Menu

None

Twee recensies van Ds. L.W. Smelt

Deze recensies verschenen ook in het oktobernummer van 2022 van de Veluwse Kerkbode.

Gebeden voor lichte en donkere dagen

Wie Paulus nazegt: ‘Wij weten niet wat we bidden zullen zoals het behoort’ kan zich door deze veelkleurige verzameling van gebeden laten inspireren. Wie terugschrikt voor de grote variatie van veelal onbekende christelijke bidders en wie gehecht is aan de klassiek gereformeerde verwoordingen zal geen click met dit boek krijgen. Maar diegenen die nieuwsgierig zijn hoe andere christenen het wagen met God in gesprek te gaan en die van een gebedenboek een werkboek maken,  vinden voldoende witruimten om eigen belevenissen en reacties er bij te schrijven.

De gebeden zijn vindbaar op thema. Je vind gebeden over aanbidding, angst, bezorgdheid, dankbaarheid en de naderende dood. Maar ook over onrecht, stilte, twijfel, verwachting, vreugde, wanhoop en ziekte. Het hele leven komt zo aan bod, met zijn zonnige momenten en schaduwkanten.

Spreken over God, Hoofdlijnen van de theologie.

Van de Beek blijft schrijven én boeien. Waarom? Omdat hij in een combinatie van hoogdravende vaktaal én gewone spreektaal boek in en boek uit kan laten merken aan zijn lezers hoezeer hij geboeid is door  Jezus Christus, de Gekruisigde. Wie zich niet laat verwonderen door het volbrachte werk van Christus, wie God niet wil leren kennen in het lijden van Jezus en niet wil lijden met Hem, valt vroeg of laat met zijn geloof om.

Nadat hij in zes dikke delen zijn dogmatiek heeft geschreven, reikt hij ons in Spreken over God alleen de hoofdlijnen van zijn theologie aan. Een samenvatting. Wie dat in 300 pagina’s kan is hoogbegaafd en bewijst iedereen die in theologie geïnteresseerd is een grote dienst. Ik las ook dit boek met rode oortjes. Raakte soms opnieuw van slag, omdat Van de Beek er niet op uit is om mij te bevestigen in wat ik vanuit klassieke schema’s reeds dacht te weten of wat ik als postmodern mens aan goed-voelende religiositeit krijg voorgeschoteld. Van de Beek is bewust eenzijdig en daarom ook profetisch. Het boek nodigt uit tot het zetten van uitroeptekens en vraagtekens. Wie de smaak te pakken wil krijgen leze bijvoorbeeld wat Van de Beek schrijft over de eucharistie (p.131v), het duizendjarig rijk en de opstanding van het lichaam (p.143-150) en het ambt (p.166v).

Geloofsleer

Wie Van de Beek leest gaat steeds meer houden van de kerkvaders uit de eerste eeuwen van de kerkgeschiedenis. Vele nieuwe opvattingen blijken een herhaling te zijn van vroegere orthodoxe óf ketterse denkpatronen. Van de Beek benadrukt het éne reddende komen van Christus. Van een uit elkaar trekken van Zijn eerste en tweede komst en van een -in een tussentijd- menselijk bouwen aan een koninkrijk van God op aarde moet Van de Beek niets hebben. Dat leidt tot ongegrond optimisme en breekt stuk op de harde werkelijkheid. Hij blijft het boven alles daarvan  verwachten dat Gód oordeelt en recht doet. Dit geloof gaat dus altijd gepaard met aanvechting. Hoe brengt God deze lijdende schepping tot heerlijkheid? Wat is er op basis van Jezus’ opstanding nu reeds te merken van licht dat de duisternis overwint?

Hopelijk wordt het Van de Beek (geb. 1946) gegeven om op basis van zo’n diep doordachte geloofsleer regelmatig columns en artikelen te schrijven die duidelijk maken wat ons als christenen te geloven en te doen staat in deze eindtijd. 

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken