Menu

Premium

Preekschets Lucas 24:45 – Hemelvaart

Lucas 24:45

Hemelvaartsdag

Daarop maakte hij hun verstand ontvankelijk voor het begrijpen van de Schriften.

Schriftlezingen: Lucas 24:44-53; Handelingen 1:1-11

Het eigene van de dag

Pas in de vierde eeuw werd de veertigste dag na Pasen gevierd als de dag van de hemelvaart van Christus. Tot die tijd bleef de herinnering aan de opneming van Jezus in de hemel nauw verbonden met het paasfeest. Opstanding en hemelvaart lagen in elkaars verlengde. Hemelvaart is de meest onbekende dag onder de christelijke feestdagen, zowel buiten als binnen de kerk. Het is de meest genoemde dag ook als het er om gaat een christelijke feestdag in te wisselen voor een feestdag van een andere religie. Ook in de kerk is er merkbaar verlegenheid met de viering van Hemelvaartsdag. Dauwtrappen, kerkdiensten op een extra vroeg tijdstip, wandelen, een kleiner aantal kerkbezoekers dan gebruikelijk op zondagmorgen, het zijn allemaal signalen die aangeven dat zelfs kerkleden niet goed raad weten met deze dag. Blijkbaar is het moeilijk de betekenis van Hemelvaartsdag duidelijk te maken en moet ook ons verstand steeds ontvankelijk worden gemaakt voor het begrijpen van de Schriften.

Uitleg

In het evangelie vertelt Lucas het verhaal van paasmorgen en hemelvaart als in één adem: het lege graf en de ontmoeting met twee mannen bij het graf, het verhaal van de Emmaüsgangers en aansluitend, bij hun terugkeer naar Jeruzalem, de verschijning van Jezus in een grote kring van leerlingen. De woorden uit de lezing moeten in die laatste situatie worden geplaatst. Lucas geeft in het evangelie geen tijdsaanduiding voor de hemelvaart van Jezus. Daardoor kan het zomaar lijken of de uitleg en de laatste instructie die Jezus aan zijn leerlingen geeft en zijn zegenend afscheid op één en dezelfde dag plaatsvinden.

Dat is anders dan in het boek Handelingen, waar gesproken wordt over veertig dagen lang verschijningen en ontmoetingen. Bijna vanzelf strijken we dat verschil glad. We vieren tenslotte niet voor niets op de veertigste dag na Pasen het feest van hemelvaart. Maar wie de verschillen tussen de beschrijvingen uit het evangelie volgens Lucas en uit het boek Handelingen laat bestaan, ziet misschien wel andere facetten van deze feestdag.

Dan valt bijvoorbeeld in het evangelie op dat een patroon van de opstanding zich herhaalt, ook rond de hemelvaart. Jezus verschijnt na de opstanding aan leerlingen en na herkenning verdwijnt hij onmiddellijk weer uit hun midden. Zo wordt het in ieder geval uitgebreid verteld over de Emmaüsgangers en tussen neus en lippen door over de verschijning aan Simon. Je zou kunnen zeggen dat in het evangelie ook de hemelvaart zo’n verdwijning is. Als voor de leerlingen duidelijk is geworden dat hun ongerustheid over kan zijn en ze zich niet meer hoeven te verbazen, kan Jezus werkelijk afscheid van hen nemen: ze weten, dankzij de uitleg met de Schriften in de hand, hoe het er voor staat.

Dat hun houding er één van verstaan is, blijkt uit de laatste verzen van het evangelie. Er is sprake van hulde, grote vreugde en lof aan God in de tempel. Dat is een andere houding dan die na de hemelvaart in het boek Handelingen wordt beschreven. Daar is sprake van staren naar de hemel (in verwondering, in verlatenheid, in verstarring?) en terugtrekken voor vurig gezamenlijk gebed. In het evangelie benadrukt Lucas de lofprijzing die ook in Psalm 47, de Hemelvaartpsalm, zo ruim aanwezig is. Ook met de grote vreugde lijkt het verhaal in Lucas rond: de eerste grote vreugde wordt aangekondigd door de engel in Lucas 2:10.

De hemelvaart van Jezus is voor de leerlingen reden om God te prijzen. Omdat ze inzicht hebben gekregen in de geschiedenis van Jezus en uiteindelijk begrijpen hoe alles zo heeft kunnen gaan, kijken ze blijkbaar met vertrouwen naar de toekomst. Dat verstaan kan nu pas komen, aan het eind van het verhaal. Eerder in Lucas (zie 9:45 en 18:34) is er nog sprake van onbegrip.

Die uitleg kan niet zonder de wet van Mozes, de profeten en de psalmen. Op grond daarvan verstaan de leerlingen. Uitleg uit wet en profeten zijn we vaker tegengekomen (zie 24:27). Dat ook de psalmen worden genoemd, is bijzonder. Het is jammer dat Lucas met al zijn gedegenheid geen verdere aanwijzingen daaruit geeft. Wie de weg van Jezus wil begrijpen, moet ook putten uit de bronnen van het volk Israël. Zonder die woorden blijft het verhaal van Jezus onbegrijpelijk. Dat geldt ook voor de hemelvaart.

Het evangelie wordt met een zegen afgerond. Het lijkt of met het zegenende gebaar van Jezus het evangelie ook daadwerkelijk rond is. Waar Zacharias aan het begin van het evangelie slechts zijn handen kan heffen in een zegenend gebaar, voegt Jezus er nu ook woorden aan toe. Daarna gaan de leerlingen naar de tempel. Daar begon het evangelie ook: in de ontmoeting tussen Gabriël en Zacharias.

Jezus maakt het verstand van zijn leerlingen ontvankelijk. Daarvoor gebruikt Lucas het woord diènoiksen dat hij in dit hoofdstuk al eerder gebruikt: in vers 31 bij het openen van de ogen van de Emmaüsgangers en in vers 32 bij het openen van de Schriften. Het is jammer dat de nbv daarvoor drie verschillende woorden gebruikt.

In het evangelie is de ten hemelopneming blijkbaar zichtbaar voor de leerlingen. Er is geen sprake van een wolk die Jezus aan hun ogen onttrekt. Het is apart dat Lucas dat onderscheid tussen evangelie en Handelingen maakt. De wolk heeft tenslotte stevige bijbelse papieren. De wolk legt bijvoorbeeld een verbinding met het verhaal van de verheerlijking (Luc. 9:28vv.). Daar werd Jezus nog buitengesloten, in het verhaal van Handelingen wordt hij in de wolk opgenomen. De wolk geldt als metafoor voor Gods aanwezigheid én verborgenheid en tegelijk kent de Bijbel de wolk als voertuig voor God (bijv. Ps. 104:3).

Aanwijzingen voor de prediking

Wat is het belang voor de hoorder van vandaag voor het verhaal van de hemelvaart? Gezien de verlegenheid die rond hemelvaart speelt, lijkt het extra van belang de Bijbel te laten spreken. Om de verschillende woorden uit evangelie en Handelingen naast elkaar te zetten en zo ruimte te scheppen voor meer dan de altijd weer terugkerende ‘wolkenwagen’. Nu in het evangelie wordt gezegd, dat de geschiedenis van Jezus begrepen wordt als de Schriften opengaan, kan er zeker een oudtestamentische lezing klinken. Bijvoorbeeld het verhaal uit 2 Koningen 2:1-15, over de hemelvaart van Elia.

Jezus verlaat zijn vrienden zegenend. Dat is een prachtige manier om afscheid te nemen van de zichtbaarheid van Jezus. Met goede woorden vervuld lukt het om aardse beelden van Jezus los te laten en hem aan de hemel over te dragen. Door dat te doen komt er ruimte: Jezus staat centraal, maar op een andere manier dan toen Hij nog bij hen was.

Uit het evangelie wordt duidelijk dat de hemelvaart leidt tot lofprijzing. Lof die gezongen kan worden om het vertrouwen dat Jezus heeft in de mogelijkheden van de leerlingen. Zij zetten het werk van Jezus op aarde voort, tot op de dag van vandaag. Hemel en aarde zijn en blijven verbonden. Het is een open verbinding, want de leerlingen leven met de belofte dat ze kracht zullen ontvangen om te doen waartoe ze geroepen zijn. Van oudsher ligt de nadruk met Hemelvaartsdag op het koningschap van Christus, op zijn verhoogde status. Uit de lezingen uit evangelie en Handelingen komt naar voren dat het veel meer gaat om de vernieuwde status van de leerlingen: ze krijgen een duidelijke opdracht in handen. Hemelvaart is een moment van overdracht. Dat vertrouwen kennen de hoorders van vandaag ook: dat ze in verbondenheid met de hemel handen en voeten van Christus op aarde zijn.

Tegelijk zullen de hoorders ook het staren naar de hemel uit Handelingen herkennen. Bijvoorbeeld wanneer ze zichzelf de vraag stellen: kunnen wij wel zonder zijn aanwezigheid? Is ons geloof volwassen genoeg om de taak die Jezus op onze schouders legt aan te kunnen? Is de verantwoordelijkheid die ons in handen is gelegd niet veel te groot?

De wolk uit Handelingen is een sprekende metafoor voor aanwezigheid en verborgenheid. Dat is een beeld dat veel gelovigen zullen herkennen in hun eigen bestaan. Hemelvaart maakt duidelijk dat dit deel is van leven in geloof: niet altijd is er het besef en de ervaring van Gods aanwezigheid. Ook Gods verborgenheid maakt deel uit van gelovend leven.

Liturgische aanwijzingen

Niet overal zal de dienst op Hemelvaartsdag de vorm krijgen van een zondagse eredienst. Een morgengebed geeft gelegenheid om verschillende lezingen naast elkaar te zetten. Met verbindende woorden tussen de lezingen is er gelegenheid verbanden te schetsen. Een preek op deze dag geeft wel meer de gelegenheid om de relevantie van de dag te schilderen.

Psalm 47 kan op deze dag niet ontbreken: hij bezingt het verheven koningschap van God.

Geraadpleegde literatuur

In ieder geval altijd inspirerend: C.J. den Heyer en P. Schelling, Symbolen in de bijbel – Woorden en hun betekenis, Zoetermeer 2000, 534-536.

Wellicht ook interessant

bijbel
bijbel
Basis

Een hymne op Gods redding

Welke predikant moet met Kerstmis niet de neiging onderdrukken om de jaarlijkse kerkgangers te wijzen op het verzaken van hun christenplicht van elke zondag, ja, van elke dag? En welke predikant heeft niet ook de beschamende ervaring dat er buiten de kerk soms betere christenen rondlopen dan daarbinnen? Paulus’ woorden aan Titus lijken goed toepasbaar op de brave burgerlijke viering van Kerstmis: we moeten ons onderwerpen aan overheid en gezag, niemand belasteren, vriendelijk zijn, zachtmoedig omgaan met alle mensen en nog zo wat (3:1-2). Slaafse burgerlijke gehoorzaamheid of toch iets anders?

bijbel
bijbel
Basis

‘Jeruzalem, dat de profeten doodt’

Een profeet is geen toekomstvoorspeller, maar, zoals het Griekse werkwoord prophèmi aangeeft, ‘iemand die spreekt namens’. In de Bijbel is een ware profeet iemand die spreekt namens de Eeuwige. Vandaag drie lezingen, waarin Jeremia, Jezus en Stefanus optreden als profeten. Jezus en Stefanus worden erom gedood, Jeremia verdwijnt naar Egypte. De eerste verzen van Psalm 31 zouden hun gezamenlijk gebed kunnen zijn. Kent onze tijd ook ware profeten en hoe wordt op hen gereageerd?

Nieuwe boeken