Zeven keer gemist
2. In deze coronatijd kan het gebeuren dat ik in een supermarkt, bij een bushalte of bij een gezellige gelegenheid toch die afstand van 1.50 meter over ga. Jammer als ik zo een ander in gevaar breng.
3. In mijn supermarkt liggen naast gewone producten ook biologische alternatieven. Onlangs lette ik niet goed op en kwam toch met gewone komkommers thuis.
4. Vanwege het milieu, de plasticsoep, doe ik mijn best om het onnodig gebruik van plastic te beperken. Maar ja, vaak ontkom ik er niet aan.
5. Dagelijks de krant lezen en ’s avonds naar het acht uur journaal kijken zijn voor mij vaste rituelen. Soms betrap ik mij op de cynische gedachte: Zal ik eens overslaan? Wat kan ik er aan doen, al dat geweld, angst en onrecht in de wereld? Als ik me zo terugtrek in mijn eigen kleine wereld, ontneemt me dat de kans om mee te leven en voor anderen te bidden.
6. Omdat verschillende van mijn medezusters al boven de 80 en zelfs 90 zijn, kom ik regelmatig in een verzorgings-en verpleeghuis. Ook al moet ik mijzelf vaak een zetje geven om zo’n huis binnen te gaan, als ik er ben luister ik graag naar hun verhalen. Ook onder mijn medezusters is soms pijnlijke eenzaamheid. Dat vind ik schrijnend. Ik zou vaker op bezoek moeten gaan.
7. Soms ben ik moe, futloos en kom ik tot niets. Hoe verleidelijk is het dan om op een stoel te gaan zitten met een zak paprikachips en eindeloos naar een Netflix-serie kijken. In plaats van goed voor mezelf te zorgen door een slaapje te doen of een goede maaltijd voor mezelf te koken.