Wees niet bang
In het kerstnummer van Open Deur vertellen vijf mensen hoe ze in een angstige situatie moed en vertrouwen vonden. Eén van hen is Céline. Zij werd veel te vroeg geboren, 44 jaar geleden. Haar verhaal kunt u hieronder lezen.
Het was voor mijn ouders niet gemakkelijk om kinderen te krijgen. Meerdere zwangerschappen eindigden met een miskraam of een doodgeboren kindje. Toen werd ik geboren. Veel te vroeg. En verder was er ook van alles mis met mij.
De artsen zeiden: “Die gaat het niet redden.” Mijn moeder was nog aan het bijkomen van de bevalling, toen ze mijn vader vroegen wat hij wilde. Wilde hij me direct bij zich houden, om me dood te laten gaan, of moesten ze nog iets proberen? Mijn vader zei: ‘Als er een kans is, moeten jullie het proberen, maar gebruik haar niet als proefkonijn.’
Een van de artsen zei: ‘Stuur maar geen geboortekaartje. En hecht je niet te veel.’
Blijven leven
Ik bleef leven. Ik zeg wel eens: mijn moeder schonk me het leven en mijn vader heeft me het leven nog eens gegeven. Na een aantal maanden in het ziekenhuis kon ik naar huis. En toen stuurden mijn ouders een kaartje: Blij en dankbaar geven we kennis van de thuiskomst van…
Ook al bleef ik leven, dat was met veel vraagtekens omgeven. Zal ze kunnen lopen? Praten? Naar een gewone school kunnen? Dat viel mee. Alles ging goed. Bij iedere prestatie – mijn zwemdiploma, de CITO-toets – herinnerde mijn vader zich die boodschap aan het begin van mijn leven.
Het vanzelfsprekende vertrouwen
Mijn ouders hebben mij niet met veel bezorgdheid en angst opgevoed. Maar ik heb in de loop der jaren wel moeten onderkennen dat het niet zo gezond is voor je basisvertrouwen, als je die eerste maanden van je leven niet aangeraakt wordt. Ik mis soms het vanzelfsprekende vertrouwen dat iets wel goed komt.
Tegenwoordig is het ondenkbaar dat je zoiets zegt als ‘stuur maar geen geboortekaartje’. Net zoals het ondenkbaar is, dat je als ouders niet dichter bij je te vroeg geboren baby mag komen dan met je neus tegen het raam van de kamer met de couveuses. Nu weten ze hoe belangrijk huid-op-huidcontact is voor de vroege hechting van een kind.
Die verwachting die over mij als baby is uitgesproken, die boodschap “dat wordt niks” – die is niet gemakkelijk los te laten. Het wordt dan een hele klus om niet bang te zijn. Al ben ik steeds door alle verwachtingen heen gebroken, met een enorme levenswil.’
Open Deur – Wees niet bang
In het kerstnummer van Open Deur leest u ook de verhalen van Renée die plotseling niet meer kon staan, van Sara die zag hoe haar zoon ziek werd van naar school gaan, van meneer Voerman die juist tijdens de oorlog zijn angst kon loslaten, en van Ashley die met haar rolstoel de bus niet in durft.
Verder legt Evert Jan de Wijer uit wat de oproep ‘wees niet bang’ in de bijbel betekent.
Karen van Huisstede vertelt wat er helpt als je bang bent, op grond van haar ervaringen in het ziekenhuis. Holkje van der Veer laat zien hoe het een beslissend duwtje in je rug kan zijn als iemand tegen je zegt: ‘wees niet bang, toe maar’.
En Stephan de Jong vertelt in zijn kerstverhaal ‘Sterrenkijkers’ hoe Maria, wijzen en herders weer vertrouwen krijgen.
Bij het kerstnummer is ook een liturgie voor een kerstviering te downloaden.
Bestel het nummer hier.