Menu

Premium

‘En het net scheurde niet…’

De wonderbare visvangst volgens Johannes

Het lijkt zo’n mooi slot van het Johannesevangelie, die laatste twee verzen van hoofdstuk 20: ‘Jezus heeft nog veel meer wondertekenen voor zijn leerlingen gedaan, die niet in dit boek staan, maar deze zijn opgeschreven opdat u gelooft dat Jezus de messias is, de Zoon van God, opdat u door te geloven leeft door zijn naam.’ Toch voegt de evangelist nog een heel hoofdstuk toe, waarin hij vertelt hoe de verrezen Heer opnieuw verschijnt aan een stel leerlingen, Simon Petrus en ‘de geliefde leerling’ voorop. Nogal wat commentatoren zien Johannes 21 daarom als een ‘toegevoegd hoofdstuk’ met een dubbel doel: bevestiging van de belangrijke positie van Simon Petrus in de jonge christelijke gemeenschap en identificatie van de evangelist met ‘de geliefde leerling’. In het grootste deel van het hoofdstuk heeft Simon Petrus een hoofdrol, zowel in het verhaal van de wonderbare visvangst (vv. 1-14) als in de dialoog die daarop volgt (vv. 15-19). Aan het eind verschuift de aandacht naar de geliefde leerling en zijn getuigenis (vv. 20-25). Maar gaat het hoofdstuk alleen over deze twee leerlingen? En is het wonderverhaal van Johannes 21:1-14 alleen maar mosterd na de maaltijd? Want dat lijkt het: heeft de evangelist net geconcludeerd dat Jezus zoveel wondertekenen verricht dat hij ze niet in zijn boek kan opnemen, volgt er toch nog een…

Lees het hele artikel

Wellicht ook interessant

Premium

Herstellen, navolgen en getuigen

De opdracht die Jezus aan Petrus geeft in het slot van het Evangelie volgens Johannes, heeft veel vragen opgeroepen in de receptiegeschiedenis ervan. Daarbij draait de controverse om de bijzondere rol die Petrus al dan niet toebedeeld krijgt onder de leerlingen – en de mogelijke gevolgen daarvan voor Petrus’ opvolgers, de bisschoppen van Rome. De tekst gaat echter over meer dan over de relatieve posities van Jezus’ leerlingen – in deze perikoop naast Petrus ook de geliefde leerling. Met name staat de vraag van navolging überhaupt centraal.

None

Bijdrage van Lode Van Hecke bij het boek De imitatie van Christus

Dat ik als bisschop van Gent het eerste exemplaar van uw nieuwe vertaling van De Imitatie van Christus, van Thomas Kempis, mag ontvangen, is natuurlijk een hele eer. Ik doe het in de stad van het Lam Gods van Jan van Eyck, ons bekendste kunstwerk. Thomas Kempis en Jan van Eyck zijn tijdgenoten. Jan van Eyck begon het Lam Gods te schilderen rond 1424, een paar jaar na het verschijnen van de Imitatio Christi in 1421. Was de Imitatio een inspiratiebron voor het Lam Gods? Natuurlijk heeft Jezus zijn navolging geïnspireerd en niet omgekeerd! Maar het boek kan wel het schilderij beïnvloed hebben.

Nieuwe boeken