Over godsdienstig fanatisme en religieus commitment – door dr. Mirjam van Veen
![Praktische theologie [2;1]](https://www.theologie.nl/wp-content/uploads/2021/10/Praktische-theologie-21-1140x570.png)
De “reaguurders” in Nederland zijn het roerend met elkaar eens: zonder religie zou de wereld er een stuk beter aan toe zijn. Gelovigen zijn intolerant en hypocriet en veroorzaken aan de lopende band conflicten. Religies zijn kortom de bron van haat en nijd, van zinloze bloedige oorlogen. Toegegeven: het “track record” van religies op het gebied van conflicten is niet briljant. Toch kwamen de eerste aanzetten tot religieuze tolerantie en tot conflictbeheersing juist van gelovigen.
Sebastian Castellio (1515-1563) was zo’n pleitbezorger voor religieuze tolerantie. Castellio werd groot in een eeuw die bol stond van het religieus geweld. Zoals veel van zijn tijdgenoten was hij een vluchteling. Geboren in de Savoye had hij zijn toevlucht gezocht en gevonden in Zwitserland. Vanuit Bazel zag Castellio hoe Frankrijk kraakte onder het religieus geweld en onder het godsdienstig fanatisme van de zestiende eeuw bijna te gronde ging. Met verbijstering aanschouwde hij hoe in Genève in 1553 een ketter levend werd verbrand.
Castellio stond met zijn verbijstering niet alleen. Dopers werden bijna overal in het Europa van de zestiende eeuw na het leven gestaan. Uit die hoek kwamen de eerste protesten tegen het religieuze geweld: het was volgens hen stomweg oneerlijk dat mensen die in overeenstemming met hun geweten wilden leven, werden vervolgd. In verschillende geschriften protesteerden deze dopers tegen het onrecht dat hen werd aangedaan.
Maar Castellio schreef een geleerd betoog. Met fraaie zinnen en met kracht van argumenten bepleitte hij religieuze tolerantie. Zijn betoog was op twee pilaren gebouwd: de bijbel en de twijfel. Volgens Castellio leerde de bijbel religieuze tolerantie. Jezus stond aan de kant van de vervolgden en niet van de vervolgers. Hij was immers zelf vervolgd en was immers zelf het slachtoffer geworden van blinde haat. Bovendien had Jezus volgens Castellio zijn leerlingen onderwezen het geloof van anderen niet te beoordelen maar dat over te laten aan God.
Naast deze bijbelse argumenten gebruikte Castellio de twijfel om zijn pleidooi te ondersteunen. Geloof was wat anders dan wetenschap; geloofskennis was van een andere orde dan natuurkundige kennis. Twijfel had zijn waarde. Twijfel verhinderde dat een mens volhardde in een vergissing; twijfel stelde een mens in staat het gesprek met een ander aan te gaan. Door een gebrek aan twijfel hielden mensen langer dan nodig vast aan onjuiste opvattingen en door een gebrek aan twijfel vervolgden zij mensen met andere opvattingen dan de hunne. Niet geloof was kortom de bron van alle ellende, maar valse zekerheid.
Castellio’s pleidooi voor tolerantie was in de zestiende eeuw geen succes. Tijdgenoten zagen in religieuze diversiteit een gevaar voor de eenheid van een samenleving. Castellio vond onder anderen Johannes Calvijn tegenover zich. Bij geloof hoorde volgens Calvijn zekerheid. Geloof bood mensen houvast, was een anker in woelig baren. Calvijn wist zeker dat wie een keer begon met twijfelen geen geloof overhield.
De strijd tussen Calvijn en Castellio werd een cultuurclash. Het was een botsing tussen twee vluchtelingen die op geheel verschillende wijze reageerden op het religieuze geweld van hun tijd; het was een strijd tussen twijfel en zekerheid; een polemiek over eenheid en diversiteit. Calvijn won in eerste instantie het gevecht. Beter dan Castellio verstond hij de tijdgeest en begreep hij de noodzaak van een vast fundament. Maar in de Verlichting en in de twintigste eeuw maakte Castellio zijn come-back: hij bleek de voorloper te zijn van een nieuwe tijd.
—
In haar nieuwe boek De kunst van het twijfelen. Sebastian Castellio: humanist, calvinist, vrijdenker beschrijft Mirjam van Veen (als onderzoeker verbonden aan de faculteit Godgeleerdheid van de VU) dit boeiende gevecht. Zij beschrijft Castellio’s eigen zoektocht naar nieuwe wegen en zijn polemiek met Calvijn. De kunst van het twijfelen is een boek over godsdienstig fanatisme en religieus commitment, over zekerheid en twijfel en over de koortsachtige zoektocht naar nieuwe geloofsvormen. Eerder verscheen bij Uitgeverij Meinema van haar hand het boek Een nieuwe tijd, een nieuwe kerk. Over de opkomst van het ‘calvinisme’ in de Lage Landen.