Menu

Basis

Kerkcontouren: “In Syrië zien mensen je ziel – moslims én christenen”

Barbara Mertens

In een samenleving waar de toon verhardt en verschillen steeds vaker tot afstand leiden, groeit tegelijk ook het verlangen naar verbinding, zachtheid en echte ontmoeting. Barbara Mertens (1982), stafmedewerker bij de Vlaamse Franciscaanse organisatie TAU, zoekt precies daar naar sporen van hoop. Een gesprek met een gepassioneerde zinzoeker die haar inspiratie vindt in Franciscus en Clara van Assisi – én in de islam.

Barbara Mertens groeide op in een katholiek gezin. Ze werd gedoopt en deed haar vormsel. “Veel mensen van mijn generatie hebben afstand genomen van de kerk,” begint ze. “Ik deed dat niet, ik wilde zelfs misdienaar worden. Mensen vroegen me: Wat heb je daar toch te zoeken?

Haar ouders waren actief in de parochie, maar nadat de kinderen hun vormsel gedaan hadden, verwaterde dat: “Ik groeide op in een katholieke omgeving, maar het was wel een steeds meer uitgedoofd katholicisme.”

Knagende innerlijke leegte

Als jongere leidde ze een druk leven: “Ik zat in de jeugdbeweging, speelde volleybal. Later studeerde ik geschiedenis en ging ik als student veel op stap. Ik had veel vrienden, maar vanbinnen voelde ik me leeg. Ik maakte plezier, maar het knaagde diep vanbinnen. Ik wist niet wat ik met mijn leven aanmoest en voelde een enorm verlangen naar zingeving. Daarom ben ik mijn zoektocht begonnen. Ik moest een uitweg zoeken uit een ongelukkigheid die niemand zag, omdat ik het niet toonde.”

Ik had een druk leven met veel vrienden, maar vanbinnen voelde ik me leeg

Mertens zocht niet vanzelfsprekend naar antwoorden in het christendom. “Ik wist niet wat ik met mijn christelijke wortels moest doen. Veel Bijbelverhalen interesseerden me wel, maar ik kon ze niet goed linken met mijn leven. Hoe moest ik die teksten toepassen? Ik wist niet goed hoe ik moest leven, en was bang voor de dood. Ik vroeg me af wat de zin van het leven is als het eindigt in de afgrond van een onbekende dood. In de parochie om de hoek waren gesprekken over dit soort thema’s niet gangbaar. Ik vond er mijn plek niet.”

Zoektocht naar zingeving

Mertens’ zoektocht naar zingeving bracht haar naar het Oost-West Centrum in Antwerpen, waar ze verschillende cursussen volgde. Ze deed soefistische meditatie bij een yogalerares, en begon met zenmeditatie en mindfulness. “Dat was allemaal interessant,” zegt ze, “maar het bracht niet wat ik zocht.”

Ze vond werk als trajectbegeleider bij de dienst Inburgering van de stad Antwerpen, waar ze vluchtelingen begeleidde bij hun integratie in België. “Later ben ik overgestapt naar JRS Europe – de Jesuit Refugee Service Belgium. In totaal heb ik acht jaar in het vluchtelingenwerk gewerkt.”

Ook in haar werk werd ze geconfronteerd met haar behoefte aan zingeving: “Het was een heel sociale job, maar ik voelde dat ik een stevigere bedding nodig had om dat werk te kunnen doen. Ik zocht naar een diepere grond om vanuit te kunnen leven en me te kunnen engageren.”

Een begin van een antwoord kwam via een collega.  

Godservaring in een moskee 

“Ik zat op dat moment in een team waar ik de enige niet-moslim was. En wanneer ik met mijn collega’s sprak, had ik het gevoel dat mijn existentiële vragen begrepen werden, dat ze snapten waar ik mee worstelde. Terwijl andere mensen om me heen soms zoiets hadden van ‘denk toch niet zo diep na’, stonden zij er wel voor open.” 

Het moslimgebed blies me gewoon omver. Achteraf gezien was het een Godservaring

Eén van haar collega’s, een Turkse moslima, was ernstig ziek. “Ze had kanker en was palliatief. Ik heb haar een paar keer begeleid naar de moskee. Alles was in het Turks. Ik begreep niet wat er gezegd werd, maar werd er wel door gegrepen. Het moslimgebed blies me gewoon omver. Ik voelde een zeer diepe nostalgie. Achteraf gezien denk ik: het was een Godservaring. Je kunt wel zeggen dat ik God heb teruggevonden in een moskee.” 

Dat werd het begin van haar spirituele ommekeer: “Het gebed raakte iets heel wezenlijks in mij. Ik bleef er met mijn collega over in gesprek. Het was bijzonder om te zien hoe haar geloof haar werkelijk droeg — hoe ze op een authentieke manier betekenis vond in haar leven, voorbij de dood. Dat was precies wat ik zo miste.”

Moslim vrouw die aan het bidden is in de moskee
“Het was bijzonder om te zien hoe haar geloof mijn moslimcollega werkelijk droeg.” – Serhat Tuğ/Unsplash

Terugkeer naar haar christelijke wortels

Door deze ervaringen begon Mertens zich af te vragen of ze misschien moslim moest worden. Ze besprak het met haar collega. “Toen ik bleef twijfelen, zei ze: ‘Je bent toch christelijk? Waarom ga je niet in je eigen wortels zoeken?’ Dat resoneerde. Maar zoals ik al zei: in wat ik kende van kerk in Vlaanderen vond ik mijn weg niet.”

Als kind ging Mertens vaak met haar ouders op reis. Zo bracht ze een bezoek aan Tunesië en Egypte. “Dat was mijn eerste, nog oppervlakkige kennismaking met de Arabische cultuur. Daarom dacht ik later: Ik ga wat geld sparen en dan naar het buitenland. Zo begon ik aan een tijdelijke job.”

Ze kwam in aanraking met een opleiding intercultureel management: een tweejarig traject voor mensen die naar het buitenland willen vertrekken of net zijn teruggekeerd. “Je kreeg er les over internationale communicatie, samenwerking en politiek – en er was ook een module over religie en zingeving. Christendom, boeddhisme en islam kwamen aan bod. Al in de inleiding werd er openlijk gesproken over de dood. Ik was zó blij — ik dacht: hier mag over zulke dingen gesproken worden! Die module sprak me enorm aan. Ik voelde dat ik daar verder iets mee moest doen.”

Ook een buitenlandse stage maakte deel uit van de opleiding. Voor Mertens was het meteen duidelijk dat die rond religie moest draaien. Per toeval hoorde ze over een klooster in de woestijn in Syrië. “Dat sprak me aan, dus ik ging zoeken op internet.”

Eerste kennismaking met Deir Mar Moussa

Een Italiaanse jezuïet, Paolo Dall’Oglio, had in Syrië een nieuwe interreligieuze en oecumenische gemeenschap gesticht. Samen met Jacques Mourad, een Syrische katholiek, en een team van jonge Italianen en Syriërs herbouwde hij in 1992 het zesde-eeuwse woestijnklooster Deir Mar Moussa, dat toen in ruïne lag.

“Er wonen mannen en vrouwen, ieder in hun eigen gebouw”, licht Mertens toe. “In het oude middengedeelte ligt het gemeenschappelijke hart van de gemeenschap, met ook de kerk. Er is één abt voor allen. Ze volgen de Syrisch-katholieke ritus, maar leven sterk oecumenisch. Hun gemeenschap steunt op drie pijlers: gebed, handenarbeid en gastvrijheid – iets wat typerend is voor woestijnkloosters.”

Intuïtief wist ik: daar moet ik zijn, in dat klooster in Syrië

“De woestijn trekt me. De weidsheid. En met mijn interesse voor geschiedenis”, lacht Mertens, “sprak een zesde-eeuws klooster natuurlijk tot de verbeelding.” Ze beschrijft het als een verlangen naar een oer-ervaring. En waar kun je daar beter voor terecht dan in de woestijn?

Deir Mar Musa al-Habashi in 2007
Deir Mar Musa al-Habashi in 2007, twee jaar voordat Mertens er haar toevlucht zocht. – Franco Pecchio/Wikimedia Commons

Met rugzak op pad naar Syrië

Mertens zocht contact met het klooster. Gasten bleken er altijd welkom. “Als gast draai je helemaal mee in het kloosterleven. Er wordt samen gegeten; de monniken eten niet apart, maar met de gasten mee. Je kookt samen met hen, maakt schoon en wast af. Er is geen vaste prijs om te verblijven, je geeft wat je wilt en kunt. Zo’ n mooi concept. Radicale gastvrijheid noem ik dat.” 

Zo vertrok ze in 2009 naar Syrië, voor tweeënhalve maand. “Met mijn rugzak op pad, zesentwintig jaar oud,” vertelt ze glimlachend. “Onbezonnen, misschien. Maar het verlangen was groot.”

Ze leerde Syrië kennen als een land van puurheid en gastvrijheid. “Egypte is veel commerciëler,” zegt ze. “In Syrië had ik het gevoel dat de mensen je ziel zien. De diepere vragen kwamen vanzelf in bijna elk gesprek dat ik voerde – met moslims én met christenen.”

Palmpasen, Goede Week en de voetwassing

Mertens beleefde in Deir Mar Moussa de Goede Week met 200 Syriërs. Het was niet louter gebed en Bijbellezen, getuigt ze: “We maakten met Palmpasen ook een tocht met een ezeltje naar een grot – echt geweldig, iedereen achter dat ezeltje.” Daarnaast was er een voetwassing, waarbij de voeten van iedereen in de kerk werden gewassen. Eén persoon speelde de rol van Petrus, die weigerde zijn voeten te laten wassen – zoals in Johannes 13.

“Op goede vrijdag werd er ook ‘echt’ een houten Christusfiguur aan het kruis genageld. Daarna volgde een rouwviering, waarbij je de rouw echt aan den lijve kon ervaren. Vervolgens werd de Christusfiguur in doeken gewikkeld en mochten alle vrouwen bloemetjes komen strooien. Tijdens de daarop volgende Paaswake barstte de vreugde los – er werd gedanst in kringen, het was een echt paasfeest.” 

De ervaring voelde voor Mertens alsof ze midden in het evangelie was beland. “Het leek wel bibliodrama,” zegt ze. “Op die manier deden de Bijbelteksten wat ze horen te doen: raken. En dan samen met al die mensen — je vormt één geheel, je wordt erin meegenomen. Waar wij in België en Nederland het geloof vooral met ons verstand beleven, wordt het daar ook lichamelijk. Je beleeft je geloof als gehele mens.”

Het in 1991 gerestaureerde kloostergebouw van Deir Mar Moussa
Het in 1991 gerestaureerde kloostergebouw van Deir Mar Moussa – Bernard Gragnon/Wikimedia Commons

Maar toen brak de dag van haar terugkeer aan. En daarmee de vraag: “Wat nu?” Hoe moest ze verder met haar leven?

Een brief aan het bisdom van Antwerpen

Mertens besloot een brief aan het bisdom te schrijven, waarin ze vertelde over haar ervaringen in Syrië, en zich afvroeg: “Wat moet ik hier nu in België mee doen?” Pas na drie maanden kreeg ze antwoord. “Ze wisten niet goed wat ze met mijn brief aanmoesten”, schatert ze. 

Het antwoord kwam uit Hof Zevenbergen in Ranst, want daar was de brief door het bisdom naartoe gestuurd. Mertens werd uitgenodigd voor een gesprek, en een jaar later woonde ze er. “Ook in België wilde ik een christelijke onderdompeling”, verklaart ze, “en daarvoor had ik een gemeenschap nodig.”

Toen ze hoorde dat er voor een abdij bij Waasmunster een nieuwe toekomst werd gezocht, besloot ze naar de Roosenbergabdij te verhuizen. Het project met de inwonende groep liep uiteindelijk spaak. Mertens wijt dat vooral aan interne visieverschillen. “In de abdij volgde ik wel enkele introducties over Franciscus bij de zusters. Ik ben ook naar Assisi geweest, en dat boeide me — maar nog niet echt ten gronde.”

Herinnering aan Dall’Oglio: moedig pleitbezorger voor dialoog

Een nieuwe periode brak aan, waarin Mertens werd geconfronteerd met wat ze had meegemaakt. Dat bracht haar in een diepe depressie. De herinnering aan de levenshouding van Paolo Dall’Oglio en zijn medebroeders en -zusters in Syrië werd voor haar een kantelpunt.

Pater Paolo Dall'Oglio SJ
Pater Paolo Dall’Oglio SJ, stichter van de gemeenschap al-Khalil in Deir Mar Musa, Syrië – Fritzbokern/Wikimedia Commons

Toen de volksopstanden in Syrië uitbraken, koos Dall’Oglio openlijk partij tegen het regime. Hij werd het land uitgezet en moest afstand doen van zijn gemeenschap om haar voortbestaan te verzekeren. Toch bleef hij sterk geloven in de kracht van dialoog. In juli 2013 verdween Dall’Oglio bij een poging om te bemiddelen tussen strijdende partijen in Syrië. Tot op vandaag is zijn lot onbekend.

“Ik vond het zo vreselijk,” getuigt Mertens. “En ik had het gevoel: als de stem van Paolo niet meer kan klinken, dan moet jij opstaan en doen wat je kunt. Kleren inzamelen, spullen, knuffels — en later ook wakes houden. Daardoor kwam ik letterlijk weer tot leven; ik had opnieuw een doel. Beetje bij beetje ging het beter met me. Paolo en de mensen daar werden een voorbeeld voor me. Ik zag hun moed — dat ze zelfs bereid waren hun leven te geven om iets te veranderen in hun land. Die bereidheid om je leven echt in te zetten voor iets — dat raakte me.”

Wat Mertens in Syrië leerde, kreeg later een onverwachte wending toen geweld het klooster bereikte. Zelfs toen het klooster meerdere malen door gemaskerde mannen werd overvallen, behielden de bewoners hun gastvrijheid: “Ze boden de overvallers thee aan: Ga zitten en drink iets. Dat wilden die mannen natuurlijk niet — maar toch.”

Ik voelde: als de stem van Paolo niet meer klinkt, dan moet jij opstaan en doen wat je kunt

De gijzeling van Jacques Mourad 

Twee jaar na de verdwijning van Dall’Oglio werd Jacques Mourad, een van de oprichters van Deir Mar Moussa, ontvoerd door terroristen — samen met een aantal gemeenteleden. “We hoorden er maanden niets van, maar hij is uiteindelijk vrijgekomen,” vertelt Mertens. Op de vraag waarom ze waren vrijgelaten, kregen de gijzelaars een opvallend antwoord: “Omdat jullie niet gewapend waren en nooit geweld hebben gebruikt.”

Dat soort verhalen laat diepe indruk na en laat je niet meer los”, zegt Mertens. “Het is christen-zijn in zijn meest radicale en doorleefde vorm.”

Vier jaar voor de verdwijning van Dall’Oglio bundelden Dall’Oglio en Mourad hun inzichten en ervaringen in het boek Amoureux de lIslam, croyant en Jésus (2009). Mertens vertaalde het vanuit het Frans naar het Nederlands. “Ik deed dat graag,” vertelt ze. “Ik wilde me inzetten voor de dialoog tussen christenen en moslims.”

De Nederlandstalige uitgave verscheen in 2016 onder de titel Uit liefde voor de islam. In het voetspoor van Paolo Dall’Oglio (Halewijn/Otheo Books). De publicatie leidde tot verschillende uitnodigingen om lezingen te geven over het werk van beide mannen en hun boodschap van verzoening.

De spiritualiteit van Franciscus en Clara van Assisi

“Op een bepaald moment benaderde TAU mij,” vertelt Mertens. “Ze wisten dat ik een reeks over mijn zoektocht had geschreven voor Kerknet (vandaag Otheo, red.). Dat sprak hen aan — ze vonden het ‘nogal franciscaans’, waarschijnlijk omdat het zo proefondervindelijk was. Ze vroegen me een workshop over mijn ervaringen te geven. Toen ben ik een tweejarige opleiding Franciscaans leraarschap gaan volgen en ging ik aan de slag bij TAU. In het begin draaide dat vooral om Franciscus, maar via een zuster claris die mij begeleidde, kwam ik ook in aanraking met Clara van Assisi. Ik vond haar heel boeiend.”

Clara van Assisi, portret door Simone Matini
Clara van Assisi, portret door Simone Matini (1322-1326). Te bewonderen in de onderkerk van de Basiliek Sint-Franciscus in Assisi. – Wikimedia Commons

Leven in armoede en radicale overgave

Toch schrok de manier waarop Clara en haar zusters in volkomen armoede leefden, haar aanvankelijk af. “Hoe hou je dat uit?”, vroeg ze zich af. “Maar hoe meer ik haar brieven, geschriften en leefregel las, hoe sterker ik voelde dat het raakte aan mijn eigen zoektocht. Mijn angst voor dood en leegte — ik voelde dat zij daar een weg in had gevonden: het uithouden in de leegte, in vertrouwen. Het pure menszijn, het naakte, onbedekte. Intrinsieke waardigheid vinden in het mens-zijn. Beseffen dat dat genoeg is. Dáár gaat het om.”

Hoe meer ik Clara van Assisi las, hoe meer ik besefte: het pure menszijn — dáár gaat het om

Met Clara bezig zijn lijkt misschien een niche, zegt Mertens, maar het tegendeel is waar. “Het leidt naar het pure menszijn — wezenlijk en universeel, fundamenteel menselijk. Clara en haar zusters bezitten niets; ze beoefenen radicale onteigening op alle vlakken. Je hebt je lichaam ontvangen: dat is al een gave. Het leven zelf is een gave. Clara heeft dat ten volle uitgediept in haar leven en geschriften: vreugde om het zijn. Ieder schepsel mag zijn plek in de schepping innemen.

Clara liet zich niet afleiden door wat er niet toe doet. Ze maakte ruimte om te durven wachten, om te zien wat je gegeven wordt. Durf niets in te vullen. Dat is moeilijk voor ons, hé? Je drukt op een knop en je hebt alles.”

Terug naar Deir Mar Moussa

In de abdij van Deir Mar Moussa is het gemeenschapsleven intussen weer op gang gekomen. Na de verschrikkingen van de oorlog konden ook de interreligieuze ontmoetingen opnieuw plaatsvinden. Mertens keerde er later terug voor een bezoek. “Het voelde als een privilege om daar te mogen zijn,” vertelt ze. “Ik voelde me getuige van de geschiedenis.”

Gerestaureerde fresco in de kerk van Deir Mar Moussa
Gerestaureerde fresco in de kerk van Deir Mar Moussa – Effi Schweizer/Wikimedia Commons

“De oorlogservaringen werden in de groep gedeeld en verwerkt door middel van getuigenissen,” vervolgt Mertens. “We begonnen met de meest gruwelijke verhalen uit de gevangenissen. Het uitgangspunt was: we moeten eerst afdalen in de hel van de oorlog om daarna de weg naar vrede te kunnen vinden. De diepte in gaan, om weer op te kunnen veren. Op zoek naar sporen van hoop — vanuit de pijn opnieuw verbinding zoeken met elkaar.”

Terug naar een theologie die ruimte maakt voor de ander

Ooit hoorde ze iemand zeggen dat er een nieuwe theologie nodig is — zowel binnen het christendom als binnen de islam — een leer die ruimte maakt voor de ander. Waarin het niet langer nodig is iemand te onderdrukken om er zelf beter van te worden. Zoals in het koranvers:

O mensheid, Wij hebben jullie geschapen uit een man en een vrouw en Wij hebben jullie tot volken en stammen gemaakt, opdat jullie elkaar zouden leren kennen(Soera 49, vers 13).

“Ik dacht bij mezelf: Een nieuwe theologie uitvinden? Die bestaat eigenlijk al! Heel het gedachtengoed van Franciscus draait hierom. Ook hij maakte zich los uit een wereld van rangen en standen. Hij streefde naar een zuiver menszijn, als schepsel van God — om broeder van iedereen te kunnen zijn. In het Zonnelied schrijft hij dat elk schepsel zijn broeder of zuster is. Ik vind het nog altijd bijzonder hoe islam en christendom elkaar daarin kunnen inspireren en versterken.”

Barbara Mertens werd in 2016 door Pax Christi Vlaanderen benoemd tot Jongerenambassadeur voor de Vrede. Wat ze in Syrië leerde, blijft een leidraad in haar werk bij TAU: dat vrede meer is dan de afwezigheid van geweld. Werkelijke vrede ontstaat daar waar mensen elkaars ziel durven zien.

Over de auteur

Martine Meijers woont in Antwerpen en groeide op in Vlaardingen (Nederland). Ze werkt als beleidsondersteunend medewerker bij het Ligo Centrum voor Basiseducatie en is redacteur van De Band, het kwartaalmagazine van de Antwerpse protestantse kerken. Voor Theologie.nl gaat ze op zoek naar persoonlijke verhalen over geloof en hedendaagse zingeving.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken