Menu

Basis

Waken in de stille week: een hedendaagse vorm met oude wortels

In de week voor Pasen worden verschillende vieringen georganiseerd. In Utrecht sinds een aantal jaren ook een Paaswake. Over de historische wortels, de betekenis en de waarde daarvan wordt hier geschreven.

Mw. M. Geurtsen is rooms-katholiek theoloog. Zij werkt als zelfstandig adviseur en ontwikkelaar op het gebied van liturgie en rituelen.

Het is stil in de Janskerk. Door de muren heen klinkt het geruis van het nachtelijk uitgaansleven in de binnenstad van Utrecht, maar dat doet niets af aan de intense rust die de aanwezigen uitstralen. Het hart van de wake is een groot staand kruis dat sinds de viering van Goede Vrijdag op het hoogkoor staat. Rondom op kussens en dekens op de stenen vloer zitten enkele mensen te mediteren. Of misschien zijn ze alleen maar stil. Verderop in het halfdonker loopt iemand naar een andere plek, neemt plaats op een stoel. Er zijn alleen wat kleine lichtspots aan. Iemand schenkt koffie in. Iemand anders zit te schrijven bij kaarslicht. Juist als je je realiseert dat de stad toch stil gevallen is, valt je oog op de grote schaduwen van bomen aan de andere kant van de hoge ramen. Is dat ochtendlicht? Of is het nog te vroeg? Maar in het donker waren die schaduwen van bomen er niet. Even later weet je het zeker. Het eerste spoor van ochtendlicht gloort. Zo verovert ongemerkt de nieuwe dag de ruimte op de duisternis.

In de Utrechtse EUG / Janskerkgemeente wordt al jaren een paaswake gehouden, eerst in de Paasnacht en de laatste jaren een wake van ruim een etmaal, vanaf de viering van Goede Vrijdag tot aan de paasnachtviering. In 2015 gaf ik leiding aan de inhoudelijke invulling en de organisatie van de paaswake. Een doorlopende wake in de Paasnacht, in de nacht na Goede Vrijdag, of zelfs in de nacht na Witte Donderdag lijkt vooral een populaire activiteit voor de jongeren: een nacht doorhalen is immers hun manier van leven. Maar waarom zouden we eigenlijk waken? Is dit een nieuwe traditie? Wat is het ‘goede’ moment voor een wake? Een duik in de geschiedenis verheldert waar de paaswake uit voortkomt en biedt handreikingen voor een wake nu.

Veertigurengebed – Jezus zou veertig uur in het graf gelegen hebben

Veertig uren in het graf

Al in de 2e eeuw herdachten christenen de tijd die Jezus Christus in het graf doorgebracht heeft door te vasten en te waken (Eusebius, Geschiedenis der Kerk). De wake begon op het moment van Jezus’ sterven op Goede Vrijdag en duurde tot zijn verrijzenis op de Paasmorgen: veertig uren. Over het tijdstip waarop Jezus stierf zijn de evangeliën helder: op het negende uur, dus om 3 uur ‘s middags (Marcus 15, 33-39). Het tijdstip van de opstanding is moeilijker vast te stellen. De evangeliën vertellen dat de vrouwen naar het graf gingen bij het aanbreken van de ochtend. Zij vonden het graf leeg (Marcus 16,1-6). Christus’ opstanding moet zijn geweest in de vroege ochtend, maar hoe laat, dat weten we niet. Men heeft het tijdstip van Jezus’ verrijzenis op zondagmorgen 7 uur bepaald omdat het precies veertig uur na zijn sterven is. Dit sluit zo mooi aan bij diverse bijbelse verhalen waar het getal veertig een belangrijke rol speelt. Zo is de geschiedenis van de wake voor Pasen, ook wel het veertigurengebed, begonnen.

Dramatisering

In de middeleeuwen probeerde men de grafrust van Jezus gemakkelijker mee te beleven door hem uit te spelen. Vanaf de tiende eeuw werd het populair om een ‘heilig graf’ te maken in de kerk, vooral in de noordelijke landen. Op Goede Vrijdag legde men een kruis in dit graf als een symbolische graflegging. Een beschrijving van deze vorm geeft een monnik in Durham, Engeland, rond 1590:

‘In de abdijkerk van Durham was er op Goede Vrijdag een indrukwekkende plechtige dienst. Nadat het passieverhaal was gezongen, namen twee van de oudste monniken een behoorlijk grote crucifix helemaal van goud met een afbeelding van onze verlosser Christus erop genageld, dat lag op een fluwelen kussen met St Cuthbertus’ armen. Dat crucifix met het kussen droegen zij tussen hen in naar de laagste treden in het koor, en daar hielden zij de crucifix tussen hen in terwijl zij geknield zaten. Dan stond een van de genoemde monniken op, verwijderde zich een stukje, deed zijn schoenen uit en op zijn knieën kroop hij heel eerbiedig naar het kruis en kuste dat zo eerbiedig als mogelijk. En na hem deed de andere monnik dat op dezelfde manier en de twee gingen aan weerskanten van het kruis zitten. Daarna stond de prior op van zijn zetel en kroop, met zijn schoenen uit, op dezelfde manier naar het kruis. Na hem kwamen alle monniken één voor één op hun knieën naar het kruis. Ondertussen zongen ze een hymne met het hele koor. Zodra ze klaar waren, droegen de twee monniken met grote eerbied het kruis naar een graf dat die ochtend voordat de dienst begon was geplaatst aan de noordkant van het koor vlakbij het hoogaltaar. Daar legden zij het genoemde kruis in het graf, en legden met grote devotie daarbovenop een tweede beeld van Jezus Christus, waarbij zij in zijn borst met grote eerbied het allerheiligst en gezegende sacrament plaatsten. Nog steeds op hun knieën zongen zij en plaatsten twee altaarlichten voor het graf, die bleven branden tot Paasmorgen.’

In de ochtendviering van Pasen haalde de priester dit kruis dan triomfantelijk uit het graf en toonde het aan de gelovigen: zie, het kruis heeft de dood overwonnen! Allerlei elementen zijn aan deze wake toegevoegd: soms lagen op Paasmorgen alleen nog de windselen in het graf, die dan als kleed op het altaar gelegd werden. Vaak werd naast een kruis ook een geconsacreerde hostie, het Lichaam van Christus, begraven. Vanuit deze vorm van aanbidding van de geconsacreerde hostie heeft het veertigurengebed zich losgemaakt van de Goede Vrijdag en Pasen. Zo verdween de wake in de Stille Week.

Een hedendaagse paaswake

Een hedendaagse wake tussen Goede Vrijdag en Paasmorgen is in essentie een wake van de leerlingen bij het graf van hun gestorven Heer. In deze uren verwijlen we bij de afwezigheid: rouw, verdriet en angst, onzekerheid of de Heer terug zal komen. Al doen we het vanuit het geloof dat Pasen de dood overwonnen heeft, op Stille Zaterdag staan we stil bij de dood en de gebrokenheid van het leven. Dat kan zowel op persoonlijk als maatschappelijk niveau.

Bij zijn afwezigheid voelen we rouw, verdriet en angst, en onzekerheid nog…

De vormgeving van de wake helpt de deelnemers bij deze thema’s stil te staan. Centraal staat het kruis dat in de Goede Vrijdagviering is opgericht op het liturgisch centrum. Daaromheen is een mogelijkheid om bij het kruis te zitten, te mediteren, waxinelichtjes aan te steken bij het kruis. Mijn inbreng was om de bestaande traditie te herbronnen en te versterken: meer stilte, minder activiteiten, meer aansluiten bij de architectuur van het gebouw. In 2015 hebben we naar middeleeuws gebruik een tot rotsgraf vermomd koepeltentje op het hoogkoor geplaatst.

Buiten deze meditatieve plek bij het kruis worden in de kerkruimte meerdere stilteplekken ingericht. Deze plekken versterken de sfeer van een stille wake. Ze nodigen de deelnemers uit om te gedenken, om te verdiepen en te bidden. Hoeveel plekken er zijn en hoe zij ingevuld worden is afhankelijk van de grootte van de kerk, van de architectuur en van de talenten van gemeenteleden. Men kan denken aan een powerpoint-presentatie van een kruisweg. Of een tafel met dertien stoelen eromheen, met de restanten van een broodmaaltijd die afgebroken lijkt te zijn. Een liggend kruis op de grond waar de deelnemers zelf een voorbede op een briefje op kunnen prikken. In een bestaande zijkapel is alle rommel eens opgeruimd. Bij de gedachtenisplek voor de overledenen staan een paar stoelen en kan men een kaarsje aansteken. Op een ongebruikt altaar staat een symbolische bloemschikking met als thema het lijden van Christus, ook daarbij stoelen om even te zitten. Er is een tafel waar men brieven kan schrijven voor politieke gevangenen, gesteund door Amnesty International. En er is koffie en thee, dadels en koekjes om de mensen de nacht door te helpen.

Ieder uur wordt de stilte onderbroken door een liturgisch moment. Alle aanwezigen verzamelen zich rondom het kruis. Er klinkt een lezing (uit het passieverhaal), gebed, een gedicht of tekst bij de actualiteit, een Taizélied. Daarna is er weer stilte. Deze liturgische momenten vormen de ruggengraat van de wake die zesentwintig uur duurt. Het blijkt een hele klus om zesentwintig momenten voor te bereiden en voor al die momenten een pianist, een cantor, een lector te vinden. Een alternatief is om minder liturgische momenten te houden. Met het ritme van de getijden van het klooster als uitgangspunt kan men kiezen voor een gebedsmoment ongeveer iedere drie uur. Of men kan de gebedsmomenten eenvoudiger maken door geen musici in te schakelen.

Verder gebeurt er niet veel. Er is geen tijdschema vol met activiteiten. Deze wake is krachtig in zijn eenvoud. Mensen bepalen zelf hoe lang zij blijven waken. Veel mensen blijven na de Goede Vrijdagviering een paar uur waken; een kleine groep deelnemers blijft de hele nacht. Anderen komen later in de nacht binnen, of overdag op Stille Zaterdag. In 2015 en 2016 trok de wake in de Janskerk tussen de honderd en honderdvijftig deelnemers, verspreid over zesentwintig uur. In de minst drukke uren zijn er rond de tien mensen in de kerk.

Besluit

De Paasnacht leent zich beter dan welke nacht ook om een breed publiek te laten beleven wat het hart is van het christelijk geloof. Het lijdensverhaal behoeft niet zoveel uitleg. Het present stellen en een enkel beeld van actualisatie kan genoeg zijn. Deze vorm geeft mensen de kans om in te stappen waar het verhaal aansluit bij hun leven. Ze kiezen zelf in hoeverre zij zich laten meenemen in het ritueel. Deze wake die zo anders is dan de andere vieringen van de Stille Week, biedt een goede aanvulling en intense voorbereiding op het feest van Pasen.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken