Vergaderopening: Eerbied a.u.b. – 1 Timoteüs 5:1

Kerntekst
‘Word niet heftig tegen een oude man…’
1 Timoteüs 5:1
Schriftlezing
1 Timoteüs 5:1-16
Uitleg
De hele brief aan Timoteüs is duidelijk een schrijven van een oude ervaren man aan een jonge vriend die nog heel wat te leren heeft. De praktijk leert vandaag de dag, dat men op zoiets niet zit te wachten.
We mogen wel opmaken uit het feit dat deze brief zo zorgvuldig bewaard is dat hij in het Nieuwe Testament is terechtgekomen, dat men er indertijd, in de vroegchristelijke gemeente wel anders over dacht. Er werd met stille eerbied geluisterd naar de raadgevingen van ouderen. Het woordje ‘oud’ wordt nogal eens misprijzend uitgesproken, in de Heilige Schrift wordt het prijzend uitgesproken.
Maar de apostel weet uit ervaring dat oude mensen ook meer dan eens onwijze woorden zeggen en dingen doen, die niet door de beugel kunnen. Het gaat echter niet aan om tegen zulke mensen heftig uit te varen. Paulus raadt Timoteüs aan om zulke bejaarden vaderlijk te vermanen. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan.
De apostel somt trouwens in deze brief meerdere soorten mensen op en adviseert hen tactvol tegemoet te treden. Zou dat niet een gave van de Geest zijn, die ons deel wordt na veel vallen en opstaan, maar vooral na veel gebed.
Als we ons bewust zijn van het geduld van Jezus Christus met zijn mensen, dan leren we voortdurend bij, ook in de omgang met de ouder wordende medemens.
Overweging
Je hoeft ook van ouderen niet alles te slikken. Maar onze manier van omgang dient wel eerbiedig te zijn. In onze oren blijft het vijfde van de tien Woorden klinken: ‘Eert uw vader en uw moeder.’
Dat ‘gebod’ geldt natuurlijk niet slechts voor ouders, het heeft een veel bredere werking. Dat ‘eren’ betekent niet dat ouderen altijd gelijk moeten krijgen, welnee. Ze zitten er voortdurend naast. Maar hun houding en standpunt moeten wel zwaar wegen en geducht meetellen. Met respect luisteren naar het verhaal van een oudere…
En als ze er blijkbaar helemaal naast zitten… een milde reactie a.u.b. ‘Mevrouw, ik geloof niet dat we het eens zullen worden, maar misschien is het wijs als we samen het Evangelie opslaan?’
Gebed
Heer, U heeft uw leerlingen niet dom gehouden.
U heeft ze wijze lessen gegeven.
We kunnen leren ons verstand te gebruiken.
Het is ons geraden dat te doen, ook in onze omgang met elkaar,
met de oudere medemens.
Maar wijsheid is niet te leren, is een geschenk,
een gave van U.
Daar vragen wij U om, om dat genadegeschenk.
Opdat we onze dwaze heftigheid afleren,
alsook onze oeroude verbetenheid.
Om Jezus’ wil. Amen.
Ter bezinning
Oud salon
Zes zware stoelen staan hier langs de muren
en de piano is van ebbenhout;
aan grijze wand landschappen met figuren
in zwarte lijsten met een streepje goud.
In zulke kamers is men altijd oud,
de zomerdagen en de winteruren
zijn even lang, alles is sterk gebouwd
en kan, ofschoon bouwvallig, eeuwen duren.
Er staan, zoals het hoort, voor de gordijnen
een oude cactus en een clivia,
die een week bloeien en dan verder kwijnen.
Hier heerst de vrede, de eeuwigheid bijna…
In zulke kamers drinkt men oude wijnen
en denkt men rustig over ’t leven na.
(Jan van Nijlen, Verzamelde gedichten, Amsterdam 1964)
Deze vergaderopening is eerder verschenen in ‘Er voor staan’, onder redactie van Aart Peters en Arie Romein. Bekijk alle vergaderopeningen.