Preekschets Openbaring 8:1
Openbaring 8:1
Laetare
Toen het lam het zevende zegel verbrak, viel er een stilte in de hemel, gedurende ongeveer een half uur.
Schriftlezing: Openbaring 8:1-5
Het eigene van de zondag
De vierde zondag van de Veertigdagentijd kent een vleug vreugde. Deze vreugde is zichtbaar in de rozerode kleur die deze zondag liturgisch ontvangen heeft. Iets van vreugde is ook aanwezig in de lezing uit Openbaring 8. Na de onstuimigheid
van zes zegels die geopend worden, volgt bij het zevende zegel een moment rust.zlA
Daarnaast krijgen gebeden van de heiligen een plaats bij God. De uitkomst schemert in alle plagen en bezoekingen lichtelijk door en kleurt de zondag rozerood.
Uitleg
Openbaring kent drie uitgewerkte reeksen van zeven: die van de zeven zegels, die van de zeven bazuinen en die van de zeven offerschalen. De tweede reeks, die met de tekst voor de preek begint, vloeit voort uit de eerste. De zeven bazuinen vormen tezamen het zevende zegel. De derde reeks van zeven wordt de laatste genoemd: de laatste zeven plagen (15:1; 21:9). We hebben hier te maken met een proces onderweg. Het zevende zegel is het einde nog niet, maar markeert het begin van een tweede reeks oordelen over de wereld. Een valkuil in dit verband is de gedachte dat de reeksen chronologie kennen. Ze belichten de voltrekking van Gods oordeel over de wereld in apocalyptische taal en beeldspraak. Zoals golven telkens op de kust slaan, zo rollen de plagen over de aarde.
Te midden van alle tumult op aarde valt er een stilte in de hemel bij de overgang van de eerste naar de tweede reeks. De stilte kan vanuit verschillende invalshoeken bekeken worden. De stilte biedt Johannes de ruimte om gade te slaan welk tafereel zich in de hemel ontvouwt. Het toneel wordt in gereedheid gebracht voor de volgende reeks. Een heilig drama speelt zich af. De ernst van de crisis en het numineuze van de situatie worden door de stilte onderstreept. Ontzetting over het oordeel heeft een dermate grote uitwerking dat woorden tekortschieten om hieraan uitdrukking te geven. Aangezien het een goddelijk oordeel betreft, wijst de stilte eveneens op de verhevenheid van God, die op deze manier mogelijk diepgaander uitgedrukt wordt dan met woorden. Tot besluit geeft de stilte ruimte aan de gebeden van de heiligen in verdrukking, die met de wierook woordloos opstijgen naar God.
De gebeden van de heiligen zijn een sleutelbegrip in dit gedeelte. Zij reiken tot voor Gods aangezicht. Deze toezegging is een sterke troost voor de strijdende en lijdende gemeente op aarde. In Johannes’ dagen was dit de realiteit van vele gemeenten. Beantwoording van de gebeden krijgt een plaats in de zeven bazuinen. Aan de lijdende heiligen wordt recht verschaft. Hoewel er van een causale verbinding tussen de gebeden en de bazuinen niet wordt gesproken, staan ze niet los van elkaar. Het is dezelfde schaal waarop wierook geofferd wordt met de gebeden die opstijgen tot God, als die leeg geworpen wordt op de aarde. De vermenging van de gebeden met de wierook maakt ze aangenaam voor God, tot een welriekende reuk. Alle toegang tot de hemel loopt via de weg van een offer. Voor de gemeente ligt een verwijzing naar het offer van de Heer dicht onder de oppervlakte. Zijn offer geeft de gebeden een welriekende reuk.
De indrukwekkende handeling waarmee de engel vuur van het altaar uit de wierookschaal op aarde werpt, wijst op de onomkeerbaarheid van het oordeel en op het permanent actuele karakter ervan. Nogmaals zij hier gewezen op de valkuil van de chronologie. Een verwijzing naar begeleidende verschijnselen waarvoor 11:19 te vergelijken is, moge hier volstaan. De inclusie van de zeven bazuinen is ook te verstaan als een terugkeer naar eenzelfde punt vanwaar een nieuwe golf van plagen over de aarde rolt.
Aanwijzingen voor de prediking
Bij het leggen van het accent op de stilte is het gerechtvaardigd om te beginnen met een vraag: waar wordt u stil van? Deze vraag zal verschillend uitwerken bij de hoorders. Tracht de gedachten van de kerkgangers na te gaan. Stilte kan heel onderscheiden ervaren worden en heel verschillende herinneringen oproepen. Bijvoorbeeld een stilte waarin woorden tekortschieten, stilte voor Gods aangezicht waarvan de tekst voor de preek spreekt. Het is stil in de hemel.
Contrasterend is het zinvol te verwijzen naar het tumult rondom de zes voorafgaande zegels. De zeven zegels tezamen ontvouwen de loop der dingen van de eindtijd. Woorden ontbreken voor dit zevende zegel. Voor een moment doet de hemel er het zwijgen toe. Bij de inhoud van het zevende zegel past slechts stilte. Zo kunnen wij ervaren dat de hemel zwijgt. Juist in omstandigheden waarin wij een woord uit de hemel verlangen, blijft het soms stil. Hierbij komt het aan op fijngevoeligheid in woordkeuze.
De hemel deelt onze sprakeloosheid. Onze ontreddering wordt herkend in de hemel. Toen het Lam geslacht werd aan het kruis van Golgota zweeg de hemel stil. Hier is een verbinding te leggen tussen de Veertigdagentijd en dit schriftgedeelte.
Het zevende zegel is een crisis. Een crisis is een gebeuren of periode van beslissende betekenis in welk levensverband dan ook. Een crisis heeft een blijvende verandering tot gevolg. De dood is zo’n crisis. Stilte markeert dikwijls de crisis van de dood. Het besef van het definitieve karakter ontrooft ons de woorden. Het definitieve karakter van het zevende zegel doet de hemel voor een periode verstommen, terwijl op aarde alles doorgaat. De aarde bevat de ernst van de crisis niet. Dit gebrek aan besef kan met voorbeelden uitgewerkt worden.
Zelfs de grootste verandering van blijvende betekenis ontgaat de wereld, namelijk de verkondiging van de verzoening van de wereld met God. De stilte in de hemel markeert de crisis van het kruis. Wat zich op Golgota voltrokken heeft, is van beslissende betekenis in de meest omvattende zin. In deze crisis wordt scheiding gemaakt tussen de wereld die de verzoening van zich geworpen heeft en hen die zich aan het Lam hebben toevertrouwd.
Het is goed om aandacht te hebben voor het ‘nog niet’-karakter van de situatie. Nog is het niet zover. Het is stil in de hemel. Wat nu in gang komt, is onomkeerbaar. De vraag van het begin kan geherformuleerd worden: kan het zijn dat ook u hier stil van wordt? De bazuinen zullen klinken. En het oordeel zal over ieders leven gaan. Waar vindt een mens dan troost en zekerheid? Een verwijzing naar de verzoening door het offer van Christus kan verbonden worden met de gebeden die tot God opstijgen met de wierook. Alle toegang tot de hemel loopt via de weg van een offer.
Wie van Christus is, weet van de stilte in de hemel. Die weet van de ernst en betekenis van deze stilte. Maar die weet ook van de gebeden van de heiligen, die opstijgen naar God. Deze gebeden mogen de stilte in de hemel vullen. Een gebed zonder woorden misschien om hetgeen waarvan men stil geworden is. Aandacht voor verschillende manieren van bidden kan hier ruimte scheppen. De gebedshouding van Jezus zelf kan vanuit de evangelielezing ingebracht worden. Een gebed dringt door tot in de hemel. Deze belofte is een troost voor gelovigen op aarde. Wij hebben een Heer die alles voor ons heeft volbracht.
De stilte in de hemel duurt ongeveer een half uur. De bijbelse taal drukt hiermee een korte periode uit. Een gevoel van urgentie mag verwoord worden in de preek. Het ‘nog niet’-karakter kan niet eindeloos opgerekt worden. Dan werpt de engel vuur van het altaar op aarde. De stille tijd is voorbij. Een zevenvoudig alarm is aanstaande: het laatste oordeel komt. Een oordeel waarvan met name in de Veertigdagentijd gezegd mag worden dat het Lam dat gedragen heeft.
Liturgische aanwijzingen
De veelheid aan oudtestamentische en intertestamentaire verwijzingen in dit bijbelgedeelte kan liturgisch vertaald worden in een lezing. Bij het leggen van een accent op de stilte valt te denken aan Habakuk 2:20 en Zefanja 1:7. Als evangelielezing is bijvoorbeeld Matteüs 26:36-46 (of synoptische parallel) te overwegen met het oog op vers 39, waarin de wil van God de Vader voorop gaat. Wij bidden met de houding van de Heer.
Liederen: Psalm 78:15, 16, 17 en 105:10, 11, 12, 13 bezingen de plagen in Egypte die als traditie onder Openbaring 8 liggen. Gezang 180:4 verwoordt de evangelielezing zingenderwijs.
Geraadpleegde literatuur
R.H. Charles, The Revelation of St. John I (ICC), Edinburgh 1920; A.J. Visser, De Openbaring van Johannes