Recensie Contra-Kant, Emanuel Rutten
Wie enigszins thuis is in de apologetiek, zal de naam van Emanuel Rutten ongetwijfeld kennen. Regelmatig gaat hij in debat met atheïsten, hij ontwikkelde een nieuw Godsbewijs en enkele jaren geleden was hij nog spreker op het allereerste Veritas Forum in Rotterdam, dat wij een warm hart toedragen. Hij schreef eerder al het boek En dus bestaat God met Jeroen de Ridder, waarin een aantal argumenten voor het bestaan van God worden uitgelegd en tegenargumenten worden weerlegd. Om maar meteen duidelijk te zijn: als u op zoek bent naar een behapbaar boek waarin u leert dat geloven in God eigenlijk best rationeel te verdedigen is, lees dat dan en laat het boek dat in deze recensie besproken wordt lekker liggen. Dat is namelijk een stuk zwaardere kost en is ook van de hand van Rutten: Contra Kant.
Bovenstaande disclaimer is namelijk niet voor niets: Contra Kant is ondanks zijn kleine omvang behoorlijk taai. Het boek is een bewerking van een wetenschappelijk artikel dat Rutten eerder schreef aan de VU. De bewerking deed mij vermoeden dat een en ander duidelijker werd uitgelegd en de stof systematischer werd doorgewerkt. Immers, het boek is uitgegeven bij een mainstream-christelijke uitgeverij. Maar niets bleek minder waar: het lijkt vooral een uitgave te zijn voor hen die thuis zijn in de wereld van Kant met haar antinomieën, Kritik der reinen Vernunft en categorische imperatief. Desalniettemin gaat het wel over interessante thematiek.
Het boek opent met het uiteenzetten van de kennisleer van Kant, waar Rutten zich later tegen kant. Het overkoepelende idee is als volgt. Kant stelt dat alleen datgene wat wij met onze zintuigen kunnen waarnemen, een bron van kennis kan zijn. Dit idee is de basis van onze huidige vorm van wetenschap. Hiervoor geeft hij een drietal argumenten. Het derde argument wordt door Rutten het meest uitgebreid behandeld. Dit argument gaat over antinomieën en is tevens het meest behapbaar: Kant poneert een viertal stellingen die een tegenspraak opleveren zodra we kennis halen uit wat wij niet kunnen waarnemen, wat leidt tot de conclusie dat we geen kennis kunnen verwerven uit onzintuiglijke bronnen. Een voorbeeld: zodra wij kennis halen uit iets wat wij niet kunnen waarnemen, kunnen wij zowel stellen dat de wereld een begin in de tijd heeft, als dat de wereld in tijd oneindig is.
Hierna is het tijd voor Rutten om terug te slaan en komt hij tot de kern van het boek, in tegenstelling tot Kant, dat we ook kennis kunnen hebben van datgene dat we wél kunnen waarnemen: met ons denkvermogen. Daarom is het helemaal niet onmogelijk om te kennen wat we niet kunnen waarnemen, want ons denkvermogen en onze zintuigen zijn gelijkwaardig. Hiermee kunnen we dus ook het ‘transcendente’ leren kennen: de bovenzintuiglijke wereld, die als het ware een verlengstuk is van de wereld die wij direct kunnen waarnemen.
Waar is dat dan goed voor, dit filosofisch geneuzel? In het verlengde van deze stelling wordt het mogelijk om ruimte te scheppen voor het bestaan van God, die immers ook niet met onze
zintuigen waar te nemen is. Echter: deze gevolgtrekking komt niet echt in het boek voorbij. Hiermee zit je in het boek eigenlijk vooral te wachten op een praktische toepassing die niet echt komt. Om het enigszins op te nemen voor Rutten: Kant is ook niet simpel. De kunst die Rutten echter in het algemeen goed verstaat, is het behapbaar maken van moeilijke stof voor een groot publiek, om zo met overtuiging apologetiek te bedrijven. Dit boek is echter voornamelijk voor filosofisch onderlegde mensen geschreven en voor een groter publiek volkomen ongeschikt. Tevens had een duidelijkere structuur van het boek het geheel overzichtelijker gemaakt. Het doet mij haast vermoeden dat Rutten ook nooit bedoeld heeft dit een toegankelijk boek te maken. Toch is dat een gemiste kans. De onderliggende boodschap is er best een die het waard is om door te denken, maar het volledig doorgronden hiervan is slechts gegeven aan een enkeling.
Echter, laat dit u vooral niet tegenhouden om u te verdiepen in apologetiek. Naast het boek En dus bestaat God kunt u Rutten ook volgen op Twitter. En – om niet meer te noemen, want het internet staat vol met mooie fragmenten van Rutten – hij is tevens te beluisteren in aflevering 6 van De Ongelooflijke Podcast op Spotify. Doe er uw voordeel mee en ontdek wat wijsheid is.
Wouter de Voogd
Met toestemming overgenomen uit Visserslatijn, het dispuutblad van studentenvereniging C.S.F.R. te Rotterdam, dispuut Ichthus.
Meer lezen?
Ruim tweehonderd jaar geleden ontwikkelde de filosoof Kant een kennisleer op grond waarvan kennis over het transcendente onmogelijk is. Wij zouden alleen iets kunnen weten over wat in de zintuiglijke aanschouwing gegeven is. Sindsdien leven we welhaast in een post-Kantiaanse wereld. Kants kennisleer legde mede de basis voor het algemeen geaccepteerd raken van een positivistisch wereldbeeld. Filosoof Emanuel Rutten laat in dit boek zien dat Kant ernaast zat. Het betreft een van de vroegere teksten van de Amsterdamse filosoof. Volgens Rutten blijft Kant onterecht vasthouden aan het empiristische idee dat de mens niets kan weten over datgene wat niet in de zintuiglijke ervaring gegeven is. Rutten ontwikkelt een allesomvattende alternatieve kennisleer op grond waarvan kennis over het transcendente voor ons weer mogelijk wordt. Zo wordt in onze tijd opnieuw ruimte gemaakt voor kennisclaims over God. Het is precies deze oorspronkelijke inclusieve ‘wereld voor ons’ kennisleer die aan de basis staat van veel van zijn latere wijsgerige werk.