Vergaderopening: Profeten op de tienerclub – Joël 2:28
Lees de vergaderopening: Profeten op de tienerclub – Joël 2:28, uit ‘Er voor staan’, onder redactie van Aart Peters en Arie Romein.
Lees de vergaderopening: Profeten op de tienerclub – Joël 2:28, uit ‘Er voor staan’, onder redactie van Aart Peters en Arie Romein.
Lees de vergaderopening: Gemeente als gemeenschap – Handelingen 2:46 en 47a, uit ‘Er voor staan’, onder redactie van Aart Peters en Arie Romein.
Lees de vergaderopening: De aanhouder wint – Handelingen 2:42, uit ‘Er voor staan’, onder redactie van Aart Peters en Arie Romein.
Lees de vergaderopening: Welke geest bezielt ons? – 2 Timoteüs 1:6 en 7, uit ‘Er voor staan’, onder redactie van Aart Peters en Arie Romein.
Misschien wel het belangrijkste woordje uit de schriftlezingen: ‘vandaag’ (Lucas 4:21). Niet het onbereikbare verleden waar je weemoedig op terugblikt. Niet de gedroomde toekomst van je goede voornemens. Vandaag: het heden der genade. Vandaag kan alles anders worden. Vandaag kan het genadejaar van de Heer beginnen. Daar mikt de liturgie op. We laten onze verglijdende ‘al-tijd’ aanraken door het goddelijke heden der genade.
In Jesaja lezen we van de komende redding, glorie en gerechtigheid van Jeruzalem. De Eeuwige verlangt naar haar als een bruidegom naar zijn bruid. ‘De Heer is, trouw aan zijn woord, in aantocht als rechter van de aarde,’ zingt Psalm 96 (vs. 13).
Lees een aantal gebeden om verlichting met de heilige Geest uit het Dienstboek I, hoofdstuk Gebeden en andere teksten voor de eredienst.
Met het dubbele ‘Troost, troost’ (Hebr.: nachamoe, nachamoe) begint de Jesajalezing van de viering van de doop van de Heer in de Jordaan. Het gedeelte vanaf 40:3 dat begint met: ‘Een stem die roept’ (Hebr.: qol qoree’) wordt door de evangelist Lucas geciteerd even vóór de doop van Jezus in de Jordaan (Lucas 3:4b-6). Maar de evangelielezing in deze viering begint daar niet mee. Want dat zou dubbelop zijn.
Er lijkt geen leven meer te zijn in de tronk. De leider van het volk functioneert niet meer. In deze situatie plaatst Jesaja zijn laatste messiaanse lied. Anders dan in 9:6 wordt de naam van David niet meer genoemd. Jesaja neemt hier zelfs afstand van de heersende dynastie. In plaats van David wordt Isai genoemd. Het nieuwe dat zal komen, gaat achter het koningschap terug. Uit deze tronk ontstaat een nieuwe telg die niets met het koningschap te maken heeft.