Een ramp dient zich meestal niet van tevoren aan …
Het predikanten-echtpaar Burema-Kamphuis is verbonden aan de Protestantse Gemeente van Alphen aan de Rijn.
Er zijn rampen waarop je je (enigszins) zou kunnen voorbereiden. Een orkaan bijvoorbeeld of een rivier die naar verwachting binnen een dag of wat buiten haar oevers zal treden. Maar er zijn veel meer rampen die `gewoon` gebeuren. Die komen, bijbels gesproken, als een ‘dief in de nacht’. Een ramp uit de laatst genoemde categorie overkwam ons in Alphen op 9 april 2011. In de media nog altijd aangeduid als `het schietincident in Alphen aan den Rijn`. Met het begrip `incident` hebben wij tot op de dag van vandaag nog altijd wat moeite. Hoezo incident? Het had veel meer weg van een aardverschuiving. Het vond die middag rond 12.00 uur plaats in het winkelcentrum `de Ridderhof’. Ons kerkelijk zalencentrum `de Bron` is bij dit winkelcentrum aangebouwd en wordt dan opeens gerekend tot `plaats delict`. Het moge duidelijk zijn dat wij er vanaf het eerste moment als gemeente bij betrokken raakten. Wat doet zoiets met je als gemeente? Wat vraagt het van je professionele krachten? Het bracht allerlei vragen met zich mee en tegelijk was er weinig tijd om daarover na te denken. Wat ons te doen stond? Doen wat je hand vindt om te doen…
Een prachtige zaterdag…
Rond het middaguur zaten we op het balkon van de pastorie. Een prachtige lentedag immers. Begin februari waren we hier beiden bevestigd als predikant en we zaten dus nog in onze startfase. Hadden plannen om de tuin wat te gaan verfraaien. We genoten tot het moment dat er een kakofonie aan geluid losbrak. Sirenes in allerlei toonaarden. Helikopters die boven de wijk rondcirkelden. Een hevige paniek was voelbaar om ons heen. Mensen die elkaar huilend in de armen vielen en het geluid van vele mobiele telefoons. Maar eens snel op internet gekeken en daar lazen we het onheilspellende bericht dat er een schietpartij was geweest in het winkelcentrum. De fiets uit de schuur gehaald om ter plekke te aanschouwen hoe de situatie was. Het was ons al bekend dat ons kerkelijk centrum in geval van een calamiteit door de burgerlijke overheid gevorderd zou worden als opvangplek. Nu gebeurt er in Alphen nogal eens wat en ons centrum was ook in december 2010 al als zodanig gebruikt.
Paniek
Ik zag een tafereel dat mij zorgen baarde. Paniek bij de hulpverleners. Veel mensen op de been en de wagens van de media met schotelantennes reden al af en aan. Verbazingwekkend hoe snel dat kan gaan. Geruchten deden snel de ronde. Een schutter, misschien twee? Hoe houd je dan zelf het hoofd koel? Geen idee, maar het gebeurde. Laten we het Geestkracht noemen. Contact opgenomen met het bestuur van de stichting van ons centrum. Werk aan de winkel. De toegang tot ons gebouw was al afgezet met de bekende rood/witte linten. Maar met een kennelijk betrouwbare blik in onze blauwe kijkers kregen wij van de politie toegang tot ons kerkelijk centrum. We kennen hier de zegen van een centrum met 16 zalen, waaronder twee kerkzalen. Voor onze protestantse gemeente en voor de parochie. Al snel druppelden er mensen binnen. Winkeliers, oog-en oorgetuigen, winkelend publiek dat op dat moment aanwezig was geweest. Dan doe je wat je hand vindt om te doen oftewel luisteren. Proberen te stabiliseren. Dat er doden waren gevallen, werd ons al snel duidelijk. Mensen gaven aan het beleefd te hebben als een oorlogssituatie. Maar het was niet enkel zaak van ons als voorgangers. Binnen de kortste keren waren er ook heel wat gemeenteleden en parochianen present om de handen uit de mouwen te steken. Samen sta je sterk….
De media
Dat is een ander verhaal en het bleek een bijzondere tak van sport. We mogen dan ooit aardig stevig zijn opgeleid – een mediatraining zat in Kampen destijds niet in het pakket. Maar opeens word je dan wel voor de wolven gegooid. Ik zou het nooit verkozen hebben, maar wat moet dat moet. Mijn lief was druk met de getuigen en ik zat telefoontjes te plegen in het kantoor van de beheerder. Vraag vanachter de bar vandaan of ik een telefonisch interview wilde geven aan het NOS-journaal van 16.00 uur. Oké. Dat netjes afgehandeld, dacht ik, maar mijn naam bleek tevens in een balkje onder het beeldscherm te zijn verschenen en daarmee was mijn kostje voor de komende dagen gekocht. Er kwamen collega`s vanuit de parochie opdagen om het gewone werk van ons over te nemen. Maar even thuis op adem komen, dacht ik, maar eerst door de haag van het journaille heen. Opname voor Nieuwsuur, interview met Radio 1 en ga zo maar door. Hectisch dus! Herma bleef die avond in de Bron, ik zat thuis om telefoontjes te beantwoorden. Het waren er die avond meer dan zestig. `Kende u de dader, zijn familie?’ Etc. etc..
Verzoek van de EO om opnames te maken rondom het thema `Wat doet een dominee bij een ramp?`. Toegestemd en nog geen idee wat dat precies zoubetekenen… Maar dat terzijde. Ze waren nogal vrijpostig. Of ze een opname zouden mogen maken terwijl wij samen aan het bidden waren? Nou, ik dacht het niet… We hebben in die weken wel geleerd om onze eigen doelen te stellen en onze grenzen te bepalen. Maar soms wel lastig. Wij waren samen opeens gebombardeerd tot het `gezicht van de wijk` en dat terwijl we die nog amper kenden….
Luisteren
Er lag geen protocol of wat dan ook. Dus we gingen maar gewoon af op ons boerenverstand. Een `open huis`-zijn leek ons in de eerste plaats van belang. Daarom de zaak van het begin af aan opgeschaald naar het niveau van de plaatselijke Raad van Kerken. We hadden immers collega`s nodig en daarvan heeft Alphen er gelukkig veel van in huis. De week na het `incident` was de Bron geopend van 08.00 – 22.00 uur. De mogelijkheid biedend aan mensen om hun verhaal kwijt te kunnen. Velen maakten daarvan gebruik en soms konden we doorverwijzen naar de politie, huisartsen of GGZ.
Duiden
Elke ramp die zich voordoet vraagt om een duiding. `Wat is er precies aan de hand en hoe en waar raakt ons dit als gemeenschap?`. We stonden al gauw in het rijtje van de vuurwerkramp in Enschede, de Nieuwjaarsbrand in Volendam, de vermeende aanslag op de `koninklijke bus` in Apeldoorn. Alphen werd dus gezien als `nummer 4`. Maar wij moesten ons eigen verhaal schrijven. Het was hier lokaal: de dader woonde om de hoek, de dodelijke slachtoffers kwamen uit onze wijk en vele gewonden ook. Alle getuigen? Ook wijkbewoners door de bank genomen. Het was dus met recht een aardverschuiving op een paar vierkante kilometers.
Waarom maak je je als kerk dan toch zo druk?
Een heel eenvoudig antwoord: omdat we er hebben willen zijn voor deze wijk. Even als vluchtheuvel hebben mogen fungeren. Tijd nemen om er voor elkaar te zijn. Luisteren blijkt steeds het kernwoord te zijn. Het uithouden met elkaar. En dat duurt eigenlijk tot op de dag van vandaag. Het mag dan al bijna zeven jaar geleden zijn -het bepaalt nog steeds het leven binnen onze gemeente. Een van onze trouwe gemeenteleden werd ook getroffen en is gehandicapt geraakt. Bijna elke zondag dus ook de confrontatie met haar leed. En met haar ook dat van anderen.
Is het onze taak?
Het komt op je weg en dan moet c.q. kun je daar altijd iets mee. Niet omdat je zelf zo slim bent. Gewoonweg omdat het je gegeven wordt. En omdat je je gedragen weet door een doende en biddende gemeenschap. We wisten ons gedragen door die gemeenschap die ons alle ruimte gaf in die weken om te doen wat we moesten doen. Dat was veel maar het heeft ook resultaten gehad. De burgerlijke overheid hield ons als kerkgenootschappen verre van de `nationale herdenking` in het bijzijn van een deel van de koninklijke familie. We hebben daar nadien nog heel wat noten over gekraakt met B&W. Ze gaven toe dat het anders en misschien beter had gekund. Zelf kregen we deputaties over de vloer van verschillende ministeries om het een en ander te evalueren. De herdenking van de slachtoffers van de ramp met de MH17 gaf al een heel ander beeld te zien…
Present zijn
Dat lijkt een kernwoord. Het gebeurt en dan moet je er zijn als gemeente van de Heer. En we waren er. Met man en vrouw. Een ieder in zijn of haar functie. Koffie en thee, maar bovenal een luisterend oor. Geen kramp maar gewoon doen.