Vergaderopening: Late vrucht – Psalm 92:15

Kerntekst
‘Zij zullen in de ouderdom nog vrucht dragen, fris en groen zullen zij zijn.’
Psalm 92:15
Schriftlezing
Psalm 92
Uitleg
We bedoelen met ‘late vrucht’ niet zozeer dat de vruchten pas aan de late kant te plukken zijn.
Dat zal zeker nogal eens het geval zijn. Men spreekt weleens van late bloeiers. In deze psalm is sprake van bomen die heel lang vruchten geven. En dat er derhalve ook mensen zijn die tot in hoge ouderdom een zeer waardevol bestaan leiden. Dat geldt dan met name voor de ‘rechtvaardigen’.
Deze psalm, die al eeuwenlang meegaat als een psalm op de sabbatdag, is volgens een oeroude joodse traditie door Adam gezongen op de allereerste sabbat. Een beetje Jood zingt hem elke sabbat. Want de sabbat is zo’n machtige gave van de Here God aan zijn volk, zijn mensen…
Wij waren eens op een vrijdagavond in Jeruzalem. We gingen naar de synagoge om het begin van de sabbat mee te maken. Het samenzijn was in het Godshuis gevuld met blijde verwachting. Opeens keek iedereen achterom: daar komt de koningin, de sabbat, binnenwandelen in ons bestaan. Welkom!
Maar er is nog een diepere gedachte over de bedoeling van deze hymne van de Rustdag.
Hij zou namelijk verwijzen naar de toekomst. De wereld, het bestaan dat komt, is een bestaan als een eindeloze sabbat. Het verlangen daarnaar is begrijpelijk als je in dit vrolijke lied toch het verdriet hoort over de gang van zaken in de bittere realiteit van hier en nu: de goddelozen spruiten als het groene kruid uit en alle bedrijvers van ongerechtigheid bloeien.
Maar… daartegenover staat dan toch maar de rechtvaardige, het kind van God die ‘geen kind meer is.’
Zij stellen zich teweer tegen de vijanden van Israël en zijn God. En ze houden dat vol zoals een palmboom nog na meer dan tweehonderd jaar vrucht geeft. Zou dat niet komen door de verfrissende, levendmakende, scheppende kracht van de Geest?
Overweging
‘De ouderdom komt met gebreken.’ Die uitdrukking is ons maar al te zeer bekend. Uiteraard zit er wat in. Maar in een andere, geestelijke, zin van het woord zou het weleens precies andersom kunnen zijn. De ouder wordende medemens kan op zijn of haar leven terugzien en zeggen: In de zogenaamde bloeitijd van mijn bestaan liet ik mij maar gaan, legde ik me bij de meerderheid neer, maar in de zogenaamde nadagen kwam ik tot bezinning, werd ik een mens, geen meeloper in de trend, de waan van de dag. Ik leefde op omdat ik de hand zag die mij plantte en door Wie ik er mag wezen! Niets is er mooier dan de glans van de genade, die je nog bestraalt in de avond…
Gebed
God van Abraham, Izaäk en Jakob.
We danken U voor de rust die U uw schepselen van het begin af aan gunde.
En dat er mensen waren, Joden, die dat opmerkten en er gewag van maakten.
Wij zouden anders nergens van geweten hebben.
En dat men toen en ook vandaag daaruit de conclusie trok dat er een rust overblijft voor het volk van God.
In onze buitengewoon onrustige wereld is dat iets om te zingen.
Om zo’n psalm als die van Israël te zingen.
Neemt U ons alstublieft niet kwalijk dat wij slordig met uw gave… de gave van de rustdag zijn omgegaan.
Enerzijds door maar door te sjouwen en te zwoegen.
Anderzijds door er een vreugdeloze dag van te maken zonder kraak of smaak.
Dank U wel voor het Evangelie van Jezus Christus.
En dat Hij ons op de hoogte brengt van zijn rusteloze mentaliteit om ons, onmogelijke mensen in de eeuwige rust te brengen. Amen.
Ter bezinning
Aan de mens
Boom je stam was koud en bloot
in de winter leek je dood.
Komt de zomer vuur en vlam
bloeien rozen aan je stam.
Mens wat ben je dood en koud
als je niet van mensen houdt.
Zonder liefde vlam en vuur
is je leven kort van duur.
Zonder lachen licht en lied
zonder liefde gaat het niet.
Mensen leef toch en Godweet
vind je liefde bij de vleet.
(Huub Oosterhuis, Levende die mij ziet, Kampen 1999)
Deze vergaderopening is eerder verschenen in ‘Er voor staan’, onder redactie van Aart Peters en Arie Romein. Bekijk alle vergaderopeningen.