Thomas a Kempis en zijn navolging van Christus
Ontstaan van de Moderne Devotie
De Moderne Devotie is een laat-middeleeuwse hervormingsbeweging die in de veertiende eeuw in Deventer ontstond en zich verspreidde over Noordwest-Europa. De beweging hield bijna twee eeuwen stand. De stichter is Geert Grote (1340-1384). Hij keerde zich tegen de veruiterlijking van het geestelijke leven in zijn tijd. Hij en zijn volgelingen wilden weer leven als de eerste christenen, die volgens Handelingen 4 eendrachtig als gemeenschap samenleefden, zonder persoonlijke bezittingen. Er ontstonden leefgemeenschappen van ‘zusters van het gemene leven’ en van ‘broeders van het gemene leven’. Al snel na Geerts overlijden werden ook kloosters gesticht.
Liefst onbekend en toch wereldberoemd
De bekendste moderne devoot is vast en zeker Thomas a Kempis. Hoewel devoten als lijfspreuk hadden ‘Houd ervan onbekend te blijven’, is Thomas wereldberoemd geworden. Arme Thomas! Hij hechtte juist zo aan nederigheid! Op zijn graf stond ‘Overal heb ik rust gezocht, maar nergens gevonden, behalve in een hoekje met een boekje’. Dat klinkt niet als iemand die graag op de voorgrond treedt. Toch is de naam van Thomas tot op de dag van vandaag overal ter wereld bekend. Dit is te danken aan één van de boeken die hij schreef: De navolging van Christus.
Het boek De navolging van Christus behoort tot ‘het erfgoed van de ongedeelde Kerk’
Er is een indrukwekkende lijst beroemdheden te noemen waarvan bekend is dat zij dit boek hebben gelezen. Zomaar een greep uit een lange lijst namen: koning Willem I, Mahatma Gandhi, Dietrich Bonhoeffer, Dag Hammarskjöld, Bill Clinton. Deze laatste schrijft in zijn memoires dat hij na de Monica Lewinsky-affaire ’s avonds in het Witte Huis de Navolging van Christus las. Hij is overigens niet de enige die het boek het liefst ’s avonds open doet: Miss Marple, die slimme oude dame in de boeken van detective-schrijfster Agatha Christie, leest elke avond voor het slapen gaan in bed nog enkele devote teksten uit het boek van Thomas. Trouwens, mijn eigen moeder had in mijn jeugd ook de Navolging van Christus op haar nachtkastje liggen!
In heel wat christelijke huizen is ergens wel een exemplaar van de Navolging van Christus te vinden.
Probeer de gezindheid van Jezus in het eigen leven uit te beelden
Dat geldt zowel voor huizen van katholieken als van protestanten. Thomas leefde immers vóór de Reformatie. Dat betekent dat zijn boek behoort tot ‘het erfgoed van de ongedeelde Kerk’. Vele kloosterlingen zijn met het boek in aanraking gebracht. Jezuïeten worden als novicen aangemoedigd dagelijks in de Navolging van Christus te lezen. Maar wie was die Thomas a Kempis eigenlijk en wat is dat voor een boek dat hij geschreven heeft?
Wie is Thomas a Kempis?
Thomas (1379/80-1471) is een moderne devoot van de tweede generatie. De stichter Geert Grote kan hij niet gekend hebben want deze sterft als Thomas vier of vijf jaar oud is en nog in het Duitse Kempen woont (ongeveer twintig kilometer ten oosten van Venlo).
Zijn vader is er smid, vandaar zijn werkelijke naam Thomas Hemerken, wat ‘hamertje’ bekent. Het is een tijd waarin de Latijnse scholen van Deventer en Zwolle in wijde omtrek vermaard zijn. Scholieren uit de Lage Landen en uit Duitsland komen ernaartoe. Zo verhuist Thomas als twaalfjarige naar Deventer. Hij komt in huis bij Florens Radewijns, een vriend van Geert Grote. Deze wordt Thomas’ mentor en vormt hem in de geest van de Moderne Devotie. Als Thomas 26 jaar is, treedt hij in in het klooster op de Agnietenberg in Zwolle. Een jaar later legt hij zijn gelofte af (professie) en wordt definitief in de kloostergemeenschap opgenomen. In 1413 wordt hij priester gewijd.
De Navolging van Christus
In het klooster wordt Thomas subprior en novicenmeester. Dit laatste betekent dat hij jonge kloosterlingen begeleidt op hun geestelijke weg. Met het oog hierop schrijft hij zijn Navolging van Christus. Eigenlijk is ‘schrijven’ niet het goede woord. Beter is het om te zeggen dat hij het boek samenstelt. Thomas verzamelt namelijk allerlei uitspraken, ordent en redigeert ze tot een boek dat eigenlijk uit vier boeken bestaat. Daar doet hij maar liefst eenentwintig jaar over. De uitspraken zijn afkomstig van kerkvaders en filosofen, uit de liturgie en uit ‘rapiaria’ van overleden Moderne Devoten. ‘Rapiaria’ (vert. ‘samenraapsels’) zijn opschrijfboekjes waarin Moderne Devoten teksten verzamelen die hen raken en die zij gebruiken voor persoonlijke meditatie. Thomas plaatste alle gevonden teksten zo dat zij een mystieke weg wijzen. De blik van de lezer wordt bijgestuurd om God in deze aardse werkelijkheid te kunnen schouwen. Al lezend voltrekt zich een innerlijke reis, die start met verlangen naar God, maar met een door zelfbetrokkenheid verblind hart, en uitkomt in het ‘land van de eeuwigdurende klaarte’ waarin de ziel met God verenigd is.
Vier boeken in één
De navolging van Christus bestaat eigenlijk uit vier boeken. Zij zijn als volgt getiteld: I ‘Wenken, dienstig voor het geestelijke leven’, II ‘Wenken die op het innerlijk betrekking hebben’, III ‘Innige aansporing tot de heilige communie’ en IV ‘Boek van de innerlijke vertroosting’. Gaandeweg wordt de aanspraak van de lezer intiemer. In het eerste boek kan hij of zij nog iedereen zijn. Maar wie echt verlangt de innerlijke reis te maken, wordt in het tweede boek persoonlijker aangesproken. Vaker is de lezer een ‘jij’. Steeds meer wordt de tekst een samenspraak tussen God en de gelovige. In het derde boek is de lezer een leerling van Christus geworden en in boek IV een kind van God. In dit laatste boek, dat in z’n eentje al de helft van de Navolging van Christus beslaat, is de relatie met God zo intiem geworden dat het begint met woorden van de gelovige, die zegt: ‘Horen wil ik wat de Heer God in mij spreekt’. Hier zien wij de innigheid van de Moderne Devotie goed uitgedrukt. De gelovige verlangt naar een on-middel-lijk relatie met God. Dat wil zeggen: dat er geen boeken, geen leraren, geen priesters, nee, niets meer nodig is om deze relatie te bemiddelen. Om Gods stem te horen, hoeft hij of zij zich enkel naar binnen te keren.
Al lezend voltrekt zich een innerlijke reis – van verlangen naar ‘eeuwigdurende klaarte’
Christus uitbeelden
Op de innerlijke weg kunnen geestelijke oefeningen niet ontbreken. Meteen aan het begin van het eerste boek raadt Thomas de lezer aan ín het leven van Jezus te mediteren. Dat is wat anders dan nadenken óver het leven van Jezus. Het gaat erom je zo in het leven van Jezus te verdiepen, dat je gevoelig wordt voor de geest die hem van binnenuit bewoog, opdat die geest ook in jou tot leven komt. Dat is precies wat Thomas bedoelt als hij zijn boek in het Latijn De Imitatione Christi noemt: over de uitbeelding van Christus. Thomas is ervan overtuigd dat, als we proberen de gezindheid van Jezus in ons eigen leven uit te beelden, zijn Geest vat op ons zal krijgen. Hierdoor zal Gods licht ook door ons in de wereld schijnen.
De noodzaak van beproevingen
Thomas weet goed dat de innerlijke weg zich niet zonder beproevingen kan voltrekken. Als het goed met ons gaat, denken wij maar al te snel dat wij dat aan onszelf te danken hebben. Maar juist in moeilijkheden zien wij hoe kwetsbaar wij zijn. Als God ons niet steunt, zijn wij nergens. De beproeving maakt ons dus van onze godsrelatie bewust. Wij beseffen wat echt van waarde is. De buitenkant van het leven blijkt relatief: geld en goed, status, het oordeel van mensen. Het is allemaal vergankelijk. Toch zoeken wij daarin vaak ons houvast. Thomas noemt die buitenkant ‘de wereld’. Als hij schrijft ‘Dit is de hoogste wijsheid: door de wereld niet te achten reikhalzen naar het hemelse koninkrijk.’ (I, 1, 12), bedoelt hij niet dat wij ons uit de wereld moeten terugtrekken (als dat al zou kunnen). Hij moedigt ons ermee aan ons houvast alleen te zoeken in God, die met zijn stille presentie de heilige, onvergankelijke binnenkant van het bestaan uitmaakt.
Verlangen als trekkracht van God
Sommige mensen leggen De navolging van Christus al snel geërgerd weg. Zij menen er hetzelfde moralisme in te herkennen dat hen vroeger in de kerk zo heeft beklemd. Maar het is niet Thomas’ bedoeling te moraliseren. Hij heeft het beste met de lezer voor. Wie verlangt naar innerlijke verlichting, wijst hij de weg. Eerlijk is eerlijk, in het begin bespeelt hij wel de angst van mensen voor hel en verdoemenis, maar al snel spreekt hij de lezers op hun verlangen aan.
Verlangen is de kracht waarmee God ons trekt uit ons zelfbetrokken perspectief naar het land van de eeuwigdurende klaarte.
De Navolging van Christus heeft zijn aantrekkingskracht nog niet verloren. Nog steeds vinden mensen er aanwijzingen in om God op het spoor te komen. Zij voelen zich aangemoedigd zich aan hun verlangen toe te vertrouwen. Zo worden zij ‘uitbeelders van Christus’ in wie Gods Geest in deze wereld tot leven komt.
Mariska van Beusichem is stadpastor van Zwolle en voorzitter van Stichting Thomas a Kempis.
Boekentip: De navolging van Christus
Het boek De navolging van Christus van de middeleeuwse monnik Thomas a Kempis is door christenen van alle plaatsen als lijfboek omarmd. Dit boek van bijbelse, oud-christelijke en middeleeuwse wijsheid is in duizenden uitgaven gedrukt en in allerlei talen vertaald. Al meer dan vijf eeuwen lang heeft het de weg naar miljoenen lezers gevonden, die de vele honderden raadgevingen vaak levenslang hebben herlezen en overwogen.