‘Ik weet nu veel beter wat werk van mensen vraagt’
Ds. G Timmer is in deeltijd predikant van de hervormde gemeente in Twijzelerheide, daarnaast werkt hij als oproepkracht gemiddeld twee dagen per week in een kaasfabriek.
‘Ik ben dat niet gaan doen om te evangeliseren. Het is gewoon mijn werk. En het brengt verbreding, de kerk is toch een gesloten wereld.’
‘Ze liggen soms best ver uit elkaar: de wereld van de kerk en die van de werkvloer.
Het gaat niet veel over werk in de kerk. Zo wist ik in mijn vorige gemeente van lang niet alle gemeenteleden wat voor werk ze deden. En ik maak zelden mee dat iemand in een kerkelijke vergadering met een voorbeeld komt hoe iets op zijn werk is aangepakt.
Die werelden van kerk en werk zouden best wat meer bij elkaar kunnen komen. Ik zou het bijvoorbeeld aardig vinden om met een groepje gemeenteleden één keer in de maand bij iemands werk op bezoek te gaan.
Trots op je werk
Je pikt op de werkvloer dingen op die je anders niet zou oppikken en daar komt wel eens iets van terug in een preek. Bijvoorbeeld: hoe mensen nadenken over goed en kwaad zonder dat dat in een christelijk kader staat. Kerkmensen denken daar meteen heel theologisch over.
Maar ik heb het in een kerkdienst niet expliciet over mijn werk in de kaasfabriek of over mijn collega’s. Dat vind ik niet zo sjiek.
Ik schrijf ook thema’s op die naar aanleiding van mijn werk in de fabriek bij me opkomen, die ik nog eens in een preek wil verwerken. Trots zijn op iets bijvoorbeeld.
Het valt mij op hoe loyaal de meeste mensen zijn. Ze gaan met plezier naar hun werk, hebben lol met elkaar, zijn trots op wat ze doen. Zelf ben ik misschien vaker trots op mijn werk in de kaasfabriek dan op mijn werk in de kerk. In de kerk zit je toch gauw in een context van krimp en weinig jongeren. In de fabriek kom ik jonge mensen tegen, er worden nieuwe dingen geprobeerd.
Werkdruk
Ik leg de lat niet meer zo hoog voor gemeenteleden. Neem bijvoorbeeld werken op zondag. De kaasmakerij draait ook 24/7 door. Ik zit in een doordeweekse ploeg. Maar er zijn heel wat mensen die op zondag werken. En de druk op de arbeidsmarkt is groot. Je bent blij dat je werk gevonden hebt (ik heb zelf gezien hoe snel je een contract weer kwijt bent) en dan is het eerste waar de dominee mee komt: je moet niet op zondag werken…
Vroeger vond ik dat je als ambtsdrager minstens één maar liever nog twee of drie avonden in de week aan kerkenwerk moest besteden. En als ik iemand vroeg om ambtsdrager te worden en die zei: ‘Ik ben achter in de vijftig en ik ben ’s avonds moe van mijn werk’, had ik de neiging de druk nog wat op te voeren. Nu weet ik veel beter wat werk van mensen vraagt, hoeveel energie en tijd het kost.
Als je van ’s morgens half zeven tot ’s middags vier uur hebt lopen sjouwen en tillen, dan ben je doodmoe. En als ik dan ’s avonds een vergadering heb, wil ik ook wel dat het om half tien afgelopen is. Het is de volgende morgen weer vroeg dag.
Tegenwicht
Werk kan ook zo overheersend zijn dat je alleen daarmee bezig bent. In de kerk probeer je mensen een tegenwicht te laten zien: je identiteit bestaat uit meer dan werk. Dankzij Christus mag je er zijn, los van wat je presteert. Dat vind ik heel belangrijk.
De kerk is ook een plek waar je belangeloos kunt zijn. Daar denk ik wel eens aan op het werk – hoe kun je daar een plek creëren waar mensen vrijuit kunnen spreken?’
Aanstaande zondag, 5 november, de zondag na Dankdag voor gewas en arbeid, is ‘Zondag christen-zijn op je werk’. Een van de mogelijke momenten om de werelden van kerk en werk met elkaar te verbinden. Ds. Ruilof van Putten en ds. Cees Hendriks van Centrum Geloof & Werk schreven preekschetsen voor de Zondag christen-zijn op je werk. U kunt ze hier vinden.