Menu

Basis

Laat je niet voor de gek houden

Over pastoraat aan ‘millennials’ – de generatie die geboren is in de jaren 80 en 90.

Noorderlicht Rotterdam bestaat sinds 2012 en van meet af aan komen in deze gemeente binnen de Protestantse Kerk in Nederland vooral twintigers en dertigers. In het begin waren er enkele tientallen jonge mensen betrokken, maar inmiddels is deze gemeente uitgegroeid tot een gemeente op drie locaties met meer dan 500 leden/betrokkenen. Het grootste deel van die 500 mensen, en ook van de schil aan belangstellenden eromheen, bestaat uit twintigers en dertigers, oftewel millennials. Het zijn voor een deel studenten, maar vooral yuppen die volop in het werkende leven staan. Zij hebben het druk met werk, maar vaak ook met de dingen die ze naast het werk doen, zoals sport, nascholing, sociale dingen. Sommigen van hen zijn een gezin gestart en hebben het dus ook nog eens druk met jonge kinderen.
Vanaf de start van Noorderlicht ben ik de pionier-predikant en probeer ik dus ook pastor te zijn van de millennials uit de gemeente. In dit pastor-zijn heb ik een vijftal dingen ontdekt die, zo vermoed ik, relevant zijn voor iedereen die vanuit de kerk werkt met millennials.

1 Wacht niet af en let goed op signalen

Allereerst: als ik zou afwachten tot de millennial om een pastoraal gesprek vraagt, dan zou ik zelden tot nooit pastorale afspraken hoeven maken. Bovendien kon ik de mensen die in onze gemeente beschikbaar zijn voor pastorale gesprekken wel van hun taak ontheffen. Want die paar vragen per jaar kon ik dan in mijn eentje gemakkelijk aan.
Waarom vragen zij niet om pastoraat? Een reden kan zijn dat hen nooit is geleerd dat de kerk er ook voor je is als je ergens zelf niet uitkomt, of in tijden van verdriet of moeite. Een deel van onze gemeente heeft sowieso geen kerkelijke achtergrond, zij weten dus ook vaak niet wat je van de kerk kunt verwachten. Daarom zoekt men het geregeld direct bij een psycholoog (o.i.d.) als men moeite ervaart.
De belangrijkste reden echter dat millennials niet voor pastoraat aankloppen, is naar mijn idee vooral dat men hulp vragen zo moeilijk vindt. Dat ervaart men als falen.
En falen is voor een millennial eigenlijk geen optie. Het moet goed gaan, er moet gepresteerd worden, men moet een leuk leven hebben. Die druk is behoorlijk hoog. Daarom is het voor een millennial zeker niet vanzelfsprekend om ‘iemand van de kerk’ op de hoogte te brengen als het niet goed gaat. Soms kom ik er daarom pas na maanden achter dat iemand thuis zit van zijn werk. Of word ik op de hoogte gesteld van een scheiding, terwijl in het proces daarnaartoe men nooit iets heeft laten weten.

Ik wacht dus niet af tot de millennials zelf naar me toe komen, maar ik probeer actief te informeren naar mensen als ik ze mis of als ik om een of andere reden vermoed dat er iets aan de hand is. Toen ik daarmee begon, was ik bang dat men dat als sociale controle zou ervaren. Niets bleek minder waar – men waardeerde dat er aan hen gedacht werd.

Wat ik verder probeer, is om goed te letten op signalen. Iemand kan zomaar in een tussenzin mailen dat ze ‘lichtelijk overspannen’ is of ‘het contract niet werd verlengd’ of ‘het even wat minder ging’. Daar hoeft niet veel achter te zitten, maar bij doorvraag blijkt er toch zomaar het nodige te kunnen spelen.

2 Een ‘gewoon’ gesprek kan zomaar een pastoraal gesprek worden

Het tweede wat ik heb ontdekt, is dat je moet opletten als je een millennial spreekt. Er kan namelijk zomaar een pastoraal gesprek ontstaan of een ‘gewoon’ gesprek kan een heel pastorale wending krijgen. Daarom probeer ik zoveel mogelijk twintigers en dertigers uit mijn gemeente te spreken. Ik doe bijvoorbeeld met iedereen die aanhaakt bij Noorderlicht een kennismakingsgesprek. Dat betekent in de regel dat ik vaak ten minste twee millennials per week goed spreek over leven, werk, geloof, kerk, wat ze zoeken en wat ze zouden willen bijdragen.
Zonder uitzondering vindt men zo’n persoonlijk gesprek met de dominee waardevol. Gewoon vanwege de persoonlijke aandacht. Waar komt het nog voor dat iemand een uur de tijd voor je neemt om je gewoon eens te horen (en niet iets van je te moeten)?
Lang niet altijd gaan die gesprekken enorm de diepte in en er komen ook zeker niet altijd ingewikkelde problemen boven water. Maar soms gaat het ook zomaar over geloofstwijfels of moeite met verbinding of een lastige privé- of werksituatie.  Datzelfde kan bij huwelijksgesprekken gebeuren en dan kom ik erachter dat zo’n twintiger enorm belast is met een moeilijke jeugd, of te maken heeft gehad met een vechtscheiding van de eigen ouders. In zulke gesprekken komt het er dan opeens op aan.  Dit kan ook een band geven met jou als dominee en daardoor ook met de kerk.

Je zou dit ‘toevallig pastoraat’ kunnen noemen. De gesprekken hebben niet per se een pastorale insteek, maar het kan zomaar gebeuren dat je op onderwerpen komt die de nodige pastorale gevoeligheid van jou als pastor vragen. Zulk ‘toevallig pastoraat’ kan ook plaatsvinden na afloop van een overleg of ergens in de wandelgangen van de gemeente. Opletten dus.

3 Houd de drempel laag en wees toegankelijk

De derde les voor mij is geweest om de drempel laag te houden. Een dominee die op bezoek komt, dat ervaren mensen soms wel als ‘heel wat’. Terwijl een kop koffie drinken – in de kerk of op een terras – veel makkelijker voor hen is. Die laagdrempeligheid probeer ik er zelf ook in te houden door wat vrijblijvend een afspraak te suggereren. Een ‘we kunnen een keertje een kop koffie erover drinken’, klinkt voor een millennial beter als ‘het lijkt me goed dat ik hier eens met je over doorpraat’. Het eerste geeft ruimte, het tweede niet.
Sowieso is toegankelijkheid als pastor een belangrijke waarde in het pastorale contact met millennials. Dit uit zich ook in whatsapp-contact of een mailtje – dat zijn voor hen meer gebruikelijke communicatielijnen dan bijvoorbeeld telefonisch contact. Hoe makkelijker je te benaderen bent, hoe eerder ze tot een afspraak zullen overgaan.

4 Bied empathie en uitdaging

Als vierde aandachtspunt: Ik heb de indruk dat er in de kerk op twee manieren naar millennials gekeken wordt: heel kritisch (‘die verwende’ millennials) of men pakt ze met fluwelen handschoentjes aan, omdat men doodsbang is dat de laatste millennials de kerk verlaten.
Beide benaderingen lijken me onvruchtbaar. Millennials zijn geen betere of slechtere mensen dan mensen uit andere generaties. Ze hebben daarom net zoveel empathie nodig als andere mensen én ook zij hebben het nodig om bevraagd en uitgedaagd te worden. Comfort and challenge – in het pastoraat komt het als het goed is allebei naar voren. Al is er soms vooral comfort nodig en op andere momenten vooral challenge.
Om het anders te zeggen, ze hebben zowel genade als waarheid nodig. Extra veel genade in een wereld waarin ze voortdurend beoordeeld en afgerekend worden. Maar ook extra veel waarheid in wereld met veel schijn – bevraag hen daarom maar eerlijk en oprecht. Dat is goed voor millennials en dat kunnen ze best hebben.

5 Laat je niet misleiden door de buitenkant

Wat ik, ten vijfde, vooral geleerd heb over millennials is: laat je niet misleiden door de buitenkant. Dat deed ik eerst wel. Ik weet nog dat ik in de beginperiode van Noorderlicht – in 2012 – weleens dacht: dit zijn allemaal mensen die de wind mee hebben.
Inmiddels weet ik wel beter. In zoveel van die mooie, jonge en geslaagde millennials gaat de nodige pijn uit het verleden schuil. Uit een langer of korter verleden.
Vanuit hun jeugd hebben ze soms relatie-ellende van hun ouders meegenomen, is men gepest of buitengesloten, of heeft men een verlies geleden dat zich nog altijd laat voelen. |
In hun vroege adolescentie hebben ze soms de pijn van verbroken relaties ervaren of waren er moeilijkheden op de opleiding.
En dan kunnen er nog problemen zijn waar ze middenin zitten, bijvoorbeeld relatiestress, problemen op het werk, verschijnselen van burn-out of een bepaalde eenzaamheid. Daarnaast kan er de last zijn van zingevingsvragen. Leef ik het leven dat ik zou moeten leven? Wat zou God willen dat ik kies? Hoe ben ik van betekenis voor mijn omgeving?
Achter die vlotte verschijning en dat verzorgde social media profiel kan dus van alles schuilgaan. Dat hoeft niet – er zijn ook allerlei twintigers met wie het prima gaat en die vrolijk meedoen met de kerk. Maar ga daar als pastor niet vanzelfsprekend van uit.

Een goed pastoraal klimaat

Hierboven heb ik de nadruk op gelegd wat ik als opvallend ervaar in het pastorale contact met millennials. Het zijn aandachtspunten. Maar voor de rest: millennials zijn net mensen. Ze hebben aandacht nodig, het gevoel dat ze van waarde zijn, een luisterend oor. Ze zijn geholpen met iemand die van godswege met hen meedenkt, ze liefdevol bevraagt. En ook iemand die ze helpt God op het spoor te komen, die hen een Woord voor onderweg meegeeft, iemand die voor hen bidt. Dat laatste is misschien wat je nog het beste kunt doen als pastor. Met ze bidden. Maar dat geldt niet alleen voor millennials die op je pad komen. Dat geldt misschien wel voor iedereen die jouw pastorale pad kruist.

Ten slotte: nog belangrijker dan een goed pastoraal contact met de dominee (of kerkelijk werker of ouderling of andere pastorale vrijwilliger) is een goed pastoraal klimaat in de gemeente. Zijn er in de gemeente plekken waar je als millennial met je vragen en issues terecht kunt? Is er een sfeer waar je open kunt zijn over je kwetsbaarheden? Zijn er mensen die je aanhoren en voor je bidden? Zijn er groepen waar je verbinding ervaart en gesprek over geloofs- en zingevingsvragen kunt hebben? En als het niet goed met je gaat, zijn er dan mensen in de gemeente die je appen of contacten? Als dat zo is, is de kerk een plek waar millennials van opknappen.

Niels de Jong is predikant bij Noorderlicht Rotterdam.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken