Tips voor het voeren van een geloofsgesprek

In en rond de kerk wordt veel gesproken: over koetjes en kalfjes, allerhande taken in de gemeente, en natuurlijk ook over God en geloof. Dat laatste vinden we vaak nog behoorlijk ingewikkeld. Hoe doe je dat eigenlijk? Hoe voorkom je dat de een vooral aan het praten is en de ander alleen instemmend knikt? Hoe voer je een goed geloofsgesprek? Hier een vijftal tips om je op weg te helpen:

1. Het ideale gesprek bestaat niet. Je kunt het idee hebben dat een gesprek pas geslaagd is als er bepaalde (geloofs)zaken ter sprake zijn gekomen of bepaalde (geloofs)woorden zijn gezegd. In de praktijk is dat echter helemaal niet het geval. Alle gesprekken zijn anders en ook zonder dat het gesprek de kant op is gegaan die jij voor ogen had, kan het alsnog een goed gesprek zijn geweest.  
2. Let op alle communicatie. Het is een open deur: we communiceren niet alleen met woorden, maar ook met onze ogen, onze mond, onze lichaamshouding, en zelfs met de manier waarop je binnenkomt en de plek waar je gaat zitten. Al die dingen zeggen iets over waar je gesprekspartner op dit moment staat.
3. Een geloofsgesprek steekt meestal niet gelijk af naar de diepte. Beide gesprekspartners hebben tijd nodig om elkaar te leren kennen en om geloofszaken op een natuurlijke manier aan de orde te stellen. Over het algemeen gaat het gesprek van feitelijkheden naar emoties en uiteindelijk naar levensbeschouwing en spiritualiteit. Als iemand bijvoorbeeld bang is, is het raadzaam om eerst te vragen wat iemand bang maakt (het feit) voordat je een gesprek over die angst kunt hebben (de emotie) en in kunt gaan op hoe dat inwerkt op iemands geloofsleven (levensbeschouwing en spiritualiteit).
4. Wees voorzichtig. Een geloofsgesprek is niet zomaar een gesprek: het gaat over heel persoonlijke zaken die nauw verweven zijn met iemands levensverhaal. Iemand kan moeite hebben met het vertrouwen op God door beschadigingen in de eigen jeugd, of kan juist slecht reageren op bepaalde woorden door eerdere negatieve ervaringen daarmee. Voorzichtigheid is dus geboden: waar je het geloof van de ander betreedt, kom je op heilige grond.
5. Durf kleur te bekennen. In een goed gesprek luister je niet alleen naar wat je gesprekspartner in te brengen heeft, maar laat je ook iets van jezelf zien. Het helpt daarom als je je eigen geloofsleven in beeld hebt en daar ook woorden aan kunt geven, maar dan zonder jouw geloof aan de ander op te dringen.

Tot de kern komen

Wil je meer weten over het voeren van een goed pastoraal of geloofsgesprek? Of ben je op zoek naar meer praktische tips? Lees dan Tot de kern komen. De kunst van het pastorale gesprek van Johan Smit.