De les van de vijgenboom
Vandaag delen we op theoblogie.nl ‘De les van de vijgenboom’ door Theo Algra. Hij schreef het boek Eindtijd in zicht. Wat elke christen moet weten over de opname en de grote verdrukking. Dit is een bewerkt fragment uit het boek.
De les van de vijgenboom
Na de uitleg over de gebeurtenissen die de wederkomst betreffen en dat wat daar aan voorafgaat, vervolgt de Heer in Mattheüs 24:32-35 met een korte gelijkenis over hoe je aan een vijgenboom kunt zien dat de zomer in aantocht is. Dat is het moment wanneer de takken zacht beginnen te worden en de eerste blaadjes beginnen uit te lopen. Op dezelfde manier moeten wij beseffen dat de wederkomst dichtbij is als we de dingen zien gebeuren die Jezus noemt in dit hoofdstuk. Dat zijn: 1) alle volken hebben het evangelie gehoord; 2) de Antichrist heeft de tempel in Jeruzalem ontheiligd; 3) er is een ongekende en wereldwijde vervolging van christenen begonnen.
De vijgenboom loopt uit
Maar er is nog een aspect waar de vijgenboom op wijst. Uit dit gedeelte blijkt dat het Joodse volk in de toekomst terugkeert naar het land, dat de sabbat weer in ere wordt hersteld, en dat er weer een offerdienst op de tempelberg plaatsvindt, in een herbouwde tempel of eventueel een eenvoudiger heiligdom. Ook dit zijn duidelijke aanwijzingen dat de wederkomst voor de deur staat. Het bijzondere is nu dat de vijgenboom in de Bijbel als een beeld wordt gebruikt voor het volk Israël. In de eerste plaats door de Heer zelf in Mattheüs 21:19. Daar gebruikt Hij een echte vijgenboom, waar geen vruchten aan komen en die door hem wordt vervloekt, om de geestelijke situatie van het volk te illustreren. Vergelijk ook Lukas 13:6, Hosea 9:10 en Jeremia 8:13. Met andere woorden, de vijgenboom is Israël. Het uitbotten van de vijgenboom is te zien aan het feit dat Israël weer op de kaart staat en dat miljoenen Joden zijn teruggekeerd naar het ‘land van de vaderen’. Anders gezegd, wij, in onze tijd, maken dit mee! Wij zien de vijgenboom uitlopen!
Genea
In vers 34 geeft de Heer de belofte dat dit geslacht niet voorbij zal gaan voordat al deze dingen gebeurd zijn. Het woord geslacht wordt in de NBV vertaald met ‘generatie’ en in de GNB met ‘mensen van deze tijd’.[1] Als het woord in die zin moet worden opgevat zou dat kunnen betekenen dat het uitlopen van de vijgenboom niet meer dan één generatie zal duren. Wanneer we de oprichting van de staat Israël als beginpunt nemen, zou dat betekenen dat de wederkomst binnen één generatie na 1948 zou moeten plaatsvinden. Zo is het inderdaad wel uitgelegd (Lindsey, 1972). Maar inmiddels zijn we meer dan 70 jaar verder, wat bewijst dat deze uitleg niet juist kan zijn. Het Griekse woord voor geslacht dat hier wordt gebruikt is genea. Dit woord kan ook de betekenis kan hebben van ‘geslacht’ in de zin van ‘groep mensen die door geboorte met elkaar verwant zijn, familie, volk’.[2] Dit betekent dat we het woord in Mattheüs 24:34 moeten opvatten als het geslacht of het volk van de Joden. De Heer belooft hier dat zij niet zullen voorbijgaan, dat wil zeggen ze zullen als volk blijven bestaan, totdat deze dingen gebeurd zijn.
Blijven bestaan
En inderdaad, op zichzelf is het uniek dat een volk, dat zelf geen eigen land meer had, toch 2000 jaar lang zijn identiteit heeft behouden. Sterker nog, dat het vandaag de dag is teruggekeerd naar het land van de belofte. Eeuwenlang leek het er helemaal niet op dat dit ooit zou gaan gebeuren. Daarom was deze uitspraak van de Heer nodig, om de gelovigen uit alle voorbije eeuwen extra op het hart te drukken: het lijkt wel of het er heel anders uitziet, maar God zorgt ervoor dat het Joodse volk zal blijven bestaan en dat deze profetieën werkelijkheid zullen worden. Zelfs ondanks alle eeuwen van antisemitisme, de talloze pogroms en vele andere uitingen van Jodenvervolging, en uiteindelijk de verschrikking van de holocaust. Vers 35 gaat door in dezelfde zin: de zekerheid dat de woorden van Christus uitkomen is groter dan de zekerheid dat hemel en aarde blijven bestaan. Die zullen voorbijgaan, maar zijn woorden niet.
Noten
[1] De interpretatie als zou de toenmalige generatie bedoeld zijn is niet in harmonie met Lukas 17:22, waar de Heer zijn discipelen duidelijk maakt dat zij de dag van zijn terugkeer niet mee zullen maken.
[2] Genea: Thayer’s Greek Lexicon of the New Testament geeft als één van de betekenissen: metaphorically, a race of men very like each other in endowments, pursuits, character; and especially in a bad sense a perverse race: Mattheüs 17:17; Markus 9:19; Lukas 9:41; Lukas 16:8; Handelingen 2:40.