Heeft een christen het Oude Testament wel nodig?
Heeft een christen het Oude Testament wel nodig? Een studente vertelde dat ze ‘een nieuwtestamentisch christen’ is. Een moment leek het erop dat zij in grote mate beantwoordt aan het ideaal van Paulus, maar al gauw kwam de ontnuchtering dat zij slechts het Nieuwe Testament las. En dat staat toch ver af van het ideaal van Paulus die zijn boodschap voor een groot deel putte uit het Oude Testament.
In de kerken komen in preken en meditaties meestal slechts losse teksten en hoofdstukken aan de orde. Maar wat zijn de hoofdlijnen van het Oude Testament? Wat zijn de verbindende lijnen tussen de onderling zo uiteenlopende Bijbelboeken? Is er een eenheid te ontdekken tussen beloften, wetgeving, historische beschrijvingen, liederen en wijsheidsteksten? Waar kunnen predikanten, theologische studenten en geïnteresseerde gemeenteleden voor een overzicht terecht?
In de jaren na de Tweede Wereldoorlog heeft het werk van Th.C. Vriezen, Hoofdlijnen der Theologie van het Oude Testament, voorzien in deze behoefte. Het werk is tot 1966 bijgewerkt, maar daarna is in het Nederlandse taalgebied geen soortgelijk werk meer verschenen.
In internationaal opzicht is de discussie echter verder gegaan en zijn verschillende modellen ontwikkeld om zicht te krijgen op de boodschap van het Oude Testament. Sommige auteurs bepleiten een theologisch middelpunt, anderen geven een thematisch behandeling van losse onderwerpen. Een enkeling presenteert een chronologische benadering en de laatste tijd komt er meer belangstelling voor een literaire benadering, uitgaande van de canon van het Oude Testament.
Voor een aantal oudtestamentici, waaronder ik, was dit reden om te proberen te komen tot een nieuw theologie van het Oude Testament. Dit heeft uiteindelijk geleid tot de publicatie van Theologie van het Oude Testament – de bijvende boodschap van de Hebreeuwse Bijbel, bij Boekencentrum, begin januari 2013. Dit boek geeft een overzicht van de internationale discussies, wijst een eigen weg en presenteert daarna de theologische hoofdlijnen.
Een deel van de lezers is wellicht vooral geïnteresseerd in de concrete onderwerpen. We hebben geprobeerd het boek zo te schrijven dat het voor verschillende doelgroepen bruikbaar is. Vanuit onze werkomgeving constateren wij dat er in Leuven (ETF) behoefte is aan een boek op universitair niveau, in Ede (CHE) aan een meer praktische behandeling van de afzonderlijke onderwerpen.
Als redacteuren hebben wij de hulp ingeroepen van diverse collega’s en voormalige afgestudeerden van de ETF. Het resultaat is een veelzijdige bundel die vanuit één concept ontwikkeld is.
Deel 1 biedt een overzicht van de geschiedenis van het vak en wijst een methodiek aan. Deel 2 presenteert een literair theologische benadering en illustreert die aan de hand van de boeken Exodus, Leviticus en Numeri. Daarna volgt deel 3 met de hoofdinhoud van het boek: in zes hoofdstukken komen de hoofdthema’s van het Oude Testament naar voren. Het vertrekpunt ligt in het boek Genesis, waar de thema’s al aanwezig zijn, en van daaruit worden ze door de canon heen gevolgd. Hier worden afzonderlijke thema’s uitgewerkt, waaronder: schepping, zonde, genade, verbond, Gods wil, eredienst, land, relatie Israël en de volken. Deel 4 trekt de lijnen door naar de intertestamentaire periode en naar het Nieuwe Testament dat zich presenteert als een voortzetting en voltooiing van het Oude Testament.
Een deel van de theologieën van het Oude Testament behandelt slechts dit deel van de Bijbel, maar in de periode van de tweede tempel heeft het Jodendom zich sterk ontwikkeld. En de verhouding tussen Oude Testament en Nieuwe Testament heeft de christenen in de loop der eeuwen veel bezig gehouden. Daarom behandelen wij bewust de samenhang.
De hoofdtitel van het werk spreekt voor zich: het is een theologische presentatie van de inhoud van het Oude Testament. De ondertitel heeft de omschrijving ‘de Hebreeuwse Bijbel’, wat op zich een betere benaming is dan ‘Oude Testament’ en wijst in de richting van de volgorde van de bijbelboeken zoals die in de joodse traditie overgeleverd is. De aanduiding ‘de blijvende boodschap’ houdt in dat wij geloven in de blijvende actualiteit van dit deel van het Woord van God, in aansluiting bij de christelijke kerk die dit ook officieel altijd beleden heeft.
Aan deze Nederlandstalige bundel werkten negen oudtestamentici mee uit Nederland, België, Duitsland en de USA. Naast de redacteuren zijn dat: Walter Hilbrands, Herbert Klement, Geert Lorein, Creighton Marlowe, Siegbert Riecker, Eveline van Staalduine-Sulman en Julius Steinberg. De onderlinge overeenstemming en samenwerking waren bemoedigend, en de onderlinge discussies over verschillen in inzicht hebben geleid tot een beter eindproduct dan ieder van ons afzonderlijk bereikt zou hebben.
Hendrik J. Koorevaar (Leuven)
Mart-Jan Paul (Ede)