Vijftig tinten God
Vijftig tinten God zoekt de grenzen van de katholieke moraal en de katholieke leer op. Zo wordt onder andere het gesprek over de acceptatie van het homohuwelijk en de vrouw in het priesterambt heropent op Bijbelse gronden.
In de columns van deel 1, ‘Op de rand van Capgras’, staat de katholieke leer van sociale gerechtigheid centraal. Volgens Mgr. Muskens mag je stelen indien de nood erom vraagt. Hoever mag je daarin gaan? Waarom zijn volgens de christelijke principes de moord op Sadam Hoessein, Kadhaffi en de (ingebeelde) moord op Adolf Hitler verwerpelijk? Waarom zijn Holocaustontkenners nou precies degenen die een nieuwe Holocaust niet in de weg zouden staan? Wie lijdt aan het syndroom van Capgras verliest zijn gevoel van werkelijkheid. Men gaat denken dat de eigen geliefden, partner, vader, moeder, kinderen door dubbelgangers zijn vervangen. De auteur neemt dit syndroom als uitgangpunt voor zijn beschouwingen. Hoe ouder je wordt, hoe dichter je op de rand van Capgras komt.
Deel 2, ‘De Exegeet’, bestaat uit een vijftiental essays over het Johannesevangelie. Onderwerpen zijn onder andere het apofatische Woord in den beginne, de kosmologische opvatting van Johannes als metatheorie van de schepping, de deconstructie van het verraad van Judas en de overeenkomst tussen de ‘Ik ben’- woorden van het evangelie en de ‘Ik ben’-uitspraak van Maria in Lourdes. Via dit laatste onderwerp bespreekt de auteur de feminisering van het christendom, hoe ‘Lourdes’ de Roomse hiërarchie van een mannelijke kerk uitdaagt en de uitsluiting van vrouwen onder kritiek stelt. Rode lijn in de exegese van het Johannesevangelie is de gevoeligheid van Johannes voor de tekortkomingen van het instrument ‘taal’. Hij laat Jezus zelfs letterlijk zeggen dat zijn taal ontoereikend is en dat hij noodgedwongen in ‘paroimiai’ moet spreken. Paroimiai wordt vaak ten onrechte met ‘spreuken’ of ‘parabels’ vertaald. Het betekent echter ‘zijweg’, een weg die afdwaalt van de hoofdweg. Jezus zegt dat zijn woorden dwaalwegen zijn. Vindt daar nog maar eens een uitweg uit.
Deel 3, ‘Seks & God & Alcohol’, bevat een vijftiental artikelen die alle over God gaan, vaak over seks en soms over alcohol (en vegetarisme). Als kerkjurist gaat de auteur op zoek naar wat in de Bijbel beslissend is voor een huwelijk. Hij ontdekt dat dit niet een contract, een belofte, handeling van een priester, een ring of een ander symbool is, maar de geslachtsgemeenschap. In de evangeliën wordt het Griekse woord ‘gameo’ doorgaans met ‘huwen’ vertaald. Letterlijk echter betekent het ‘seks hebben’, of nog platter: ‘to fuck’, ‘neuken’. Jezus laat zijn leerlingen weten dat men in de hemel niet aan seks doet. Wel zo rustig, al is het misschien geen blijde boodschap. Verder zoekt de auteur naar opvattingen over homoseksualiteit. Hier komen Jezus en Paulus tegenover elkaar te staan. Maar is het wellicht mogelijk Paulus zo te verstaan dat hij homohuwelijken zou accepteren? Van daaruit zoekt de auteur verder naar de grenzen in de katholieke moraal en leer. De maaltijd die de zondeval inluidde, ‘de appel’, en de maaltijd die de zondeval weer opheft, het eucharistische brood, staan tegenover elkaar als dood en leven. Jezus maakt de zondeval ongedaan, waardoor de toestand van de schepping vóór de zondeval wordt hersteld. Dit betekent ook dat het vegetarisch regime van voor de zondeval terugkeert. Zijn er aanwijzingen dat Jezus Christus dit vegetarische regime omarmde?
Ook in deel 3 is het uitgangspunt dat de taal een barrière schept die niet kan worden overbrugd naar werkelijkheid of waarheid. De auteur onderzoekt wat de consequenties van dit gegeven zijn voor het denken over evolutie (‘Een toevallige God’) en over de oerknal (‘De suïcidale Verlichting of hoe de wetenschap zichzelf om zeep hielp’).
Tenslotte is ook een vijftal artikelen opgenomen over het kindermisbruik in de Kerk. De auteur was van 2010 tot 2020 woordvoerder namens de ordes en de congregaties en laat zijn bijzondere licht over dit dossier schijnen.
Vijftig tinten God bevat precies vijftig stukken over uiteenlopende onderwerpen die bij elkaar worden gehouden door het apofatische thema ‘God’. Apofatisch is het woord dat de oude Grieken gebruiken voor iets waarover je niet kunt spreken.
Patrick Chatelion Counet: Vijftig tinten God. Essays en columns op de rand van Capgras, Berne Media 2020 (224 p. – geïllustreerd).
“In de hemel doet men niet aan seks’, deelt Jezus zijn leerlingen mee (Lucas 20:35). Geen blijde boodschap voor een veelal door seks gedomineerde wereld. In Vijftig tinten God neemt de auteur de lezer mee op een relativerende reis door religie en wetenschap. Patrick Chatelion Counet was tien jaar lang secretaris van de kloosterordes en congregaties in Nederland en nauw betrokken bij het dossier kindermisbruik in de Rooms-Katholieke Kerk. In deze bundel essays en columns schrijft hij onder meer over kindermisbruik, homoseksualiteit, God en de geslachtsdaad, de vrijheid van vrouwen, het vegetarisme van Jezus Christus, oerknal en schepping, en de haat-liefde verhouding van religies met alcohol. Uitgangspunt is het syndroom van Capgras. Wie hieraan lijdt, denkt dat zijn geliefden door dubbelgangers vervangen zijn. De wereld lijkt niet meer echt. Het is de toestand waarin je geraakt als je ouder wordt.