Kindermoment Herkenning – echt waar?
Derde zondag van Pasen
Bij Lucas 24,35-48
Uit de bijbel
Men heeft de laatste vier verzen van het evangelie dat we lezen, weggelaten, waarschijnlijk om ons niet van ons stuk te brengen, want we lezen er dat Jezus zijn leerlingen ‘toen bracht buiten de stad tot bij Betanië. Daar… werd hij in de hemel opgenomen’ (Lucas 24, 50-51). Hemelvaart vindt voor de evangelist hier te Betanië plaats, op paasavond.
Terug naar het gedeelte dat wel op het rooster staat.
Wanneer de twee Emmaüsgangers (zie de vorige zondag) aan de andere leerlingen vertellen dat Jezus opgestaan is, antwoorden ze: ‘Het is waar! De Heer is werkelijk uit de dood opgewekt en hij is aan Simon verschenen’ (Lukas 24, 34). Als Jezus een ogenblik later zelf in hun midden verschijnt, zegt hij: ‘Vrede zij met jullie’, als een groet van een bekende die het huis binnenstapt.
Maar de leerlingen zijn opnieuw van slag, als deze goede bekende in hun huis staat. Voor hen is het geen goede bekende, maar een geest (letterlijk vertaald), een geestverschijning. Zoals ze eens tijdens de storm op het meer Jezus aanzagen voor een spook (Matteüs 14,26). Angst blijkt een slechte raadgever van wat er om je heen gebeurt. Het lijkt zelfs alsof Jezus blij is om hun eindelijk de waarheid uit de doeken te kunnen doen, maar zijn uitleg en tekenen lijken niet aan te slaan. En dus helpt Jezus hen te begrijpen door een stuk vis te eten en te tonen dat hij het echt zelf is. In oude handschriften wordt trouwens vermeld dat ze Jezus vis én honing te eten geven (vers 42). En opnieuw legt Jezus hun de Wet en de Profeten (en de psalmen!) uit, maar nu door de bril van Pasen. Waar bij de Emmaüsgangers eerst de uitleg kwam en daarna het teken van Jezus’ wezen, is het nu andersom. Jezus toont eerst wie hij is, en legt daarna de Schrift aan hen uit. Pas dan zijn de leerlingen in staat de boodschap van Jezus (vers 46-47) uit te dragen in de wereld. Hier combineert Lucas het zendingsbevel van Jezus uit Matteüs 28 met de slotwoorden van Johannes 20 over het vergeven van de zonden.
In de kerk
Roep de kinderen naar voren en groet ze allemaal persoonlijk, bijvoorbeeld door ze een hand te geven of door ze bij hun naam te noemen (als je alle namen kent!)
Leg dan uit dat een groet ook vaak een wens is.
Bijvoorbeeld ‘goeiemorgen’ wat letterlijk betekent dat je iemand een goede (fijne, mooie) morgen of dag wenst. Of de groet zoals we die kennen in jodendom en islam waar mensen elkaar begroeten met ‘sjaloom’ of ‘salem’ wat vrede (voor jou) betekent
Ook al zeggen we ook vaak gewoon ‘hoi’ tegen elkaar of ‘doeg’ als we weggaan. Soms is het goed om even stil te staan bij wat je zegt als je iemand goedendag zegt. Dat is ook wat we in de kerk doen, even stil staan bij dingen die we soms zo gewoon vinden. Bijvoorbeeld dat er iedere dag weer licht is. Natuurlijk omdat de zon opkomt, maar ook omdat God vanuit de hemel naar ons glimlacht en ons een goede dag wenst.
Extra: versje
Goeiemorgen, goedendag.
Hoe gaat het met jou? Goed met mij!
Je zegt het honderd keer per jaar,
maar hoe vaak denk je er iets bij?
Sta even stil en wens dan oprecht
een fijne ochtend, een mooie dag –
dat er vrede mag zijn in je leven vandaag
warmte, een knipoog, een lach.
Auteur ‘Uit de Bijbl’: Joost Schelling.
Auteurs ‘In de kerk’: Manon Bommer, Gerard Damen, Marianne Houben, Evert van Leersum, Lise Miedema.