The Privy Counsel als weg van meditatie naar contemplatie
Een inwijding in het ongeweten weten
In The Book of Privy Counseling beschrijft een anonieme monnik uit de 14e eeuw wat de mens moet doen om van meditatie naar contemplatie te gaan. Hij begeleidt de lezer naar ‘de hoogste liefde’. ‘Verlies jezelf, zodat je God kunt vinden.’
‘Een onverdeeld hart brengt de mens dichter bij de volmaaktheid dan welke meditatie ook.’1 Sinds mensenheugenis heeft de mens zich beziggehouden met vragen zoals: waartoe ben ik, wat beweegt mij, waardoor word ik bewogen? Het zijn spirituele vragen die de mens continu in beweging houden in een ‘voortgaande omvorming in betrokkenheid op het Onvoorwaardelijke’.2 Mensen zijn op zoek naar de bron van hun bestaan en vragen zich af hoe vanuit die bron te leven, naar dat ‘onbestemde’ dat hen beweegt. In onze westerse cultuur zien we talloze geschriften van religieuze schrijvers en mystici die iets laten zien van die bron; hoe men vanuit die bron kan leven en hoe men daaraan gestalte kan geven. Dit geldt eveneens voor het Oosten, waar men zich door de eeuwen heen heeft beziggehouden met Zen Yoga en meditaties. Mystici binnen uiteenlopende spirituele tradities getuigen van hun mystieke ervaring en laten zien hoe zij zich hebben begeven op hun mystieke weg naar contemplatie. Hiervan kunnen we leren hoe we onze eigen weg van meditatie naar contemplatie kunnen gaan.
Book of Privy Counseling
The Book of Privy Counseling, geschreven door een anonieme Engelse mysticus, een monnik uit de 14e eeuw, is de eerste geschreven formele counseling binnen de westerse literatuur. De monnik-auteur, die zelf door het mystieke proces van meditatie naar contemplatie is gegaan, begeleidt zijn leerling-lezer naar spirituele verlichting en vereniging. In de Middeleeuwen, vanaf de twaalfde eeuw en vooral in de veertiende eeuw, begonnen mensen te schrijven in hun moedertaal. The book of Privy counseling is daar een voorbeeld van. Vanaf nu kon ieder in de eigen moedertaal kennis nemen van mystieke werken. Spirituele groei was niet langer alleen maar iets voor kloosterlingen.
Het contemplatieve gebed gaat boven het denken en de fantasie uit
Herman Servotte vertaalde de titel als: Inwijding in het ongeweten weten. In andere woorden: ‘inwijding in de contemplatie’. De monnik leert het contemplatieve gebed dat boven het denken en de fantasie uitgaat. Hij leert zijn leerling dat je, om te komen tot een spirituele levenshouding op weg naar contemplatie, alles dient te ontkennen wat tussen jezelf en je Wezensgrond in staat.
De monnik is resoluut: ‘Wijs alle gedachten af, of ze nu goed zijn of slecht. God kan bemind worden, Hij kan niet gedacht worden. God kan bevat worden door liefde, maar nooit door concepten. Daarom: minder redeneringen en meer liefde.’3 Kortom: de monnik begeleidt zijn leerling op de weg van de hoogste liefde.
God kan bevat worden door liefde, nooit door concepten
Hij toont een diep inzicht in de menselijke geest en hij is zich bewust van onze capaciteit tot zelfbedrog, maar tegelijkertijd ‘toont hij een fijngevoelige compassie voor hen die lijden tijdens hun worsteling om te kunnen vertoeven in verstilde liefde in de kern van hun zijn’.4
Liefde
De monnik, zelf een contemplatief, kan beschouwd worden als iemand die hield van stilte en rust. Hij was een ervaren zielzorger met een pragmatische instelling, die mensen begeleidde in de kritieke fase van overgang van meditatie naar mystieke ervaring en het contemplatieve leven in vereniging met God.5
De liefde weet, maar op een ongeweten manier
Het hoofdthema van het boek is de ‘loutere gerichtheid op God, waarmee het liefdesvermogen van de mens reikt naar God in zijn wezen met voorbijgaan aan alle hindernissen’.6 Om louter gericht te zijn op God gaat het er om te komen tot een zogenaamd ‘naakt denken’ en een ‘blind voelen’ van het eigen zijn. Je moet eerst in staat zijn je eigen bestaan, jezelf, als zodanig te ervaren, wil je in staat zijn het wezen van God te ervaren. ‘Het wezen van God valt niet te ervaren buiten de ervaring van het eigen bestaan om. Het wordt duidelijk dat de mens geroepen is tot bestaan, om volledig te “zijn” en niet tot niet-zijn. In de mystieke ervaring wordt al het discursieve en redenerende denken overstegen. Het gaat om de onmiddellijke ervaring van de liefdesbeweging.’7 De ervaring is evident en vanzelfsprekend. Mystiek of contemplatie is een daad van de wil in een liefdesbeweging. De liefde weet, maar op een ongeweten manier, dat wil zeggen: spontaan, zonder redeneringen. Het is ook een weten dat geen weet heeft van zichzelf, maar slechts van de geliefde die alle aandacht opeist. De geest wordt ontledigd, zodat de liefde volop haar gang kan gaan.
Van meditatie naar contemplatie
De monnik definieert het zogenaamde ‘naakt denken’ en ‘blind voelen’ als ‘een absolute vereenvoudiging van het bewustzijn. Het liefdesverlangen is blind, omdat het oog van het begrijpen gesloten is. Het schouwen is ook blind omdat het kijkt of staart in het duister. Het ‘voelen’ en ‘denken’ zijn niet alleen blind, maar ook ‘naakt’.8 Met ‘blindheid’ en ‘naaktheid’ wordt bedoeld: het van alles ontdaan zijn; geen gedachten, geen gevoelens zoals ze fysiek bedoeld zijn. Er bestaat geen verbeelding. Buiten alle verbeelding, of buiten al het voelen, wordt het bestaan ervaren en komt men tot het pure naakte zijn. Tot zover de meditatie, waarin de mens puur aanwezig is. En vanuit hier kan zij/hij op weg naar contemplatie.
Geen egocentrisme, maar een ‘theo-centrisme’
In de pure aanwezigheid is de mens nog steeds gericht op het zelf in de meditatie, maar nu gaat het om een nieuwe gerichtheid, niet meer gericht op het zelf, maar op het liefdesobject dat ‘God’ wordt genoemd. Geen egocentrisme, waarbij men gericht is op zichzelf (in de meditatie), maar een ‘theo-centrisme’ waarbij men gericht is op God, zonder dat er eigen begrippen en emoties tussen zitten. Als je ‘blind’ en ‘naakt’ bent, ben je ontdaan van alles wat tussen jou en God in staat. Dit is wat de monnik bedoelt met ‘het vertoeven in het uiterste puntje van je geest’, dat wil zeggen: in je wezen, waar de eenheid tussen God en de mens niet verbroken wordt door gedachten.’9 Hier vindt de transitie plaats van meditatie naar contemplatie.
Twee stappen naar Verlichting
In The Book of Privy Counseling spreekt de monnik van twee grote stappen naar Verlichting. De eerste stap is de afwijzing van alle gedachten over wat ik ben en wat God is, om bewust te worden van datik ben en dat God is. Je laat alle ideeën over jezelf of over God los om tot een oningevuld en eenvoudig aanwezig-zijn te komen. Dit kunnen we ‘meditatie’ noemen.
Hij leidt de leerling tot een totale zelfontkenning
De tweede stap is de afwijzing van alle gedachten en gevoelens omtrent je eigen wezen om bewust te worden enkel en alleen van het Wezen van God. Het gaat om het loskomen van elk oordeel of mening over jezelf. ‘Verlies jezelf’, zo zegt de monnik, zodat je God kunt vinden. Op deze manier leidt hij de leerling tot een totale zelfontkenning. Dat wil zeggen: een schijnbaar zelfverlies om te komen tot een bewustzijn van enkel en alleen het Wezen van Hem die de mens liefheeft. Hier kunnen we spreken van contemplatie:
…hoewel ik je in het begin vertelde om alles te vergeten, behalve het blinde besef van jouw naakte wezen, wilde ik je al de hele tijd leiden naar het moment waar jij zelf dit zou vergeten om enkel en alleen het Wezen van God te ervaren’.10
Contemplatie is in de eerste plaats een genade
Genade
Deze manier van counseling is er niet een van non-directieve aard. Ze is eerder autoritatief, gezaghebbend; een (bege)leiding door iemand die het mystieke pad zelf heeft betreden en die een helpende hand biedt aan diegenen die naar hem willen luisteren. De monnik spreekt over de ontmoeting tussen hem en de jonge leerling, maar ook tussen hemzelf als geestelijke begeleider en anderen die zijn werken lezen. Zoals elke geestelijke begeleider benadert hij zijn taak vanuit een visie op hoe een persoon is gestructureerd en handelt, en hoe de verhouding is tussen God en de betreffende persoon. Voor hem ligt contemplatie besloten in de wil als respons op de liefde tot God. Deze ligt eerder in de affectieve dimensies dan in de cognitieve dimensies van de persoon. De monnik wijst dan ook diegenen terecht die contemplatie als een intellectueel gegeven beschouwen. Contemplatie is in de eerste plaats een genade, een beweging door God in gang gezet in de diepten van de menselijke ziel: ‘The impulse of love, this is the work of God alone.’11
Marianne Sommers is gepromoveerd binnen de mystieke theologie. Ze is werkzaam als senior gekwalificeerd onderzoeker binnen de Fontys Hogescholen. Binnen de opleiding Sociale Studies functioneert ze als supervisor en als docent filosofie, ethiek en professionele dilemma’s. Ze is lid van de redactie van Herademing.
- W. Johnston. The Cloud of Unknowing and The Book of Privy Counseling, 1973, p. 156, vertaling M.J.P. Sommers. ↩︎
- Kees Waayman, Wat is Spiritualiteit, Nijmegen TBI 1, 1992. ↩︎
- ibid. ↩︎
- W. Johnston, editor, The Cloud of Unknowing and The Book of Privy Counseling, Image Books Doubleday, New York, 1973, p. 10 – 11. ↩︎
- David Lonsdale, Traditions of Spiritual Guidance, in: The Way, volume 26, april 1986, p. 155-162. ↩︎
- Herman Servotte, Inwijding in het Ongeweten Weten, vertaling van The Book of Privy Coubseling, Gottmer’s Uitgeversbedrijf , Nijmegen, 1984. ↩︎
- ibid. ↩︎
- Herman Servotte, a.w., p.7. ↩︎
- ibid. ↩︎
- W. Johnston, The Cloud of Unknowing and The Book of Privy Counseling,1973, p. 171, vertaling M.J.P. Sommers. ↩︎
- David Lonsdale, , a.w., p. 155-162. ↩︎