Menu

None

Kerk in verwachting

Een recensie van 'God verwachten'

Stapels met boeken

Er verschijnen regelmatig boeken over de christelijke toekomstleer of eschatologie. Evert Leeflang, opleidingscoördinator Theologie en docent Systematische theologie en Hermeneutiek aan het Evangelisch College, voegt met zijn recente publicatie aan die stroom een stevige pil toe. In bijna 400 bladzijden schrijft hij diep doordacht en tegelijkertijd zeer toegankelijk over hoe christenen hopen.

De toekomst van God

God verwachten

Laat ik meteen met nadruk zeggen: dit boek voegt iets wezenlijks toe. Het focust namelijk op het heden van de toekomst van God. Wat roept die toekomst hier en nu bij ons op, hoe stempelt deze vandaag ons leven als gelovigen? Het gaat nu eens niet om gedetailleerde toekomstscenario’s, maar om de actuele impact van de harde kern van de christelijke toekomstverwachting. Anders gezegd: de nadruk valt op de spes qua, niet op de spes quae (dus op de hoop waarmee we hopen en niet op dat wat gehoopt mag worden). Uiteraard kan het één niet zonder het ander: wat voor daadwerkelijk verwachten zou er kunnen zijn zonder inhoudelijke verwachting? Maar met recht merkt Leeflang op dat er over het algemeen in het kader van de eschatologie weinig afzonderlijke aandacht, analyse en duiding wordt gegeven van de op de toekomst gerichte mens. Het gaat vaak uitvoerig over eschatologische dispensaties en nauwelijks over eschatologische disposities.

Het gaat nu eens niet om gedetailleerde toekomstscenario’s, maar om de actuele impact van de harde kern van de christelijke toekomstverwachting.

De auteur laat geen twijfel bestaan over de realiteit van Jezus’ neerdalen in de hel, de opstanding (van Christus als de Eersteling en van alle doden op de jongste dag), de paroesie van Christus, de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Maar allerlei vragen en opvattingen rond deze grote gebeurtenissen komen niet aan de orde op de manier waarop dit in dogmatische handboeken gebruikelijk is. Des te meer horen we over het leven van de hoop. Daarbij wordt de metafoor van zwangerschap en bevalling breed uitgesponnen. De kerk heeft niet alleen verwachting, maar zij is in verwachting. ‘De kerk is dus net als Maria in verwachting van de Messias.’ (33) Daarom heeft zij een verloskundige nodig en de theoloog zou als vroedvrouw kunnen optreden. Zo tekent de auteur aan het slot van zijn boek zijn intentie. De theologie is geroepen de kerk tijdens haar verwachting van de nodige wijsheid te voorzien, om haar helderheid te geven in de tegenstrijdigheden van de tussentijd waarin het koninkrijk Gods enerzijds gekomen is, maar anderzijds nog uitblijft.   

Vier typen van verwachten

Binnen het jodendom ten tijde van Jezus kende men verschillende stromingen, waarvan een viertal het meest bekend is: Essenen, Zeloten, Sadduceeën en Farizeeën. Deze stromingen stonden allen in de spanning tussen de vervulde en nog niet vervulde beloftes van God: het Joodse volk was wel teruggekeerd uit de ballingschap, maar verkeerde nog altijd onder de heerschappij van de Romeinen. Nu meent Leeflang aan de hand van deze vier stromingen vier typen van verwachting te kunnen onderscheiden. Bij de Essenen is een sterke nadruk op de nabijheid van het wereldeinde kenmerkend, met daarbij behorende afzondering van de wereld. De grote verandering moet van Boven komen en wordt in een meditatief leven afgewacht. De Zeloten kiezen daarentegen voor een gewelddadige revolutie tegenover de heidense bezetting en besmetting, vanuit de overtuiging dat God hun inzet zal zegenen. De Sadduceeën stellen zich behoudend op, ze proberen het beste te maken van de status quo en zijn vuurbang voor oproer, dat volgens hen van kwaad tot erger zal leiden. De Farizeeën ten slotte verlangen hevig naar de omverwerping van de Romeinse overheersing, maar kiezen niet de weg van geweld. Ze jagen naar reinheid en wetsgetrouwheid in de hoop dat een heilig leven en veel gebed de glorieuze toekomst van Israël naderbij zal brengen.

Vanuit deze vier typen verwachting worden vervolgens lijnen getrokken naar de verscheidenheid in de christelijke toekomstverwachting. Zo vertonen charismatisch-profetische bewegingen ‘esseense’ trekken en dreigen deze de waarde van de tussentijd over het hoofd te zien. Bevrijdingstheologen begeven zich in ‘zelotische’ vaarwateren. Ze benadrukken dat Gods toekomst komt doordat de mens opstaat tegen de kwade krachten die nu nog regeren. God verwachten betekent volgens hen in beweging komen voor de vernieuwing van de wereld. Andere christenen vertonen meer een ‘sadduceese’ nuchterheid. De toekomst is nu eenmaal een gesloten boek, dus je kunt maar het beste trouw zijn op de jou toegewezen plek in Gods schepping. Veiligheid en geborgenheid staan hier centraal, ‘stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw’. De ‘farizeese’ broeders en zusters benadrukken: ’hier beneden is het niet.’ Ze kennen geen ‘verander de wereld’-mentaliteit, maar een ‘doorsta deze wereld’-houding. Ze houden kritisch afstand tot het wereldgebeuren en geven ruimte aan levensheiliging en gebed.

De kunst is om een balans te vinden tussen de vier benaderingen

Bij deze vier typeringen gaat het niet om waterdicht gescheiden hokjes: ze overlappen elkaar. De kunst is om een balans te vinden tussen de vier benaderingen.
Aan het eind van het boek wordt dit verder ingevuld. Wanneer ze niet in de valkuil trappen van bepaalde eenzijdigheden en misvattingen kunnen de vier typen elkaar goed aanvullen en corrigeren. De ‘Essenen’ vertegenwoordigen de waarden van profeteren en waken, de ‘Zeloten’ die van hopen en voorbereiden, de ‘Sadduceeërs’ die van dulden en voorbereiden, de ‘Farizeeën’ staan voor zuchten en waken. Deze waarden worden uitvoerig besproken in boeiende hoofdstukken die lezen als theologische meditaties. Alle benaderingen moeten overigens kopje onder bij Johannes de Doper: we leren pas goed verwachten als we dag aan dag leren tot inkeer te komen en ons op Messias Jezus te richten.

De gekozen classificatie is speels, origineel en ook wat speculatief. Ze helpt in elk geval om de verscheiden facetten van het leven in verwachting te onderscheiden en op elkaar te betrekken.

Bijbels-theologisch

De grondslag voor zijn beschouwingen legt Leeflang in een bijbels-theologische verkenning. De arena van de toekomstverwachting is immers de geschiedenis van God met zijn volk, waarin de hoop geboren en geoefend wordt. Gods beloften vormen de ruggengraat voor deze verwachting. Ze zijn niet alleen bedoeld om het eindstation te vertellen, maar vooral om op het juiste spoor te zetten. Het komt er op aan Hem te leren verwachten in de spanning tussen vervulling en niet-vervulling. Bij elke vervulling neemt het volk ‘een diepe teug van het “nu al”, om versterkt op weg te kunnen naar de toekomst.’ (92) Leven met een belofte is ook leven met niet-vervulling. Dat laatste leidt ertoe dat Israël strijdt met God en het conflict met Hem niet uit de weg gaat. ‘De psalmisten reageren zoals iemand die 112 belt en vervolgens in de wacht wordt gezet.’ (95) Tegelijkertijd beseft het verbondsvolk van God in boetedoening en bekering dat het de niet-vervulling aan zichzelf te wijten heeft.

Gods beloften vormen de ruggengraad voor deze verwachting.

Profetie is de motor van de toekomstverwachting. Profeten knopen heden en toekomst, crisis en uitkomst aan elkaar vast. Ze leven ‘met hun stekker in de toekomst’ en ontlenen zo hun energie aan de verwachting van Gods daden. Hun getuigenis bestaat niet uit het aanleveren van kant-en-klare toekomstplaatjes, maar behelst dringende uitnodigingen tot een toekomst. De belofte is niet het beschrijven van de boom, maar het planten van een zaadje. Zo wordt het heden opengebroken om het op de toekomst van Gods mogelijkheden te richten.

De nieuwtestamentische verwachting is een doorvertaling van waar Israëls verwachten al de eeuwen op neerkwam. Jezus is de verpersoonlijking en stellige zekerheid dat het stoplicht op de weg naar Gods toekomst op groen staat. Bij Hem begint de vervulling als onvoorziene ontvouwing van Gods beloften.     

Ik noemde al de vijf ingrediënten van een toekomstgerichte levensstijl die samenhangen met vijf kernen van de toekomstverwachting: hopen hangt samen met opstanding, zuchten met kruisiging en hel, dulden met de ‘wederkomst’ (paroesie), waken met het laatste oordeel en voorbereiden met de nieuwe hemel en aarde. Het is verleidelijk om uit de betreffende hoofdstukken te citeren. We treffen er talrijke treffende formuleringen aan en mijn exemplaar van het boek staat inmiddels vol met potloodstrepen onder de ‘quotables’. Maar de lezer oordele en geniete zelf.  

Jezus is de verpersoonlijking en stellige zekerheid dat het stoplicht op de weg naar Gods toekomst op groen staat.

Nog wensen?

Is er geen kritiek te leveren? Niet zo gemakkelijk zou ik denken. Men kan het betreuren dat de interactie met vakgenoten tot de voetnoten beperkt blijft en zou benieuwd zijn naar breedvoeriger discussie, bijvoorbeeld met Karl Barth, Bram van de Beek, Jürgen Moltmann, Tom Wright. Maar het boek moest niet nog dikker worden en is op een breed lezerspubliek gericht. Een valkuil zou zijn dat van de weeromstuit de vele aanwijzingen in de Schrift inzake de spes quae onderbelicht blijven. Er is immers bij alle vragen die er overblijven ten aanzien van de toekomst toch ook veel geopenbaard en de discussies rond bijvoorbeeld het leven direct na dit leven, de signalen van de eindtijd, de komst van de antichrist, de plaats van Israël, wel of niet duizendjarig rijk en opname van de gemeente, de aard van de opstanding, het leven op de nieuwe aarde blijven van belang. Maar nu dus even niet…


Evert Leeflang, God verwachten. Een theologie van de toekomst, KokBoekencentrum Uitgevers – Utrecht 2024, 398 blz., €29,99  ISBN 9789043540261

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken