Een nieuw graf

En hij legde het lichaam in een rotsgraf dat nog nooit was gebruikt. Het was de voorbereidingsdag, de sabbat was bijna aangebroken.
Lucas 23:53-54
Dat zal Josef van Arimatea zich wel heel anders voorgesteld hebben, als hij achter in zijn tuin wandelde en keek naar het familiegraf dat hij daar in de rotsen had laten uithakken.
Nog niemand was erin begraven. Het stond nog helemaal leeg. Wie zou de eerste zijn van zijn familie? Zijn ouders, zijn vrouw, hijzelf, een van zijn kinderen? Het is anders gelopen. De eerste die in zijn graf gelegd wordt, is Jezus van Nazaret. Vreemd, Jezus is toch geen familie van Josef? Waar zijn Jezus’ eigen familieleden? Josef heeft niet op hen gewacht. Hij is meteen aan het werk gegaan.
En zo legt hij het lichaam van Jezus, als was hij een broer van Jezus, in zijn eigen nog ongebruikte rotsgraf. Slechts enkele vrouwen kijken toe. En dan is het meteen sabbat. Dus gaan ze weg en het wordt stil. Maar bij dit graf zal het niet stil blijven! Jezus zal opgewekt worden! Er is hoop voor ieder die bij Jezus’ familie hoort. Hun graf is al ingewijd door Jezus.
Wie nu volgt, gaat in in de rust van Jezus. Wees stil en wacht! Jezus, onze oudste Broeder, is al onderweg.
Lezen: Lucas 23:50-56
Zingen: Lied 590 (Gezang 195)
Uit: Zijn roepstem horen, door ds. Pieter L. de Jong