Reactie van ds. Jan Verhoeven op het boek Geestspraak van Henk van den Belt
De onderstaande tekst is een bijdrage die op 24 mei 2024 is gepresenteerd tijdens het symposium over het boek Geestspraak: Hoe we de Bijbel kunnen verstaan van Henk van den Belt.
Geachte aanwezigen,
Op deze feestelijke dag wordt de jongste publicatie van prof. Van den Belt gepresenteerd: Geestspraak. Ik verwacht dat deze studie over de hermeneutiek binnen korte tijd uit zal groeien tot een klassieker in de discussies over de manier waarop wij hier in het Westen met de Bijbel omgaan. Het lijkt mij een basisboek voor het systematisch-theologisch onderwijs aan de verschillende opleidingen. Ik hoop dat het gauw in andere talen wordt vertaald.
Predikanten moeten dit boek lezen. Zij worden erdoor uitgedaagd kritisch te reflecteren op de manier waarop zij de eerste roeping binnen hun ambt vervullen. Die roeping is immers om trouw aan de grondtaal en aan de bredere verbanden van de Schrift stem te geven aan het Woord van God.
Ik vind de titel nogal moeilijk uit te spreken: Geestspraak. Maar het moet gezegd worden: de titel is raak gekozen. Het typeert in één woord waar het in dit boek om gaat. Het gaat niet allereerst om een leer over de Bijbel of de hermeneutiek. Het belangrijkste onderwerp is de Heilige Geest zélf. Van den Belt belicht alle aspecten van de Schriftleer vanuit het perspectief van de pneumatologie.
Ik geef aan prof. Van den Belt graag terug wat zijn studie mij als predikant heeft geleerd, waar het mij heeft geraakt en geholpen. Daarbij merk ik bij mezelf dat ik als student eind vorige eeuw gevormd werd door de Duits-talige historisch-kritische methode. Bijbelwetenschappers zoals bijvoorbeeld Martin Hengel en Richard Bauckham hebben inmiddels aangetoond dat die school nogal idealistisch aangestuurd werd, en feitelijk te weinig historisch-kritisch was. Ik ben blij dat Van den Belt dat verwerkt heeft, ook waar het gaat over de vorming van de canon.
Inzet bij de Heilige Geest
Als eerste: de inzet bij de Heilige Geest. Ik vind dat mooi.
Tegelijk is het ook wel opmerkelijk. De grote leermeester van dr. Van den Belt, H. Bavinck, bespreekt de Schriftleer onder het kopje van de openbaringsleer. Het zal een bewuste keuze van Van den Belt zijn geweest om daarvan af te wijken. Zou Van den Belt de dingen anders hebben gezegd wanneer hij de Schriftleer op een andere plaats in de systematische theologie had geplaatst? Hij wil daar vast wel iets over zeggen.
Nogmaals: Van den Belt kiest voor de inzet bij de Heilige Geest. Je zou kunnen zeggen: dat ligt voor de hand. We belijden immers dat de Bijbel doorademd is van de Heilige Geest (theopneustie). Van den Belt beklemtoont echter, dat dat niet een eenmalig gebeuren is, ergens in de schemer van de geschiedenis. De Heilige Geest is de derde Persoon van de drie-ene God. Hij is God-in-actu, hier en nu werkzaam.
Ik vind dat een verhelderend inzicht. Menig christen denkt bij het lezen van de Bijbel niet aan onmiddellijke aanspraak door de Heilige Geest. Mogelijk geldt dat in nog heviger mate voor díé christenen, die van het geloof hun beroep hebben gemaakt. Als predikant loop je het risico dat je professioneel omgaat met de Bijbel, objectiverend. Zijn wij er werkelijk van doordrongen dat het Gód is, Die tot ons spreekt? De Heilige Geest heeft niet alleen de woorden van God in het vat gegoten van de Bijbel, maar Hij diept ze ook weer op in elke nieuwe generatie, in elke nieuwe tijd, in elke nieuwe culturele context. Hij brengt ons de woorden van God te binnen. Hij doet dat met majesteit en liefdevolle overredingskracht. Geloof ik als predikant werkelijk in de zeggingskracht van het Woord? Of denk ik stiekem dat ik aan de Bijbel zeggingskracht moeten verlenen met mijn originele exegetische vondsten en goed gekozen toepassingen?
Het mooie van dit boek is dat Van den Belt blijmoedig getuigenis geeft van het directe werk van de Heilige Geest
Het mooie van dit boek is dat Van den Belt blijmoedig getuigenis geeft van het directe werk van de Heilige Geest. Daarom kan een kind de Bijbel verstaan. En voor een theoloog kan het een gesloten boek blijven. Het komt namelijk aan op het geloof dat God de Heilige Geest spréékt. De vraag is niet of je orthodox bent in je opvattingen over de hermeneutiek. De vraag is of je gegrepen bent door de stem van de levende God. Als dat zo is, zul je overigens orthodox zijn. Maar niet als optie, niet als eigen keuze. De Geest overtuigt ons.
Eenheid van de Schriften
Door de keuze om in te zetten bij de pneumatologie verbindt Van den Belt de Schriftleer aan de Godsleer. Hij bepleit vanuit God de eenheid van de Schriften. Uiteraard zijn de Schriften veelkleurig en zeer uiteenlopend, maar vanuit het belijden dat de Heilige Geest spreekt, kan het niet anders of de Bijbel is één. God is immers één. De canon vormt één samenhangend en complex betekenisgeheel. Wij hebben niet te maken met een God die tegenstrijdige dingen communiceert, zodat je met Hem alle kanten uit kunt. In een postmoderne context is het dringend nodig dat wij dit aspect beklemtonen. Je kunt niet over een pericoop preken zonder het gehéél van de openbaring mee te wegen en mee te laten spreken. Wij lopen het risico, dat we versnipperd lezen, met als resultaat allerlei verbrokkelde gedachten. Maar is dat ontvouwing van de Schriften? Dat laatste vraagt kennis van de totaal-boodschap van de Bijbel, en daarom dus ook van de belijdenis van de kerk (regula fidei). Alleen zó komt het tot diepe en volle kennis van de genade van God in Christus.
Dat wij er soms niet uit komen, is te wijten aan ons, niet aan God
Iedere bijbellezer weet dat er moeilijke gedeelten in de Bijbel staan. Soms lijken bepaalde zaken onduidelijk of zelfs tegenstrijdig. Dan zal onze houding zijn: langer luisteren. Er móét ergens een bedoeling van God te vinden zijn. De Heilige Geest wil ons kennelijk iets zeggen. Dat wij er soms niet uit komen, is te wijten aan ons, niet aan God.
Onfeilbare betrouwbaarheid van de Bijbel
Een derde punt: het geloof dat de Heilige Geest door de Bijbel spreekt betekent dat God is. Zijn stem komt niet op uit ons diepste binnenste. Openbaring betekent dat God spreekt, vanuit Zijn eigen werkelijkheid. Hij spreekt ons aan. De Bijbel is niet ontstaan als een reflex van godsdienstige gedachten van mensen. Bij de systematisch-theologische doordenking moet je dus veronderstellen dat God is. Gelovig luisteren naar de Bijbel verdraagt zich logisch niet met het seculiere denken van onze tijd. Gelovig Bijbellezen is verzet tegen het nihilisme. Daarom voert Van den Belt een pleidooi voor het funderingsdenken, zij het in milde vorm. Op dit punt wordt een geestelijke strijd gevoerd tussen de Heilige Geest en de tijdgeest. De Bijbel is onfeilbaar betrouwbaar. Dat is een ondergrens, daarover valt niet te onderhandelen. Die constatering is missionair van grote betekenis, nu de christelijk gemeente in een cultureel klimaat is gekomen waarin elke vorm van kennen en van zeker weten verdacht is.
Werkelijk luisteren naar de Bijbel
In oppositie met de tijdgeest maant Van den Belt ons tot terughoudendheid, wanneer het gaat over het toepassen van recente taalfilosofische inzichten voor de hermeneutiek. Steeds breder neemt de gedachte toe dat de lezer, de mens van nú, mede betekenis geeft aan de Bijbeltekst. De lezer heeft een probleem, een vraag, een ervaring – en daarmee komt hij naar de Bijbel toe. Met oprechte bedoelingen gaat hij met de Bijbel in gesprek. De postmoderne mens is in dit opzicht welwillender dan de modern mens. Het lijkt sympathiek. Wellicht opent het mogelijkheden. Maar in feite is het het zelfbewuste individu, die keurend proeft hij of er iets van zijn gading bij is. Werkelijk luisteren naar de Bijbel, in het besef dat de Heilige Geest spréékt, vraagt totale omkering van ons denken, voelen en willen. Dat is altijd zo geweest, maar het geldt eens te meer voor een postmoderne westerling, zoals ik ben. Ik voeg er meteen aan toe: dit luisteren vráágt niet alleen totale omkering, het bréngt het ook. Want de Bijbel als Woord van God is vol van de kracht van de Heilige Geest.
Jan Verhoeven is werkzaam als predikant binnen de Protestantse Kerk in Nederland.
Henk van den Belt. Geestspraak. Hoe we de Bijbel kunnen verstaan. Utrecht: KokBoekencentrum, 2024. 472 pp. €29,99. ISBN 9789043540247