Menu

Premium

Theatertekst: Jakob

Hoe groot is de kans dat je met God kunt vechten, het direct tegen God opnemen in een worstelwedstrijd, en zegevieren?

Volgens de meest gangbare theorieën over Gods almacht en in het licht van de dialectische theologieën over het kwalitatieve verschil tussen God en de mensheid, kun je met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid aannemen dat je zou verliezen, dat God zou zegevieren. En toch laat het enige voorbeeld dat we hiervan hebben in de Bijbel, precies het tegenovergestelde zien. Want Jakob – kent u Jakob? – worstelde een hele nacht met God en overwon. Het kostte hem een hele nacht maar hij overwon. Hij verliet de worstelwedstrijd met een chronische heupafwijking, maar als dat alles is wat je overhoudt aan een nacht worstelen met God, dan heb je het er behoorlijk goed afgebracht. En daarnaast kreeg hij de zegen waar hij om vroeg.

Nu denken sommige mensen dat Jakob met een andere man worstelde. Een droombeeld van zijn broer Esau voor wie hij bang was, misschien. Anderen denken dat hij met zijn eigen schaduw worstelde, dat hij serieuze kwesties met zichzelf moest oplossen, zoals velen van ons. Of met een engel. Een heleboel kunstwerken laten hem vechten met een gevleugelde tegenstander. Maar de tekst zegt dat Jakob de naam Israël krijgt, omdat hij gevochten heeft met God en mensen, en heeft overwonnen. Hij noemt de plek Pniël, omdat, zegt hij, ‘Ik God face to face heb gezien’. Dus houd ik het erop dat het niemand anders dan God was over wie Jakob zegevierde.

En als zo al onze theorieën over de overdonderende waarschijnlijkheid dat God wint, niet worden geverifieerd, dan is er iets heel onwaarschijnlijks aan God.

Het herinnert me aan die verhalen uit de Talmoed waarin enkele rabbijnen een moeilijke schrifttekst interpreteren. Drie rabbijnen hebben dezelfde mening en één heeft een andere mening. De ene rabbijn die de minderheidspositie vertegenwoordigt roept God als getuige aan. God luistert en springt in de bres voor de ene rabbijn. Maar de andere drie zijn niet onder de indruk. Ze realiseren zich dat God tussenbeide komt, maar dan is het nog steeds drie tegen twee. En wat doet God? God lacht. God vindt het leuk. Als God een debat over interpretatie niet had willen verliezen, had God op de berg Sinaï iets anders moeten doen dan de Tora toevertrouwen aan een volk dat rabbijnen zou voortbrengen…

Misschien is een onwaarschijnlijke God precies wat we nodig hebben.

Want: wat voegt een God die is gebaseerd op wat wij weten, die waarschijnlijk is, voorstelbaar is, eigenlijk toe? Jakob ontmoet een onwaarschijnlijke God.

Niet dat God er is, maar dat God anders is, is de openbaring.
En dat God anders is, onwaarschijnlijk, is waarschijnlijk omgekeerd evenredig met Gods waarschijnlijk zijn. En andersom.

Andere teksten in deze serie:

Abraham

Job

Mozes

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken