Kinderverhaal en tienermoment bij Lucas 4:31-37
Allen waren verbijsterd. Ze bespraken het voorval met elkaar en zeiden: ‘Wat zijn dat voor dingen die hij zegt? Hoe komt het dat hij het gezag en de macht heeft om onreine geesten zijn bevelen te geven zodat zij de mensen verlaten?’
Lucas 4:36
Vooraf
Jezus is de baas over onreine geesten. Kijk ter voorbereiding eens in kinderbijbels hoe met dit verhaal omgegaan wordt. In Woord voor Woord van Karel Eykman en Bert Bouman wordt het verhaal van de demonenuitdrijving uit Lucas 8 verteld. Prachtig wordt daar beschreven hoe een mens de andere mensen schrik aanjaagt. Voor de kinderen en de jongeren denken we na over mensen die andere mensen schrik aanjagen. Jezus zorgt dat mensen bezeten door demonen terugkeren tot hun kern.
Voor de kinderen:
Kees houdt niet van tante Gonda.
Ze is anders. Ze heeft een bontje om haar nek en ze praat heel hard.
Kees gaat naar zijn kamer als tante Gonda komt.
Mama praat gewoon met tante Gonda.
Kees begrijpt er niets van.
‘Je moet haar niet meer uitnodigen’, zegt hij.
Maar mama lacht hem uit.
‘Tante Gonda is best aardig’, zegt zij. ‘Je moet door al haar veren heenkijken.’
Ze heeft helemaal geen veren. Dat zegt mama maar.
‘Kom er nou maar gewoon bij zitten.
Je moet niet bang voor haar zijn. Tante Gonda is eenzaam. En dat heeft haar een beetje anders gemaakt. Maar als we gewoon met haar praten, is ze best aardig.
We zullen haar eens vragen om van vroeger te vertellen.
Dan zal je zien dat ze heel veel te zeggen heeft.
Ik zeg gewoon dat ze niet zo hard moet praten, omdat jij daar bang van wordt.’
Voor de jongeren:
Als tiener liepen we iedere week aan het begin van de dinsdagavond met een groepje de lange dijk af om naar het zwembad te gaan. Aan het water woonde een vrouw. Volgens mijn vriendinnen was ze een heks. Onderling liepen we te griezelen. Ze zeiden: ‘We gaan belletje trekken.’ Ik wou niet meedoen. Mijn moeder zei dat heksen niet bestonden. Maar de anderen waren heel beslist: het was een eng mens.
Ik denk nog wel eens aan die vrouw in haar huis langs het water. Waarom waren we bang van haar? Heksen bestaan niet. Dat wisten we allemaal. Maar ze was anders. Was ze psychisch ziek? Ze liep in zichzelf te mompelen, kon plotseling schreeuwen. Ik denk dat jij ook wel mensen kent die anders zijn dan anderen. In de stad waar ik later woonde, liepen meer mensen rond die mij weleens bang maakten, omdat ze anders waren. Ik heb toen geleerd dat het helpt met mensen in gesprek te gaan. Onder al het geschreeuw woont een heel gewoon mens.