Kindermoment Zacharias
1e advent
Bij Zacharia 14, 4 – 9 en Lucas 1, 5-25 (Alternatief)
Deze eerste advent gaat Bonnefooi van start met het project onder de titel ‘Hemelse boodschappen’.
Het is 1e advent: Zacharias is met stomheid geslagen als hij hoort dat hij en zijn vrouw op late leeftijd nog een zoon zullen krijgen. Johannes is zijn naam.
Bij de Bijbel
Wanneer we de twee boeken die Lucas geschreven heeft (het evangelie van Jezus en de Handelingen van de apostelen) samen lezen, dan begint zijn verhaal in Jeruzalem en eindigt het in Rome. En tussen deze twee polen, tussen wet en wijsbegeerte, tussen de Joodse Thora en het Romeinse recht speelt deze bijzondere geschiedenis zich af.
Het begint allemaal in de tempel, in het hart van de traditie; waar we een priester vinden die sprakeloos wordt. Die niet meer kan spreken, misschien wel omdat hij niets meer te zeggen heeft. Opvallend genoeg verstomt het oude verhaal pas, wanneer er een nieuw verhaal aangekondigd wordt. Maar zo vreemd is dat ook weer niet. Want als de traditie geen antwoord meer kan geven op de nieuw ontstane situatie, dan zal er een nieuwe uitleg, een nieuwe theorie, een nieuw perspectief gevonden moeten worden. Tenminste, dat is de gewone gang van zaken. Zo gaat het binnen de cultuur, binnen de wetenschap, binnen de ontwikkeling van het recht. Nieuwe inzichten vervangen de oude theorieën. En het oude kan op een gegeven moment als afgeschreven worden beschouwd.
Maar dat is niet hoe Lucas het verhaal overlevert. Hier ontkiemt het nieuwe in het oude. Het zijn juist Zacharias en Eliasabet, die verbonden zijn met alles waar de Thora voor staat, waar het evangelie mee begint. De oude godsdienst lijkt afgedaan te hebben, onvruchtbaar te zijn. Maar God zelf blaast dit oude verhaal nieuw leven in. Wat al bij de aartsmoeders in Israël begon, krijgt ook hier gestalte wanneer Elisabet zwanger wordt.
Zo weet Lucas een brug te slaan naar het verleden; het nieuwe testament is op geen enkele wijze te verstaan zonder het oude testament. Tegelijkertijd kondigt zich een nieuw perspectief aan. Het begint in Jeruzalem maar de lijn naar Rome is al uitgezet; de naam van Herodes, zetbaas van het Romeinse Rijk wordt terloops genoemd. Wat begonnen is in Israël wordt nu gericht op de gehele bewoonde wereld.
Maar dat gebeurt niet door er een algemeen verhaal van te maken. Er wordt geen beroep gedaan op een religieus besef dat iedereen kan delen. De bijzondere weg die God gaat met zijn volk, krijgt nu een vervolg in de bijzondere geschiedenis van deze ene mens die in ons midden verschenen is. Maar zover is het nog niet. Eerst is er de voorloper. Johannes is zijn naam. Want God is genadig. Zoals hij gisteren heeft laten zien, zo zal het ook vandaag zijn.
In de kerk
V= voorganger, J= jongere of leiding van de kinderdienst en A= allen
Bemoediging
V: Wij vinden hulp en steun bij de Heer
A: die hemel en aarde gemaakt heeft.
J: Tot U, Heer,
strekken we onze handen uit
omdat we geloven dat uw handen
de onze niet zullen loslaten.
A: De belofte van uw komst in de wereld
blaast u nieuw leven in. Amen.
Om te zeggen bij het aansteken van de 1e adventskaars
Het donker wordt licht. De eerste kaars mag branden.
Een glimp in de nacht. Er wordt een kind verwacht.
Wat goed! Wat mooi! Een gevleugeld bericht!
Vier weken, vier weken en dan wordt het licht.
Moment met de kinderen
De voorganger kan ook iemand van de kinderdienst zijn.
Een oude meneer (Zacharias) brengt een doos de kerk binnen. Hij zegt niets. Hij geeft de doos aan de voorganger.
-
Voorganger: ‘Dag meneer, wie bent u?
De man laat een briefje zien met het woord Zacharias er op.
-
Voorganger: ’En waarom krijgen wij deze doos?’
De man zegt niks. Wel gebaart hij naar de doos ‘maak maar open’. -
Mogen we ‘m openmaken? Wat vinden jullie daar nou van jongens? Zullen we de doos maar eens openmaken? (Uit de doos komen allemaal babyspullen, een flesje, een luier, een rompertje).
-
Voorganger: ‘Waar is dit voor, denken jullie?’ (Voor als er een baby komt).
Ja, ik denk dat ik het al snap. Die meneer is Zacharias. In de kinderdienst gaan jullie nog meer over hem horen. Over waarom hij niet met ons praat én over de babyspullen. We hebben ook nog een lied dat we gaan zingen, maar nu hebben we wel een probleem. Want in het lied zingt Zacharias ook een stukje. Zacharias, je kunt niet praten, maar zeker ook niet zingen hè? Zal ik dan het stukje voor Zacharias zingen, dan zingen jullie met de gemeente de eerste regel.Meer informatie op www.kinderdienst.nl.