ezechiël en Matteüs hebben een opvallend thema gemeen: dat mensen die op een verkeerde weg zijn, de […]
We komen dichter bij het lijden, het sterven en de opstanding van onze Heer. We bedenken hoe wij graag doodlopende wegen gaan, niet achter de Heer aan naar het leven. Vandaag mogen we al over de dood heen de verrezen Christus zien. Wij hoeven niet meer voor onszelf te leven, ‘maar voor Hem die voor de levenden is gestorven en opgewekt’ (2 Korintiërs 5:15). In 2 Kronieken gaan Juda en Jeruzalem ten onder, maar de gedeporteerden zullen terugkeren en Jeruzalem wordt hersteld. Psalmen 34, een acrostichon met het hele ABC van het geloof, zingt: ‘de Heer laat mensen veilig bij zich schuilen.’ De synagoge bidt het wekelijks. De verloren zoon mag schuilen bij zijn vader.
(Psalm 25 vers 8 Oude Berijming) Bij Ezechiël 18,1-19(.20-23.32) ‘Ze vroegen de profetie: wat is de straf van de zondaar? Zij zei tot hen: de ziel die zondigt zal sterven […]
Bij Johannes 16,23b-30 Johannes 16,23-30 is deel van Jezus’ afscheidsrede in Johannes 13-17, een van de langste scènes in de context van een maaltijd in het Nieuwe Testament. Dit afscheidsmaal […]
De tijd dat we ons zorgen maakten over ons behoud, of we wel of niet gered zouden worden in gelovig/godsdienstig opzicht, lijkt voorbij. We zijn ons nauwelijks meer bewust van de situatie waaruit of waarvan we dan gered zouden moeten worden. Een eeuwige verdoemenis? Intussen is het wel een evangelische vraag, een vraag die in het evangelie gesteld wordt. Zijn het er veel, of zijn er maar weinigen die gered worden? Wat is daarop uw antwoord?
Bij Lucas 5,1-11 Ja, ik weet het: er is discussie over de vraag hoe je het Griekse Egeneto de (of: Kai egeneto) moet vertalen (5,1). De Nieuwe Bijbelvertaling vertaalt: ‘Toen […]
Bij Openbaring 4,2-11, 1 Petrus 4,7b-11 en Johannes 15,26-16,4 Wat is het verband tussen het hemelse visioen uit Openbaring en de wat verdrietige stemming bij de afscheidsmaaltijd van Jezus met […]