Menu

Basis

Waken is bewust afwijken

Geestelijk leven is geen navelstaren maar waakzaam zijn

Waken in bijbelse zin is een bewust afwijken van de natuurlijke gang van zaken. Op de achtergrond staat het biologisch ritme dat we kennen uit het scheppingsverhaal: ‘Zo werd het avond en morgen: de eerste dag’ (Genesis 1:5). Onder normale omstandigheden voegt de mens zich naar dit voorgegeven patroon, ook de vrome mens: ‘Bij mijn neerliggen en mijn opstaan zal ik de Eeuwige prijzen.’ Waken is daarentegen een vrijwillig doorbreken van het gewone ritme van slapen en wakker zijn.

Soms waken mensen vanwege hun beroep of functie. Denk aan de nachtportier, de soldaat die wacht loopt, de nachtzuster in het ziekenhuis. Soms ook waken mensen met een spiritueel doel of vanuit een religieuze motivatie. Bij dit laatste wil ik op vijf aspecten nader ingaan. Allereerst bij het waken als ervaring van bevrijding, hierbij staat de uittocht uit Egypte model. In de tweede plaats kan waken een opdracht zijn met verschillende dimensies. Als derde kan de uitdrukking ‘ergens voor waken’ ook de betekenis hebben van ‘erop toezien dat je iets niet doet’, dit aspect speelt in de Bijbel en ons geestelijk leven een belangrijke rol. Vervolgens sta ik kort stil bij de rol van waken in gebed en liturgie. Ten slotte overdenk ik de betekenis die waken heeft voor ons geestelijk leven in het algemeen.

Herinnering en ervaring

Een kernmoment in de Bijbel is de ‘nacht van waken’ (Exodus 12:42 twee maal!) die voorafgaat aan de bevrijding uit Egypte. Dit waken is verbonden met de exodus-ervaring. Het doorbreken van het dagelijkse patroon wordt hier tot een symbool van het doorbreken van de bestaande orde van slavernij en onderdrukking. In de tijd van Jezus wordt de nacht van de 14de Nissan, wanneer in Jerusalem het paaslam wordt gegeten, gevierd als ‘een nacht doorhalen’. Ook in de eerste eeuwen van het christendom was de Paasnacht een nacht van waken. Onze term ‘Paaswake’ is daarvan een (zwakke) echo. De nadruk lag en ligt op de ervaring van bevrijding. Wanneer tegenwoordig Joodse mensen thuis het Paasmaal houden – de seider avond vieren – zeggen ze: ‘Vandaag vertrekken wij uit het slavenhuis’. Het feest wordt zó gevierd dat er sprake is van een werkelijke tegenwoordigheid van de bevrijding. In deze Joodse liturgie worden heden en verleden één in de actuele ervaring van de deelnemers. Zoals we straks zullen zien vormt dit ook de achtergrond van het Laatste Avondmaal en de Nachtwake in de Hof van Olijven.

Waken als opdracht

Behalve als ervaring en herinnering kennen wij waken ook als een aansporing tot een bepaalde vorm van gedrag. Een bekend voorbeeld is het voornemen van koning David om een huis voor God te bouwen. David zingt:

Ik zal mijn ogen niet overgeven aan
de slaap, noch mijn wimpers aan de sluimer,
voordat ik een plaats vind voor de
Eeuwige, een woning voor de Machtige
van Jakob.

(Psalmen 132:3-5)

Met zijn gelofte te waken, brengt David zijn vaste voornemen tot uitdrukking om een huis voor God te bouwen. Evenals 2 Samuël 7 laat ook de psalm een omkering zien. Het is God die een huis voor David garandeert: diens nakomeling zal voor altijd op zijn troon zitten. Anders dan het verhaal in Exodus 12 zien we hier nog een tweede omkering: de blik is niet gericht op het verleden, maar op de toekomst: voor altijd.

In zijn waken staat de mens niet alleen: God staat hem bij. Dit horen we in de psalm: ‘Als de Eeuwige niet waakt over de stad, is de wachter vergeefs op zijn hoede’ (Psalmen 127:3), want ‘de Bewaarder van Israël sluimert noch slaapt’ (Psalmen 121:4). Deze belofte van bijstand uit den hoge neemt natuurlijk niets weg van de noodzaak om zelf waakzaam te zijn: ook het huis wordt niet gebouwd als de bouwlieden stil blijven zitten. De psalm waarschuwt voor zelfoverschatting van de mens die meent dat hij zonder God kans van slagen heeft.

Ik kom als een dief in de nacht

Bij Marcus en Matteüs zien we het thema van het waken als opdracht terugkomen. Wanneer Jezus de komst van de Mensenzoon aankondigt, zegt hij: ‘Weest dus waakzaam, want jullie weten niet op welke dag jullie Heer komt’ (Matteüs 24:44 par.). Het onverwachte wordt uitgedrukt in de beeldspraak van de dief (Lukas 12:39). Ditzelfde beeld klinkt na in het laatste bijbelboek: ‘Als u niet wakker wordt, kom ik onverwacht als een dief op een tijdstip dat u niet kent’ (Openbaring 3:3). Een stuk verderop zegt de Mensenzoon: ‘Ik kom als een dief in de nacht. Gelukkig wie wakker blijft …’ (Openbaring 16:15). Waakzaamheid in verband met de komst van de Messias speelt ook een rol in de meeste brieven van Paulus.

De waarschuwing heeft betrekking op de verschrikkingen die aan de uiteindelijke bevrijding voorafgaan, maar wijzen ook op de noodzaak om aan een bepaalde levenswijze te voldoen. In de evangelies vinden we nog een tweede cluster waar waken een thema is. Na het Laatste Avondmaal gaat Jezus met de apostelen naar de Hof van Olijven om te bidden en te waken. Zoals bekend vallen de leerlingen telkens in slaap, in de nacht waarin de bevrijding uit het slavenhuis wordt herbeleefd. Een nacht die je wakend hoort door te brengen, zoals Jezus doet. De apostelen schieten dus tekort, niet alleen als leerlingen van Jezus, maar ook als gelovige Joden. Wanneer Jezus wordt gearresteerd, laten zijn leerlingen hem in de steek. In de ontmoeting met de verrezen Heer speelt vergeving van hun angst en lafheid een centrale rol. Op basis van die vergeving zijn zij in staat om hun leven en roeping als apostel weer op zich te nemen en de Mensenzoon te verkondigen.

Ik waak mij ervoor…

Als derde speelt bij waken het aspect van bewust iets nalaten waartoe je van nature geneigd bent. Dan bedoel ik iets waarmee je een ander kwetst dan wel zijn of haar grenzen overschrijdt. De psalmist bidt: ‘Zet een wacht voor mijn mond, Heer, een post voor de deur van mijn lippen. Houd mijn hart ver van het kwaad’ (Psalmen 141:3-4a NBV). Deze beteugeling van onze neigingen betreffen niet alleen het kwaad, maar ook een teveel van het goede, zelfs een teveel aan religieuze ijver.

Enkele jaren geleden werd ik uitgenodigd voor een zogenaamde trialoog-seider in een synagoge. Op de derde avond van Pesach wordt dan een extra seider gehouden waaraan ook christenen en moslims deelnemen. Het was een indrukwekkende ervaring. Kort daarna ontmoette ik de vrouw van de rabbijn in de viswinkel. Ik vertelde enthousiast over mijn ervaringen twee dagen eerder. ‘Jouw man leidde ons met vaart door de seider,’ zei ik. ‘Ach,’ antwoordde ze, ‘ik wou dat ie dat thuis ook deed!’ Ook vroomheid kan soms teveel zijn, vooral wanneer je jonge kinderen hebt.

Een katholiek voorbeeld betreft een sober levende priester die ook een gul gastheer kon zijn. Met lichte zelfspot zei hij: ‘Ik zal vandaag ascese beoefenen op mijn verlangen naar ascese.’ Een goed contact met andere mensen woog voor hem zwaarder dan zijn streven naar matiging. Ook bij waken is het belangrijk om de juiste maat en het juiste doel voor ogen te houden. Waken moet niet ontaarden in slapeloosheid. Frank Sinatra bezong New York als een ‘city that never sleeps’. Dit lijkt meer op overschatting van de menselijke mogelijkheden en een miskenning van de grenzen van de menselijke natuur. Burn-out gaat vaak gepaard met een verstoring van het slaappatroon. Hoe verschrikkelijk slapeloosheid kan zijn, wordt gethematiseerd in films als Insomnia (1997) en The Insomniac (2013). Het Hebreeuwse woord voor waken (sjamar) wordt ook standaard gebruikt voor het onderhouden van Gods geboden die de menselijke maat en het welzijn van zijn kinderen willen bevorderen en veiligstellen, De sabbatsrust is slechts een voorbeeld van het waarborgen van de leefbaarheid in de samenleving voor alle mensen en zelfs voor dieren.

Waken en bidden in de liturgie

In de verhalen over de Hof van Olijven zagen we al dat waken vaak verbonden wordt met bidden. Waken is actief, het is geen ‘zalig niets doen’. Kluizenaars die een deel van de nacht wakend doorbrengen, doen dit door gebed en schriftlezing. In de kloosters hebben de getijden die in het donker worden gebeden – de metten voor zonsopgang en de completen na zonsondergang – ook het karakter van een nachtwake. Bernardus van Clairvaux hield het meest van de completen, want die waren voor hem volledig vervuld van hoop.

Ook in de liturgie van gewone parochies en gemeenten kan waken en bidden een belangrijke rol spelen. Door rust en verstilling ontstaat een klimaat waarin waakzaamheid kan gedijen. De keuze van de liederen, bijvoorbeeld uit Taizé of Iona, kunnen hierbij helpen. In onze tijd wordt veel gesproken over awareness. In feite gaat het hier om aandacht, gevoeligheid en waakzaamheid voor de kleine, maar o zo wezenlijke dingen van het leven. Een voorbeeld van een lied dat oproept tot waakzaamheid, is Nada te turbe, een tekst van Theresia van Avila. Vertaald: ‘Laat niets je verontrusten, laat niets je doen opschrikken … Alleen God. Hij is genoeg.’ Dit is geen slaapliedje in de zin van ‘stil maar, wacht maar’, integendeel.

‘Nada’ wordt gevolgd door ‘solo’. De ontkenning ‘niets’ vindt zijn doel in de tegenstelling met ‘alleen’, ‘behalve’. ‘Nada te turbe … solo Dios’. Niets moet ons verontrusten behalve God zelf. De strekking van het lied is dat God ons juist wel onrustig mag maken, maar ook daarin is hij de Enige. Waken blijft dus geboden, juist op onverwachte tijden.

Waken als grondhouding

De oproep tot waakzaamheid geldt voor alle tijden. Vormen van onderdrukking, uitsluiting en slavernij bestaan nog steeds, nu in nieuwe gedaanten. De menselijke maat die God met zijn geboden wil bewaken, wordt steeds opnieuw bedreigd.

In onze tijd worden ziekenhuizen gesloten omdat ze failliet zijn. Nu worden de gevolgen duidelijk van de neoliberale politiek waarin winst maken belangrijker is dan zorg verlenen. Wanneer ik terugkijk op de achter mij liggende jaren, vraag ik mij af: heb ik zitten slapen toen deze besluiten werden genomen? Had ik niet waakzamer moeten zijn? Ben ik niet teveel met mijn eigen leven bezig geweest? Zoals de mensen in de dagen van Noach, die aten en dronken, een huwelijk sloten en kinderen hebben opgevoed (Matteüs 27:34).

Gelukkig zien we in onze tijd ook nieuwe vormen van waken. Stille tochten tegen zinloos geweld, vredeswaken bij grenshospitia. En nog veel meer kleine tekenen van waakzaamheid.

De scheiding tussen kerk en staat scherpt het bewustzijn van de kloof in de geest en het hart van gelovigen

Zegeningen

Waar halen wij in figuurlijke zin steeds de olie vandaan om onze lampen brandend te houden? Dit lukt niet als we het alleen proberen vanuit een heilig moeten, als een opgave. Het lukt wanneer we onze zegeningen tellen, een voor een. Gevoed en toegerust door het vele dat ons reeds gegeven is, zijn wij in staat om waakzaam te blijven. Waakzaamheid en volharding zijn niet mogelijk zonder dankzegging (Kolossenzen 4:2).

Tegelijk wordt onze waakzaamheid aangescherpt door de kloof die wij ervaren tussen enerzijds het kwaad en onrecht dat we om ons heen zien – en ook in ons zelf bespeuren – en anderzijds de zojuist genoemde zegeningen die we al hebben ontvangen en de stralende toekomst die ons is beloofd. Er is een lange periode geweest waarin kerk en staat nauw met elkaar waren verbonden. Dit tijdvak begint met de naam van keizer Constantijn. In die periode was het voor gelovigen vaak moeilijk om de spanning tussen het koninkrijk van God en de onrechtvaardige koningen van vlees en bloed scherp onder ogen te zien en aan de kaak te stellen. De scheiding tussen kerk en staat, zoals die zich vooral in de twintigste eeuw voltrok, is een zegen: zij scherpt het bewustzijn van de kloof in de geest en het hart van gelovigen: Gods woord wil deze wereld omgekeerd. Een geestelijk leven leiden is geen kwestie van navelstaren en vrome ideeën koesteren, maar een zaak van waakzaamheid. Het eigen bewustzijn aanscherpen en verkeerde ontwikkelingen aanwijzen en afwijzen. Maar ook de hand in eigen boezem steken. In het besef dat niet alles maakbaar is. Maar tegelijk zonder weg te lopen voor de eigen verantwoordelijkheid. Ieder die taai vasthoudt aan die droom:

‘Die zal waken tot de morgen dauwt: Hij zal zijn ogen niet geloven.’

Jaap van der Meij was pastoraal werker, dekenaal medewerker voor catechese en docent aan opleidingen voor diakens en geestelijke verzorgers. Momenteel participeert hij in multiculturele parochies in Amsterdam Oost en Zuidoost. Hij houdt zich al veertig jaar bezig met de ontmoeting tussen Joden en katholieken.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken