Bij nacht en ontij
In de eerste nacht in een cel van het Huis van Bewaring kun je niet meer weglopen. Je bent overgeleverd aan jezelf, aan je eigen tegenstrijdige, verwarring oproepende gedachten. Je twijfel, je onzekerheid – wat hangt er boven mijn hoofd? -, de waarheid en de leugen – wat weten ze wel, wat niet ? -, het voor-en het tegendeel, de schaamte en de schuld. Ze zijn er onontkoombaar, hard en helder. Of er is paniek, ongeloof en onschuld. Het surrealistische gevoel: Dit kan toch niet waar zijn? Waarom geloven ze me niet? Ik was toch gewoon de verkeerde man, op de verkeerde plek, op het verkeerde moment?
VERLOREN
Nachten in de cel laten mensen letterlijk en figuurlijk tegen de muren opvliegen. Opgesloten in zichzelf, in hun geweten, in angst, in onvrijheid van denken, overweldigd door emoties zoeken ze ruimte voor nuancering, waarheid en werkelijkheid. Een hele mensengeschiedenis kan immers door een aanklacht in een vloek en een zucht zomaar tot niets worden teruggebracht, vervliegen. Weg. En jij? Reddeloos, radeloos, redeloos, verloren. Weg.
WAAROM LUISTERT NIEMAND?
Geen weg terug, geen weg naar buiten. Alleen de eindeloze weg naar binnen. Een rollercoaster aan vragen en gedachten. Waar zijn mijn rechten? Die heb ik toch? Waarom luistert niemand naar mijn waarheid? De enige waarheid? Welke indruk moet ik maken om te worden geloofd? Geen kans om te slapen. Je geest komt niet tot rust. Je blijft maar piekeren. Gedachten rennen in cirkels rond, die maalstroom stopt geen moment. Totdat de zon dreigt op te komen en de slaap je overmant. Wat een nacht, wat een ontij. De laatste gedachte dringt zich op: wat zal deze dag mij brengen?
Walther Burgering is studentenpastor in Leiden, pastor-diaken in de H. Nicolaas-parochie in Zoetermeer en redactielid van Open Deur. Hij was tot 2012 justitiepastor.