Was Abraham Kuyper een fundamentalist? Het neocalvinisme langs de fundamentalistische meetlat
Staatsman, emancipator, calvinist, … fundamentalist?‘Staatsman, emancipator, calvinist.’ Deze drieslag staat gebeiteld op de sokkel van het eind 2008 te Maassluis geplaatste standbeeld ter nagedachtenis aan Abraham Kuyper. Achtentachtig jaar na zijn overlijden bleek Kuyper nog net zo controversioneel te zijn als tijdens zijn leven. De lokale fractie van de Verenigde Seniorenpartij vond het niet nodig de onthulling van het Kuyperbeeld bij te wonen, omdat andere Maassluizenaars ‘veel meer betekenis hebben gehad’. Twee wethouders van de Partij van de Arbeid bleven weg uit gebrek aan affiniteit met Kuypers gedachtegoed. En hoewel Jan Marijnissen, indertijd de landelijke voorman van de Socialistische Partij (SP), in het comité van aanbeveling van de ‘Stichting Monument Abraham Kuyper’ had gezeten, vervulde het gegeven dat toenmalig premier Jan Peter Balkenende bij de onthulling aanwezig zou zijn, de fractievoorzitter van de plaatselijke SP met zoveel afkeer dat hij eveneens verstek liet gaan.De sprekers tijdens de beeldonthulling begrepen overigens niets van het gekrakeel. Voor hen was het absoluut geen vraag of Kuyper, grondlegger van de hoekstenen van de inmiddels tenietgegane gereformeerde zuil, zoals de Anti-Revolutionaire Partij (ARP), Vrije Universiteit en Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN), wel een monument verdiende. ‘Kuyper was als eerste een echte calvinist. Hij plaatste in kerk, staat en maatschappij de Bijbel centraal. Daarom dit standbeeld!’, jubelde oud-ARP’er Jac. Hogeweg. De Maassluise burgemeester Koos Karssen, zelf afkomstig uit een ‘ernstig dolerende’ familie, omschreef het Kuyperbeeld als een ‘kunstzinnige aanwinst voor de stad’ en roemde Kuyper als wegbereider van de ‘emancipatie van de “kleine luyden”’. Volgens historicus George Harinck kwam het Kuyper zelfs meer toe in een standbeeld te worden vereeuwigd dan de liberaal wiens naam onlosmakelijk met het Nederlandse parlementarisme is verbonden: ‘We leven vandaag nog steeds in het ‘huis van Thorbecke’, maar met het standbeeld voor Kuyper gedenken wij dat híj het is geweest die dit huis heeft ingericht’. Balkenende, naar eigen zeggen ‘een kuyperiaan in hart en nieren’, stemde daarmee volmondig in door de onthulling van het monument als ‘een daad van historische rechtvaardigheid’ te bestempelen. Historicus Jan de Bruijn, ten slotte, typeerde Kuyper als ‘een man, die zo’n bepalende rol heeft gespeeld in onze geschiedenis’.Omdat aan die ‘bepalende rol’ een orthodox-protestantse levensovertuiging ten grondslag had gelegen, startte één Maassluizenaar een heuse boycot tegen plaatsing van het beeld. Voor de paus werd ook geen gedenkteken opgericht, dus de gereformeerde ‘kerkvorst’ Kuyper, ‘een vreselijke man’, zou evenmin met een bijna levensgroot beeld moeten worden geëerd – een betoog dat deze Maassluizenaar kracht bijzette door Kuyper als een fundamentalist af te schilderen. Kuyper en zijn geestverwanten zijn vaker met fundamentalisme in verband gebracht, bijvoorbeeld door Jan Buskes.