Menu

Premium

Kindermoment Andersom

1e Advent
Thema: Andersom

Deze eerste adventszondag is de eerste zondag van het project ‘Speurtocht’.

De speurtocht begint bij de voorganger die een ‘vreemd’ voorwerp vindt bij haar/zijn plek. Dan worden de kinderen en gemeenteleden op pad gestuurd, op zoek naar een volgend teken. Die twee tekens samen wijzen een weg die steeds meer richting Kerstmis gaat.

Deze eerste week begint met een zwaard en een schep, naar de bekende tekst over de zwaarden die omgesmeed worden tot ploegscharen.

Uit de Bijbel

  • Jesaja 2:1-5

  • Matteüs 24:32-44

‘Wachten duurt lang. Wat duurt dat wachten lang’, zingt Bert terwijl ze op de Sint aan het wachten zijn. Vervolgens zingt Ernie ‘wachten duurt kort, kort’ erdoorheen. Bert en Ernie laten zo zien dat wachten heel erg persoonlijk wordt ervaren. Vandaag de eerste zondag van de advent. We zijn begonnen aan de periode van uitzien naar en verwachten van het kerstfeest. En in de teksten gaat het om wachten tot het moment dat alles anders zal worden. Wachten – maar bijbels gesproken is er sprake van ver-wachten of van waken, in ieder geval is het wachten een actieve bezigheid. Zoals op wacht staan in die tijd betekende, dat je op de muren van de stad in de verte tuurde of je niet iets verdachts zag. Of tuurde naar het moment dat aan de horizon de eerste tekenen van de nieuwe dageraad zich toonden. Hoe ver is de nacht, wachter?

Hoe anders is ons waken nu! Ons waken is vooral beschermen, waken over wat we hebben: onze spullen, ons geld, de grenzen van ons land. Meer nog gericht wat er is en minder op dat wat komen gaat. Maar echt waken, wachten, geduldig kijken hoe ver het met de nacht staat?

Jezus houdt hier zijn leerlingen voor dat ze juist moeten wachten op dat wat komen gaat – als actieve bezigheid. Want zoals een dief zich niet aankondigt om te gaan inbreken, zo zal de mensenzoon zich ook niet vooraf aankondigen. Maar leef zo, dat het niet uitmaakt wanneer het gebeurt, maar juist dát het gebeurt. En ook Jesaja vraagt het aan zijn hoorders: eens zal de dag komen. Het is de moeite waard om naar die dag uit te zien en te verlangen: geen oorlog, vrede op aarde, wapens die zullen worden tot ploegscharen. Enkel nog wapens om de grond mee te bewerken en zo te zorgen voor voedsel in plaats van tekorten. Zelfs de woestijn zal openbloeien, zo lezen we op de derde zondag van de advent. Alles wat in de woestijn leeft, kan uitzien naar en wachten op dat moment. Kort maar intens. Zorg dat je dat moment niet mist. Oefen je in het geduld, dat de morgen zal aanbreken.

In de kerk

Drempelgebed

V=voorganger, K=kind, A=allen

V: We zoeken een weg naar Kerstmis.

K: Help ons, God, de sporen te zoeken.

V: Help ons de tekens te verstaan.

K: Help ons uw weg te gaan naar een wereld van vrede

A: Wees bij ons, God,

en ga met ons op onze weg.

Amen.

Kaarsenlied

De eerste adventskaars wordt aangestoken.
Steek één kaarsje aan.
Kerstfeest is nog ver.
Kijk eens naar het vlammetje.
’t Lijkt wel een ster!

Bij de plek van de voorganger ligt een (speelgoed)zwaard.
Voorganger: Wat vind ik hier nu? Een zwaard?

  • (Tegen de kinderen:) Wat moet je nu met een zwaard? (vechten, ruzie maken, iemand pijn doen)

  • Mmm. Tja. Dat brengt dus niet veel goeds dat zwaard…..

  • Ik vraag me af hoe dat ons nu verder brengt naar Kerstmis. Ik zou het werkelijk niet weten.

Laten we maar eens zien wat de bijbel ons vandaag te vertellen heeft. Wie weet helpt dat ons een beetje verder.

Lezer (eventueel een van de oudere kinderen):

Eens gaat het gebeuren, echt waar!
Eens gaat het gebeuren,
dat we de tempel, het huis van God,
boven alles uit zullen zien,
op een berg, hoger dan alle andere bergen.
En van alle kanten, van alle landen,
van alle volken,
komen de mensen ernaartoe.
En al die mensen, machtige mensen,
zullen zeggen:
‘Kom, ga mee, naar het huis van de God van Jakob.
Daar zullen we leren de weg te vinden.
We zullen de weg gaan van God.
God zal de weg wijzen
waar oorlog is tussen mensen en volken.
En al die machtige mensen, die nu oorlog maken,
die zullen van hun zwaarden ploegscharen maken
en van hun speren maken ze snoeimessen.
Er zal vrede zijn tussen alle mensen,
nooit meer oorlog.
Kom mee, allemaal, we zoeken de weg van God.

(naar Jesaja 2, 1-5)

Voorganger:

  • Aha. Hebben jullie het gehoord? Hebben jullie gehoord wat daar gezegd werd over zwaarden?

    Lees het nog maar eens!

Lezer:

  • En al die machtige mensen, die nu oorlog maken,

    die zullen van hun zwaarden ploegscharen maken

    en van hun speren maken ze snoeimessen.

    Er zal vrede zijn tussen alle mensen,
    nooit meer oorlog.
    Kom mee, allemaal, we zoeken de weg van God.

Voorganger:

  • We hebben een zwaard en we zoeken de weg.

  • (Tegen de kinderen:) Wat heb je nodig om de weg te zoeken? (kaart, navigatiesysteem, telefoon)

  • We hebben iets voor jullie.

    Deel nu de ‘tablets’ uit aan de kinderen. Zie de projectbeschrijving.

Eventueel kan de kaart die op de achtergrond van de ‘tablet’ staat via de beamer getoond worden.
Nu hebben we een kaart, maar daar hebben we niet veel aan. We moeten beter kijken. De kaarten met de ‘ingezoomde’ afbeelding van deze week worden uitgedeeld. De kinderen schuiven die in de tablet. Ook deze kaart kan via de beamer getoond worden.

Dat is beter. Nu weten we wat we moeten zoeken. Een berg, een hoge berg. Ik denk dat we daar moeten zoeken. Zou die berg hier ergens te vinden zijn?

Met de kinderen wordt gezocht naar de plek in de kerk waar de (afbeelding van) de berg te vinden is. Daar ligt een doos. Met de doos komen de kinderen terug naar de voorganger.

Voorganger:

  • Een doos. Zou er iets in zitten?

    (opent de doos en haalt de schep eruit en laat die zien. Tegen de kinderen:)

  • Een schep. Hadden jullie dat gedacht? Ik niet. Wat zouden we nou met een schep moeten doen?

  • Het is wel een speurtocht, zo!

  • Jullie nemen het licht mee naar de kinderdienst en jullie nemen ook de schep mee.

  • Ik ben heel benieuwd waar jullie mee terug komen!

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken