Verbonden met het licht
Wim Jansen is emeritus predikant van Vrijzinnig Delft en de Koorkerkgemeenschap in Middelburg.
Bidden, dat vreemde, oermenselijke verschijnsel. Het is van alle tijden en plaatsen. Overal bidden mensen. Ik ben in Gambia geweest, in India, onlangs waren we in Chili, het is ontroerend om te zien: al die mensen overal die buigen, buigen voor het universum en zich richten tot het onzichtbare onzegbare – wat een mysterie…
RUIMTE
Toen ik nog in Vlissingen woonde, fietste ik elke morgen over de boulevard langs de zee. En steevast zag ik bij het windorgel een man zitten met zijn gezicht naar het licht. Heel vaak zijn daar Jacobsladders te zien. Machtig staan hun wijd uitwaaierende lichtbundels op de Schelde. Daar zat hij naar te kijken, die man. Uren. Maar wat deed hij in wezen? Ik denk dat hij zat te bidden. Hij zou het zelf misschien niet zo noemen. Hij knielde niet, vouwde zijn handen niet, prevelde niet, wendde zijn gezicht niet omhoog naar een meneer aan de bovenste sport van een ladder of elders in het heelal.
Maar hij zat wel zo, zo verstild, zo verzonken in zichzelf, zo onderdeel van die grote ruimte om hem heen, zo… verbonden met het licht.
Ja, dat is het: hij verbond zich met het licht. En dat is bidden. Verzonken in zichzelf verbond hij dat licht vanbuiten met het licht vanbinnen.
Bidden is bewustwording van de innerlijke ruimte. Bewustwording van het licht daarbinnen – en je daarmee verbinden. Misschien noem je het God, maar dat hoeft niet.
IN ONS
Bidden gebeurt in je hoofd. Net zoals dromen gebeuren in je hoofd. Ook in dat hoofd van Jakob, rustend op een steen. De ladder die hij ziet is een droom in de bijna kinderlijke beelden van toen: God in een hemel boven ons en wij hier beneden. Wij westerlingen geloven over het algemeen niet meer in een God aan de bovenste sport van een ladder. Dat is niet meer ons beeld. Wij denken vanuit een andere, ontmythologiseerde werkelijkheid. Wij denken bijvoorbeeld in termen van brein en stofjes die worden aangemaakt.
Dat hoeft niet minder te zijn, zoals zo vaak wordt gedacht. Het schenkt ons juist nieuwe beelden. Zo kunnen we ons heel goed voorstellen dat we ons verbinden met iets in ons brein. Een innerlijke werkelijkheid. Een kracht, een warmte, een gloed, een bron.
De opstijgende en neerdalende engelen symboliseren die verbinding met het licht in ons. De ladder naar God staat opgericht in ons innerlijk universum. God woont in ons, de hemel is in ons.
BELOFTE
Dat bidden een innerlijk gebeuren is, maakt het niet minder werkelijk.
De droom van Jakob speelt zich af in het innerlijk maar er gaat een enorm inspirerende kracht van uit. Zijn uiterlijke leven verandert, is een belofte geworden. Hij kan op weg, een onzekere toekomst tegemoet, ja, maar met de warmte van dat beeld in zijn hoofd.
Wie bidt, draagt engelen in zich mee.
WIM JANSEN, ‘BRON IN JE BREIN. BIDDEN TOT DE GOD IN WIE JE NIET GELOOFT’, MEINEMA, 2018.