Geduld met God
Theoloog Jos van Oord bespreekt op Zinweb het boek ‘Geduld met God‘. De openingszin van Tomas Halik pakt je direct: ‘Op veel punten ben ik het met atheïsten eens, vaak op bijna ieder punt- behalve in hun geloof dat God niet bestaat.’ Daarmee plaatst de schrijver ons direct in zijn land Tsjechië –‘ een van de meest atheïstisch landen ter wereld’.
Prikkelend
Een pracht titel. Dat vraagt om lezen. En ook de omslag prikkelt de geest. De naam ‘God’ staat half in het water, is vaag. Stijgt of zinkt de naam? De schrijver doet er in ieder geval alles aan om die naam niet te laten verdwijnen. Maar er is geen mens overboord als ook de naam ‘God’ (tijdelijk) wegvalt, zinkt. Dan zal er wel gewerkt moeten worden aan een nieuwe verhouding tussen atheïsten en gelovigen.
Halik vraagt zijn landgenoten en ons als lezers geduld te hebben met God. Hij verplaatst zich in Godontkenners want ‘Gods zwijgen en het gevoel dat God heel ver weg is drukken ook mij’. Maar we kunnen het uithouden door te blijven vragen en vooral door te blijven hopen en lief te hebben. En het mag een troost zijn te beseffen dat ‘wachten op God’ tot het hart van het geloof’ behoort.
Zacheus
Halik beschrijft deze houding vanuit de Bijbelse figuur van Zacheus. Die invalshoek is verrassend. In Zacheus herkent Halik de zoekende en twijfelende mens, de atheïstische mens ook. Deze tollenaar staat op een afstand –vanuit een boom- naar Jezus te kijken. De schrijver daagt ons uit om ons in te leven in deze mens om daarmee de weg te gaan van probleem naar mysterie, van ogenschijnlijke definitieve antwoorden naar oneindige vragen. Die weg leidt naar een brug ‘tussen geloven en niet-geloven’ (ondertitel van boek). Over de communicatie tussen deze beide polen gaat het boek. Over ongeloof en geloof. Halik zet sterk in op de zoekers en twijfelaars. Hij wil dat we oog krijgen voor juist deze randfiguren. Is daar wel genoeg gevoel voor in onze kerken? Maar ook solidariteit? Dat vraagt nogal wat. Solidair zijn met deze mensen houdt ook in dat je deel neemt aan hun vragen en twijfels. En dat is iets anders dan dat je de zoekende mens direct ‘in het christelijke kamp’ trekt. Juist in het ‘atheïstische kamp’ ontdek je veel goeds: hartstocht voor gerechtigheid, voor het protest. Waar de Bijbel vol van staat. In dat ‘kamp’ is ook haat tegen God en gebod te vinden. Wat zit achter verscholen aan pijn en verwonding? En durven we dat met elkaar te delen? Zo probeert Halik gedreven en vol hoop een brug slaan tussen geloof en ongeloof. Een zoekend geloof heeft veel verwantschap met het hartstochtelijke protesterende atheïsme. En op die brug staat dus de Bijbelse figuur Zacheus. Het is deze ‘man in de boom’ die ons vraagt om elkaar nabij te zijn.
Haliks pleidooi spreekt me aan. Juist door die verbinding te leggen, die brug te slaan kan je open en diepe gesprekken krijgen over elkaars levensbronnen. En wat nog noodzakelijker is: de gelovigen krijgen door de open communicatie met ‘mensen op afstand’ beter zicht op allerlei ‘wereldse gedachten’ en die zouden wel eens eigen geloof kunnen verdiepen. In de wereld is er namelijk veel goeds te ontdekken. ‘Aan de rand’ zou wel eens veel meer geloof te vinden zijn dan we denken. Misschien is het zelfs goed om eens de gedachte toe te laten dat geloofsverlies ook een glimp geeft van wat het hemelse koninkrijk voor ogen heeft.
Lees de volledige recensie op Zinweb.