Over pijn zingen – samen zingen in het pastoraat
Het is intiem. Maar er zijn momenten waarop het kan: samen zingen in het pastoraat. En niet zelden zijn die momenten tot rijke zegen.
Ze was hoogbejaard en zo dement geworden dat ze naar een verpleeghuis moest.
Ik zocht haar op: een vrouw die mij misschien niet eens herkennen zou.
Ik kreeg gelijk.
Ze zat een beetje ineengebogen in haar rolstoel. Ze hadden haar naar een klein kamertje gebracht. ‘Kunt u rustig even praten met de dominee!’
Maar van praten kwam niks. Ze mummelde maar wat.
Wie ik was? Ze wist het niet. Wat ik kwam doen? Ze had geen idee.
Waarom ze daar was? Ze kon het niet raden.
Ten einde raad nam ik mijn psalmboek.
‘Zullen we wat zingen?’, zei ik.
Iets bekends, dacht ik.
En ik zong. Een psalm. Psalm 116, in haar eigen, vertrouwde, oude berijming.
God heb ik lief, want die getrouwe Heer
hoort mijne stem, mijn smekingen, mijn klagen.
En warempel, ik had de eerste regel nog niet gezongen of ze zong met me mee! De tweede regel, het hele vers uit.
Hij neigt zijn oor, ‘k roep tot Hem al mijn dagen,
Hij schenkt mij hulp, Hij redt mij keer op keer.
‘U kent het, hè? Zullen we nog een versje zingen?’
Ze zei niks. Ze zei geen ja, ze zei geen nee. Ik zong. En zij zong mee, mij af en toe zelfs vooruit.
D’ eenvoudigen wil God steeds gadeslaan,
‘k was uitgeteerd, maar Hij zag op mij neder.
Keer, mijne ziel, tot uwe ruste weder:
gij zijt verlost, God heeft u welgedaan!
Iemand zei ooit: ‘Het geloof is als een vogel, die zingt als de nacht nog donker is.’ En zo is het. Soms zing je, alleen of samen, bijna tegen beter weten in, als een voorbode van de dag die nog moet komen.
Zingen zeer gewenst
Samen zingen in het pastoraat: hoe wenselijk is dat?
Zeer gewenst, zou ik willen zeggen, denkend aan wat ik hierboven schreef. Soms is praten niet meer mogelijk. Soms nog wel, maar vaak schieten woorden tekort. Goddank is daar dan de kracht van het lied. Het klaaglied. Het vraaglied. Het loflied. Gezangen. Geestelijke liederen. En Psalmen: ‘Het manna van de kerk’, zei John Donne.
Zingen is dansen met je hart. Zingen is ook knielen met je ziel. Dat samen te doen is heel intiem. Maar er zijn momenten waarop het kan. En niet zelden zijn die momenten tot rijke zegen.
‘Cantare amantis est’, zo meende Augustinus. Zingen is een zaak van minnaars. Zingend zeg je tegen de Eeuwige wat je met de meest indringende gebeden niet zeggen kunt.
Niet zomaar
Natuurlijk is enige voorzichtigheid geboden. Je moet redelijk op toon kunnen beginnen, als je samen zonder begeleiding zingt. En je moet ook een beetje wijs kunnen houden, wil het niet een muzikaal debacle worden. Maar met een beetje goede wil kom je een eind. Zo’n pastoraal koraal behoeft nu ook weer niet een professionele zanguitvoering te worden.
Vanzelfsprekend is het kennen van de tekst een eerste vereiste. Bij twijfel niet inhalen, maar ervoor zorgen dat je de tekst, eventueel in een liedbundel, bij je hebt. En waarom geen kleine verzameling met bekende liedteksten meegenomen, simpel op een A-viertje, altijd bij de hand in je zakbijbel?
Nooit zou ik zomaar beginnen te zingen. Altijd even vragen of zoiets gewenst is. Als praten niet meer kan, is dan toch altijd nog een afwerend gebaar mogelijk.
En als de ander op geen enkele wijze laat blijken blij te zijn met zo’n zanginitiatief? Houd het dan kort, om niet de contemplatie te doen omslaan in frustratie en irritatie.
Tegen de klippen op
Over pijn zingen. Ik ontleen de titel van mijn bijdrage aan een boek over rouwverwerking van Willem Zuidema en andere auteurs: Betekenis en verwerking. Daarin staat een hoofdstuk geschreven door rabbijn Izak Vorst, getiteld: ‘Overpeinzingen – over pijn zingen’. Een indrukwekkende woordspeling.
In de kerk mogen we niet alleen over pijn zingen (het klaaglied verdient een prominente plaats in elk kerkelijk liedboek), maar mogen we ook over de pijn heen zingen. ‘Het loflied overstemt de klacht!’
Niet voor niets gaf Willem Barnard als advies tegen zwaarmoedigheid: ‘Zingen, veel zingen en een dagboek bijhouden.’ Hij heeft het zelf beide gedaan en dat was nodig ook.
Over pijn zingen. Een overlevende uit de Holocaust vroeg aan zijn rabbi: ‘Wilt u maken dat ik weer kan huilen?’
De rebbe schudde zijn hoofd en zei: ‘Dat is niet genoeg. Ik zal je leren zingen.’
Over pijn zingen. Omdat je zingend blijft geloven, tegen de klippen op: ‘Ik was uitgeteerd, maar Hij zag op mij neder.’
Dr. André F. Troost (Ermelo) is predikant en schrijver. Hij publiceerde onder andere bundels met liedteksten, zoals Zingende gezegend, Voorzichtig licht, en Mijn armen om je heen.
Zowel het in 2013 verschenen Liedboek – zingen en bidden in huis en kerk als de in 2015 verschenen evangelisch-protestantse liedbundel Hemelhoog bevat tal van liederen van zijn hand.Via de website van André Troost is een register van al zijn liederen te downloaden, ook enkele recente liedteksten zijn daar te vinden.