Menu

None

Taalkunde, theologie en de computer

Een reactie op De bijbel als biografie van God en mensen. Geschiedenis en hergebruik van teksten van Eep Talstra

Symbolen vanuit de christelijke traditie op digitale wijze afgebeeld in een foto van een man die op een laptop werkt
De exegeet krijgt te maken met digitale tools (beeld: witsarut sakorn, via iStock)

Eep Talstra heeft een prachtig boek geschreven. Veel van wat hij in de loop der jaren als bijbelwetenschapper heeft onderzocht, komt hier samen in een bijdrage waarin, zoals in veel van zijn werk, een brug wordt geslagen naar kerk, theologie en maatschappelijke discussies over religie. Bij de presentatie van het boek op 2 februari 2024 aan de Vrije Universiteit Amsterdam mocht ik hem toespreken. Hieronder volgt een vrije weergave van mijn toespraak op die dag.

Het belang van dit boek

Omslag van De Bijbel als biografie van God en mensen

Beste Eep, wat een prachtig boek heb je geschreven! Toen we de mogelijkheid bespraken dat ik een bijdrage zou leveren aan deze boekpresentatie was mijn aanvankelijke aarzeling dat ik het te veel met je eens zou zijn. Immers, de mensen zijn hier niet gekomen voor een verkooppraatje, maar voor gesprek, debat, tegenspraak. En inderdaad, je schrijft veel dingen waarin ik mij volledig kan vinden. Laat ik daar eerst wat over zeggen.

In dit boek gebruik je weinig taalkundige terminologie en zeg je weinig over de methode van computationele analyse. Echter, het zit er wel in. In de lay-out van jouw bijbelcitaten herkent de kenner de tekst-syntactische analyses die je met de computer hebt uitgevoerd. In besprekingen van terugkerende combinaties van woorden en constructies staan op de achtergrond de MQL-queries die je ongetwijfeld hebt uitgevoerd om je beweringen te staven. En veel van de bijbelteksten en onderwerpen die je bespreekt in het boek, heb je ook al op een meer technische manier besproken in wetenschappelijke artikelen, waarin die tekst-syntactische analyses en MQL-queries wel zijn terug te vinden. En dat zijn precies de artikelen die ik gebruik in het onderwijs, vanaf inleidende colleges in het eerste jaar tot gespecialiseerde colleges over exegese, bijbelvertaling of Digital Humanities. Vaak gebruik ik jouw artikelen om aan de studenten te laten zien: kijk, zo moet je het doen!

Met de computerondersteunde taalkundige analyse die jij hebt geïnitieerd dragen we ook bij aan de theologie

Op X had ik al een citaat uit het boek gedeeld dat precies weergeeft wat jouw werk zo belangrijk maakt: ‘Theologen en bijbellezers houden er vaak niet van … maar zolang Gods woord in mensentaal gesproken, geschreven en vertaald wordt, is taalkundige analyse een onmisbaar onderdeel van onze omgang met de bijbel’ (p. 218). Ook op andere plaatsen in het boek (b.v. p. 181) zeg je glashelder: ‘Voor de theologie is een taalkundige analyse onmisbaar’. Dat is helemaal waar. En het betekent ook dat we met de computerondersteunde taalkundige analyse die jij hebt geïnitieerd aan de theologische faculteit van de VU en die nu wordt voorgezet in het Eep Talstra Centre for Bible and Computer (ETCBC) niet alleen bijdragen aan de taalkunde en filologie, maar ook aan de theologie.

Kortom, het is een prachtig boek, en er staan veel dingen in waarin ik mij volledig kan vinden. In plaats van nu in te gaan op details waarmee ik het niet eens ben, gebruik ik de tijd daarom liever om jou de vragen te stellen die ik ook mijzelf stel, en die hebben te maken met de rol van de bijbelwetenschapper. Als je als bijbelwetenschapper kijkt naar het gebruik van de Bijbel in de liturgie en de systematische theologie, komen er vaak kritische vragen op.

Vragen over de liturgie

Eerst de liturgie. Je bespreekt uitgebreid de zegenwoorden uit Numeri 6:24-26 en het liturgische gebruik ervan aan het eind van een kerkdienst. Bij dat gebruik, zo geef jij aan, worden deze verzen losgemaakt uit de directe omgeving van vers 23 tot 27. Daarmee ‘stapt de voorganger die ze nu uitspreekt in de rol van Aäron’, maar ‘blijft het “ik” van God uit beeld’ (p. 179). Ergens anders bespreek je het gebruik van Job 19:25: ‘zonder context, als een liturgisch eiland, los van alle harde debatten in het boek’ (p. 198). Je observaties kloppen, maar de vraag, die ik mijzelf en dus ook jou stel, is: wat zijn de implicaties? Betekent het dan dat bijbelteksten helemaal niet meer gebruikt mogen worden in de liturgie? Immers, is niet ieder liturgisch gebruik een vorm van decontextualisatie?

God voldoet niet aan ons Godsbeeld

Wanneer wij als bijbelwetenschappers het gesprek aangaan met de systematische theologie, is een terugkerend punt dat we naar voren brengen dat de Bijbel zich onttrekt aan de systematisering van de dogmatiek. De God die we in de Bijbel tegenkomen, heeft emoties; hij brult als een leeuw (Joël 4:16; Amos 1:2) of ontwaakt als een strijder uit de roes van de wijn (Ps. 78:65; p. 220). Kortom, Hij doet dingen die niet passen bij ons Godsbeeld, en al helemaal niet bij het Godsbeeld dat de kerkvaders geformuleerd hebben. God komt niet terug op zijn besluiten (Num. 23:19; 1 Sam. 15:29), maar kan toch van gedachten veranderen (Gen. 6:6; Jona 3:10); Hij is overal (Ps. 139:7–8), maar moet soms toch op zoek gaan (Ezech. 22:30); hij weet alles, maar zegt toch ‘misschien’ (Ezech. 12:3 Jer. 36:3); niets is voor Hem verborgen (Jer. 23:24), maar toch moet Hij gaan onderzoeken of iets werkelijk het geval is (Gen. 18:21). Zijn plannen staan vast, maar toch lijkt Hij steeds weer zijn plan met de mensen en het zijn volk te moeten bijstellen. En soms zijn het mensen die de gang der gebeurtenissen bepalen. Wat zou er met het volk van Israël zijn gebeurd als Mozes niet op de bres gesprongen zou zijn (Ps. 106:23)? Dit ingewikkelde, veelkleurige en soms schijnbaar tegenstrijdige beeld van God wordt vaak onrecht aangedaan in pogingen om systematisch over God te spreken.1

De Bijbel onttrekt zich aan de systematisering van de dogmatiek

Kritiek op Augustinus

Maar kunnen we als bijbelwetenschappers dan alleen maar roepen hoe het niet moet en dat het allemaal ingewikkelder ligt? Stel je voor dat ze jou als emeritus allround theoloog zouden vragen om een collegereeks systematische theologie over te nemen (onder welke naam dan ook: christelijke geloofsleer, dogmatiek); hoe zou zo’n college er dan uitzien? Vooral een bespreking van jouw boek dat nu verschenen is? En dan verder een historisch aanhangsel, om uit te leggen wat er in de geschiedenis allemaal verkeerd is gegaan, met name bij Augustinus? Dat heb ik wel opgemerkt als een patroon in jouw werk, Augustinus de bad guy.

Moeten we Augustinus echt als de grote boosdoener zien, of deed hij precies hetzelfde wat wij doen: de Bijbelse boodschap toe-eigenen in de eigen context en tijd? Dat brengt mij bij de stelling: jouw boek past precies in onze context en tijd. Het ademt, om maar een beladen woord te gebruiken, detijdgeest. Je had zelf blijkbaar een andere indruk. Je gaf aan zeer verrast te zijn over de positieve ontvangst van je boek in diverse media. Maar misschien kijk jij als het gaat over de huidige tijdgeest vooral naar links en rechts. Daarmee bedoel ik: je ziet aan de ene kant liberale theologen en moderne lezers die de Bijbel wegzetten als een antiek boekwerk waar we niets mee kunnen en aan de andere kant goedgelovige bijbellezers die iedere spanning uit de bijbeltekst halen om de Bijbel om te buigen naar het vertrouwde godsbeeld van de klassieke theologie. Kortom, je ziet in de huidige tijd vooral de liberale en de conservatieve omgang met de Bijbel, die het allebei moeten ontgelden in jouw boek, en je verbaast je over de positieve ontvangst van je boek. Maar is die verbazing terecht? Past jouw boek niet precies in deze tijd?

Moeten we Augustinus echt als de grote boosdoener zien, of deed hij precies hetzelfde wat wij doen: de Bijbelse boodschap toe-eigenen in de eigen context en tijd?

Recht doen aan de Bijbel

Toen ik in 1999 mijn proefschrift moest verdedigen aan de Universiteit Leiden en daar, volgens Leids gebruik, ook een aantal stellingen aan moest toevoegen,2 betrof een van mijn stellingen het boek Jezus, nalatenschap van het boek van het christendom van de VU-hoogleraar Harry Kuitert, dat een jaar eerder was verschenen.3 Mijn stelling was dat Kuiterts pretentie dat hij meer recht deed aan het zelfbeeld van de historische Jezus dan andere visies op Jezus, miskende hoezeer zijn eigen christologie cultuur- en tijdgeboden was. Ik weet niet of je een vergelijking met Kuitert kan waarderen, maar als ik dit vertaal naar jouw boek: je doet een poging om meer recht te doen aan de Bijbel dan in de klassieke theologie of meer recente ontwikkelingen in de moderniteit. Maar is dat alleen een kwestie van meer recht doen aan de Bijbel, of ook en vooral een ontwerp van interpretatie dat goed past in deze tijd?

Ik ben niet zo verbaasd over de positieve ontvangst van jouw mooie boek. Ik denk dat voor veel gelovige bijbellezers jouw boek precies biedt wat ze in deze tijd en in deze cultuur nodig hebben. Gelovigen die de Bijbel beschouwen als Gods woord maar hun intellectuele ogen niet kunnen sluiten voor alle haken en ogen aan de bijbeltekst, vinden in jouw boek een manier op de Bijbel tot zijn recht te laten komen zonder te vervallen in fundamentalisme. Mensen met een meer orthodoxe achtergrond die het bijbelgebruik dat ze hadden niet kunnen handhaven, maar de Bijbel toch zoveel mogelijk tot hun recht willen laten komen, of mensen die vertrouwd zijn met de klassieke geloofsleer, maar erachter zijn gekomen dat de wereld en het menselijke bestaan gecompliceerder zijn dan dogmatische oneliners doen vermoeden—zij vinden aansluiting bij jouw boek. Voor mensen die niet kunnen geloven dat alles wat er op aarde gebeurt eigenlijk de uitvoering is van een draaiboek dat in de hemel is vastgelegd, maar die toch willen vasthouden aan de hoop of overtuiging dat er een God is die alles uiteindelijk tot een goed einde brengt, biedt jouw boek een houvast om dat Bijbels te verantwoorden.

Gelovigen die de Bijbel beschouwen als Gods woord maar hun intellectuele ogen niet kunnen sluiten voor alle haken en ogen aan de bijbeltekst, vinden in jouw boek een manier op de Bijbel tot zijn recht te laten komen zonder te vervallen in fundamentalisme

Anders gezegd: jouw boek is een zeer welkome bijdrage voor iedereen die op academisch verantwoorde wijze evangelische en reformatorische theologie wil bedrijven, Het is daarom mooi dat het Herman Bavinck Centre for Reformed and Evangelical Theology (HBCRET) medeorganisator is van deze boekpresentatie.

Eep Talstra Centre for Bible and Computer

Maar deze middag is ook georganiseerd door het naar jou vernoemde onderzoekscentrum voor Bijbel en computer, het hierboven reeds genoemde ETCBC, en mede mogelijk gemaakt door steun van het Network Institute, het interfacultaire onderzoeksinstituut waarvan jij ook lange tijd deel hebt uitgemaakt, en dat zich tegenwoordig profileert als ‘the hub for interdisciplinary research on the Digital Society’.4 Laat ik daarom ook iets zeggen over de ontwikkeling van computerondersteund bijbelonderzoek bij het ETCBC.

Het ETCBC is de voorzetting van de Werkgroep Informatica Vrije Universiteit (WIVU) die jij hebt opgericht in 1977. Jij behoorde tot de pioniers, samen met mensen als Christof Hardmeier, Alan Groves, Frank Andersen en Dean Forbes. Het ideaal van deze pioniers was een meer objectieve benadering van de Bijbel, die minder ruimte laat voor speculatie en ongefundeerde intuïtie. Jij was daarbij zelf gevormd door James Barr, bij wie je in Manchester in 1973 een aantal maanden gestudeerd had.5 Ook de form-to-function-benadering van de Leidse hoogleraar Jaap Hoftijzer heeft onmiskenbaar sporen achtergelaten in jouw computationele benaderingen. Een systematische, inzichtelijke analyse van de Bijbel met behulp van de computer zou dan wellicht niet ‘de juiste interpretatie’ kunnen verifiëren, maar wel veel bestaande interpretaties falsifiëren. En deze benadering klinkt door in jouw boek, waarin je dit soort onderzoek uitstekend weet neer te zetten zonder de lezer onnodig lastig te vallen met technische en taalkundige terminologie.

Man leest de Bijbel voor een opengeslagen laptop
Een systematische analyse van de Bijbel met behulp van de computer zou veel bestaande interpretaties kunnen falsifiëren (beeld: pcess609, via iStock)

Echter, er is sinds de jaren 70 van de twintigste eeuw veel gebeurd. Het positivistische klimaat waarin jij en andere pioniers hun werk begonnen heeft plaatsgemaakt voor postmodernisme. In de bijbelwetenschap is meer aandacht gekomen voor contextuele benaderingen, waarbij de vraag naar ‘juiste’ en ‘onjuiste’ interpretaties anders gesteld moet worden. Maar ook in de computationele analyse van teksten is enorm veel gebeurd. De fase van interactieve analyses waarbij de computer de mens helpt om systematisch te werk te gaan, en waarbij de inzet van de computer vaak regelgestuurd was, heeft in de jaren 90 plaatsgemaakt voor statistische benaderingen, en in de laatste jaren zien we de enorme opgang van Machine Learning.6

In de bijbelwetenschap is meer aandacht gekomen voor contextuele benaderingen, waarbij de vraag naar ‘juiste’ en ‘onjuiste’ interpretaties anders gesteld moet worden

Ook bij het ETCBC experimenteren we met al die nieuwe methoden, en misschien zie je dat soms met lede ogen aan. Jouw reacties op presentaties bij onze onderzoeksgroep of andere gelegenheden laten zien dat die nieuwe benaderingen bij jou op de nodige scepsis kunnen rekenen, en dat kan ik begrijpen. Die statistische en machinelearningmethoden staan haaks op de manier waarop jij het instrument van de computer hebt geïntroduceerd in de werkkamer van de exegeet. In de lijn van James Barr en Jaap Hoftijzer, was het vanaf het begin van jouw computeronderzoek duidelijk dat jouw bedoeling was om te stoppen met speculatie, met uitspraken die we niet helder kunnen onderbouwen, en om systematisch en reproduceerbaar onderzoek te doen. Werken met ‘data’ en ‘feiten’. Die nieuwe toepassingen van machinelearning staan daar haaks op. Ze leiden vaak tot onherleidbare analyses van bijvoorbeeld auteursherkennings- of clusteringsalgoritmen, verscholen in een ‘black box’.

Nieuwe methoden voor de exegeet

Toch zou ik je willen uitdagen om verder te reflecteren op deze paradox. In de jaren 70 was jij de pionier die een nieuw instrument binnenhaalde in de werkkamer van de exegeet: de computer. Nu zijn er weer allerlei nieuwe instrumenten: statistiek, machinelearning, AI. Moeten we die werkelijk links laten liggen, of kunnen we zeggen: nee, er is continuïteit; we gebruiken alle mogelijke instrumenten in de werkplaats van de exegeet. En als we dat doen is de volgende vraag: hoe gaan we dan om met de paradox dat de computer juist was geïntroduceerd om inzichtelijkheid te bevorderen maar bij meer geavanceerde benaderingen tegenwoordig lijkt te functioneren als een black box?

Kortom: je hebt een fantastisch boek geschreven. Er staan veel dingen in die ik kan beamen, als bijbelwetenschapper en als gelovige, maar juist daarom stel ik jou de vragen die ook mij bezighouden:

  1. Hoe kunnen we een christelijke geloofsleer formuleren die recht doet aan alle inzichten uit de bijbelwetenschap die je in dit boek verwoordt? Wat kan de systematische theologie nog doen? Of wil je dat vak liever afschaffen?
  2. Hoe kunnen we omgaan met de paradox van de black box? Het ideaal van jou als pionier op het gebied van Bijbel en computer was en is om recht te doen aan de tekst en deze op een systematische taalkundig verantwoorde manier te lezen. Jouw boek is daarvan doordrenkt. Maar dit ideaal lijkt te worden ingehaald door nieuwe computationele methoden waar die inzichtelijkheid soms ver te zoeken lijkt. Kunnen die nieuwe methoden ook een plaats krijgen in de werkkamer van exegeet?

Willem van Peursen is Eep Talstra’s opvolger als hoogleraar Oude Testament aan de Faculteit Religie en Theologie van de Vrije Universiteit Amsterdam.


Eep Talstra, De bijbel als biografie van God en mensen. Geschiedenis en hergebruik van teksten. Amsterdam, Amsterdam University Press, 2024, 320 p. 

Voetnoten

  1. Zie hierover ook mijn oratie: Grip op grillige gegevens. De exegeet als systematicus (inaugurele rede, Vrije Universiteit Amsterdam, 2013). [http://dare.ubvu.vu.nl/handle/1871/40750]. ↩︎
  2. W.Th. van Peursen, The Verbal System in the Hebrew Text of Ben Sira (dissertatie, Universiteit Leiden, 1999). Een herziene en uitgebreide versie van dit proefschrift is verschenen als The Verbal System in the Hebrew Text of Ben Sira (Studies in Semitic Languages and Linguistics 41; Leiden: Brill, 2004). ↩︎
  3. H.M. Kuitert, Jezus, nalatenschap van het boek van het christendom (Baarn: Ten Have, 1998). ↩︎
  4. https://networkinstitute.org/mission/ ↩︎
  5. Voor de betekenis van het werk van James Barr, zie Stanley E. Porter (ed.), James Barr Assessed. Evaluating his Legacy over the Last Sixty Years, (Biblical Interpretation Series 192; Leiden: Brill, 2021). ↩︎
  6. Voor een uitgebreid overzicht van deze ontwikkelingen zie W.Th. van Peursen, ‘Computational Linguistic Analysis of the Biblical Text’, in William A. Ross and Elizabeth Robar (eds.), Linguistic Theory and the Biblical Text (Semitic Languages and Cultures 20; Cambridge: Open Book Publishers), 223–272 https://doi.org/10.11647/obp.0358.05. ↩︎

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken