Bruiloft in de soep
Bij Johannes 2:1-11
‘We hebben binnenkort een bruiloft,’ zegt mama op een ochtend aan het ontbijt. ‘Jullie nichtje Trudy gaat trouwen.’ ‘Kennen we die?’ vragen Luuk en Mark. ‘Jawel,’ zegt papa, ‘die kwam hier vroeger wel toen jullie nog klein waren. Ik had nooit gedacht dat die nog eens aan de man zou komen.’ ‘Ben benieuwd wat voor een man die Ton is,’ zegt mama. De jongens gaan naar school en vertellen het aan iedereen. Het is de eerste keer dat ze een bruiloft meemaken. Het zal wel niet zo bijzonder worden, als je papa en mama moet geloven.
Als de grote dag is aangebroken, gaan ze eerst naar de kerk en daarna is er een receptie. Trudy heeft een enorme witte wolk aan en Ton is een klein stil mannetje. Trudy praat aan één stuk door, ze is zo opgewonden. Ze kijkt helemaal niet gelukkig. Er is iets aan de hand. De catering, die om zeven uur moet komen heeft er niet aan gedacht dat de mensen op de receptie ook het glas willen heffen. Er is alleen maar koffie met speculaasjes en limonade voor de kinderen. Niet eens taart! Papa wil naar huis gaan. ‘Ik ga thuis wel een glas wijn drinken,’ zegt hij. De jongens vinden het maar saai, maar ze willen blijven tot het feest begint. Ze moeten toch kunnen vertellen hoe dat is, een bruiloft. Ze wachten een uur en dan komt de catering. Binnen tien minuten heeft iedereen wat te drinken. Opeens zijn alle mensen vrolijk en ook Trudy straalt! ‘Die wijn is nog lekker ook,’ zegt papa. Ze geven hun cadeau en ze zoenen Trudy allemaal. Ton zien ze niet meer, die is taart aan het snijden.
