Omgaan met angstige mensen in het pastoraat
‘Angst’ komt niet voor niets van ‘eng’. Angst geeft een benauwd, opgesloten gevoel. Je kunt geen kant op, niet vooruit en niet achteruit.
Angst plakt. Je komt er slecht vanaf. Ga maar eens lekker slapen terwijl je bang bent omdat je kind nog niet thuis is. Je kunt angst niet zomaar naast je neerleggen.
Onze angst kent veel verschijningsvormen. De meest alledaagse is bezorgdheid. Als die overbezorgdheid wordt, gaat er een verlammend effect vanuit. Paniek is plotselinge, hevige angst.
Angst heeft soms voordelen. Positieve angst maakt ons voorzichtig bij echt gevaar. Daardoor gebeuren er zo weinig verkeersongelukken. Er is echter ook negatieve angst. Die verhindert ons om ontspannen te functioneren. Denk aan spreekangst. We zouden willen wegvluchten van de katheder.
Negatieve angst kan zo groot zijn en zo lang duren dat er sprake is van een angststoornis. Angst beheerst iemands leven dan in een hinderlijke mate. Er zijn verschillende angststoornissen. Allemaal hebben ze angst als centrale kenmerk. Het gebeurt regelmatig dat mensen last hebben van meer dan één angststoornis.
Angst zit er al vroeg in. Kinderen hebben soms last van scheidingsangst (heimwee), sociale faalangst (angst om afgewezen te worden), cognitieve faalangst (moeten presteren maar niet durven uit angst voor het maken van fouten), paniekaanvallen, vooral in tijden van spanning, in nieuwe omstandigheden en in en vreemde omgeving. En ze hebben reële angsten (bijvoorbeeld voor echtscheiding van de ouders, voor alcoholmisbruik thuis, voor blijven zitten, voor gepest worden).
Angst kan opgeroepen worden door zaken buiten onszelf, door de gevaren en risico’s van het leven. Dat zijn er veel, maar gelukkig, we kunnen er iets tegen doen. We beveiligen onze huizen en vliegvelden. We sluiten verzekeringen af om de schade te beperken als dreigingen werkelijkheid zouden worden. We protesteren als er een crimineel in onze straat komt wonen; we zijn immers bang dat onze kinderen iets wordt aangedaan. De vaatdoekjes in het zorgcentrum moeten volgens protocol dagelijks verwijderd worden uit angst voor bacteriën. Prenatale diagnostiek moet de angst op het krijgen van een gehandicapt kindje verkleinen. En ga zo maar door. We zijn voortdurend bezig ons leven zo voorspelbaar en veilig mogelijk te maken, omdat we zo bang zijn voor het tegenovergestelde.
Persoonlijke angsten kunnen, indien nodig, aangepakt worden in hulpverlenende gesprekken. Breed gedragen maatschappelijke angsten worden bestreden door controles, beveiligingen en verzekeringen. Die schieten echter altijd tekort. Hoe neem je angst voor terroristische aanslagen weg? Nog meer controles, nog meer beveiliging? We worden er uiteindelijk alleen maar angstiger van. Dat vraagt weer meer controles.
Welke rol spelen geloof en levensbeschouwing in het omgaan met angst?
Nu we in onze seculiere tijd niet meer zo bang lijken voor de dood en al helemaal niet meer voor Gods oordeel, verliest het geloof aantrekkingskracht. Als we bovendien veel risico’s in het leven aardig onder controle hebben, hebben we God niet meer nodig om onze angsten te overwinnen. Dan is de behoefte om te bidden ook minder.
Voor allerlei persoonlijke angsten zijn therapieën ontwikkeld. Een kind met faalangst krijgt Rationeel Emotieve Therapie. Vroeger zou het wellicht bidden: ‘Here, ik ben zo bang, geeft U mij een goed cijfer!’
Let op: geloof is niet alleen voor bange mensen bedoeld, met als consequentie dat het zijn waarde verliest als we meer dingen onder controle hebben. En het is ook niet waar dat controle alle angst wegneemt. Er komen weer nieuwe angsten voor terug.
Ik ben voor én-én. We beveiligen vliegtuigen én we bidden dat God een goede reis geeft. We gaan zo nodig in therapie vanwege onze angst én bidden dat Gods liefde ons zoveel vertrouwen geeft dat we durven leven van dag tot dag. Ik bid niet zomaar voor een voldoende voor de toets, maar ik bid dat God mij helpt om de inzichten van de Rationeel Emotieve Therapie goed toe te passen bij de toets, zodat ik niet door de zenuwen het resultaat verknoei. Ik bid niet dat God mijn angst wegneemt, maar dat ik er goed mee omga. Dan zal ik, terwijl ik bang ben, toch vertrouwen.
Angst in de Bijbel
De Bijbel kent de angsten van de mensen – soms gesymboliseerd door zware stormen en hoge golven. De boodschap is dat God of dat Jezus Christus de storm wil doen bedaren (zoals in Psalm 107:23-30, en in Lucas 8:22-25).
Er staat nogal eens ‘Vrees niet!’. Waarom niet? De dichter zegt in Psalm 56 dat hij niet vreest voor wat de mensen hem kunnen aandoen, want Hij vertrouwt op God (56:12). Hij formuleert het paradoxaal: ik ben bang maar ik vertrouw op U! (56:4).Tegenover angst staat dus vertrouwen. En dat is er midden in de angst. Wat er ook gebeurt, God is erbij. Dat is ook zijn Naam: JHWH, ‘ik zal er zijn’. Hij sterkt, Hij helpt. Hij ondersteunt zijn volk Israël (Jesaja 41:10).
Jezus spreekt over niet bezorgd te zijn (Matteüs 6:25-34). Hij nodigt zijn discipelen uit om naar de regel van het Koninkrijk in het hier en nu te leven. Bezorgdheid lost de problemen van morgen niet op. Bezorgdheid neemt de kracht voor vandaag weg. Wie vandaag leeft in vertrouwen dat de hemelse Vader zorgt, durft ook de dag van morgen aan.
Toch wordt er maar één angst uit het leven van de gelovigen echt weggenomen, dat is de angst voor het oordeel (1 Johannes 4:18). Dat is door de Christus gedragen. Omdat wij niet meer hoeven te vrezen voor het oordeel, ontstaat er innerlijke vrijheid en vrijheid in levenswandel. Lees Galaten 5 maar. Tegenover angst staat vertrouwen. Tegenover leven in angst staat leven in vrijheid.
Hoe komt angst in pastoraal werk naar voren?
In het pastoraat komen we het thema angst vaak tegen.
Bij jongeren leeft angst om volwassen te worden, om niemand te zijn, om er niet bij te horen, om te falen, om geen werk te vinden, om geen partner te vinden. Jeugdpastoraat levert veel gesprekken daarover op.
Bij volwassen mensen kom je ook alle angsten tegen, vooral als ze overspannen thuis zitten.
Bij ouderen gaat het om angst voor eenzaamheid, ziek worden, aftakeling, lijden, sterven. Veel ouderen zijn (over)bezorgd over kinderen en kleinkinderen.
Buiten orthodoxe kring kom je niet veel angst voor God tegen. Het godsbeeld is doorgaans vriendelijker dan vroeger en dus ook geruststellender. Als streng gelovig opgevoede mensen gaan sterven, kan juist in de laatste levensfase de angst voor het oordeel van God weer opspelen. De kinderangst komt weer terug.
Mensen zullen soms rechtstreeks zeggen: ‘ik ben zo bang’. Vaak formuleren ze het ook anders. ‘Ik ben gestresst’. ‘Ik ben kwaad op…’ Angst zit soms verstopt achter een andere emotie of achter gedrag. Een jongen die zijn ex-vriendin stalkt, is bang om alleen in het leven te staan. Iemand die maar blijft werken, kan dat onbewust doen om in de ‘ranking’ met zijn collega’s niet te laag te scoren. Achter dwangmatig gedrag zit ook angst, die men met dwanghandelingen wil bezweren.
Do’s en don’ts
Liever niet doen:
- Maak angst van een ander niet belachelijk (‘Ben jij nou een vent?’). Dat doen eventuele gezinsleden al genoeg. Doe daar als pastor/pastoraal bezoeker niet aan mee. Zo beschadig je het zelfbeeld van een angstig persoon. En dat is al niet stevig.
- Kleineer angst niet, ook niet in pastorale woorden. ‘U hoeft toch niet zo bang te zijn, want God…’ Dan krijgt iemand bovenop de angst nog een schuldgevoel over de angst.
- Hoeveel goede pastorale gesprekken u ook voert, blijf bescheiden. Praten en bidden met een pastor/pastoraal bezoeker helpt niet altijd voldoende, zeker niet bij angststoornissen. Dan is er ook therapie nodig.
- Vertel niet als troost dat u zelf ook wel eens bang bent geweest voor… Gebruik uw eigen ervaringen om goede vragen te stellen, niet als een meetlat voor de ander.
Wel doen:
- Bied iemand een veilige situatie om zonder schaamte over zijn angst te praten. Geef ruimte aan de angst van de ander. Deel erin. Angst laat zich niet onderdrukken, ook niet door een pastor/pastorale bezoeker. Angst moet je juist in de ogen kijken.
- Probeer achter de oorzaak van angst te komen en ga daarover het gesprek aan.
- Help iemand om vriendschap te sluiten met de angst en ermee te leven. Juist als iemand zich meer ontspant over het angstig zijn, ontdekt zij dat je te midden van de angst toch weer perspectief kunt zien. Als zij niet meer zo bang is om bang te zijn, zal ze tot haar verbazing ontdekken dat angst ook echt minder kan worden.
- Ook al hebben sommige angstige mensen therapie nodig, help ze ook als pastor/pastoraal bezoeker om realistisch te denken – voor hén realistisch op dít moment, inclusief de angst.
Doorverwijzen en meer weten
Het thema ‘angst’ is zo algemeen, dat iedere therapeut er raad mee moet weten, al heb je uiteraard specialisten op dit terrein. Bij een angststoornis is zeker therapeutische hulp nodig.
Over de angst om voluit te leven schreef Anselm Grün: Maak van angst je levenskracht. Ten Have, 2012.
Een grote, al wat oudere pastorale studie over angst is van Anthonie F. Verheule Angst en bevrijding, theologisch en psychologisch handboek voor pastorale werkers. Uitgeverij Callenbach, Baarn, 1997.
In Zorg voor het verhaal, achtergrond, methode en inhoud van pastorale begeleiding van Ruard Ganzevoort en Jan Visser (Uitgeverij Meinema, Zoetermeer 2007) gaat hoofdstuk 14 over angst en verlangen en het levensverhaal van mensen.
Psychiater en neurowetenschapper Damiaan Denys schrijft en spreekt regelmatig over angst in onze cultuur, op zijn website zijn video’s te bekijken en lezingen te beluisteren.
Filmtip en videoclips
Inside Out (2015) van Pete Docter and Ronaldo Del Carmen.
Het verhaal van de emotionele ontwikkeling van Riley, een 11 jaar oud meisje, die met haar ouders verhuist naar de andere kant van de VS. Hoofdpersonen zijn de emoties in Rileys hoofd: blijdschap, verdriet, woede en angst.
Een overzicht van korte video’s waarin het thema ‘angst’ naar voren komt.
Suggesties voor Bijbelteksten, gebeden en liederen
Bijbelteksten
Er zijn veel Bijbelgedeelten te verbinden met de thema’s angst en bezorgdheid. Dit zijn er een paar:
- Psalm 23
- Psalm 27:1
- Psalm 31: 10-16
- Psalm 56
- Psalm 107:23-30
- Jesaja 41:8-10, 13
- Jesaja 51:12-16
- Matteüs 6:19-34
- Matteüs 10:28-31
- Matteüs 25:14-30
- Lucas 8:22-25
- Galaten 5:1
- Filippenzen 4:6
- 1 Johannes 4:18
Gebeden
Leid mij, lief licht, door het duister rondom mij,
wijs Gij de weg.
De nacht is donker en het huis is ver,
wijs Gij de weg.
Belicht mijn stappen.
Nee, ik vraag U niet de horizon te zien.
Eén stap is mij genoeg.
John Henry Newman
Gij Heer, Gij zijt geen rechter die veroordeelt,
maar een Heiland die redt.
Gij brengt geen mens op een dwaalspoor,
maar elke zwerver leidt Gij terug naar huis.
Gij jaagt niemand weg,
maar wie buitengesloten werd, haalt Gij terug.
Gij duwt niemand met het hoofd onder water,
maar de drenkeling reikt Gij de reddende hand.
Gij maakt niemand ongelukkig,
maar vertroost iedereen.
Niemand wordt door U afgeschreven,
maar ieders naam schrijft Gij in de palm van uw
hand.
Gregorius van Narek (leefde van ong. 950- ong. 1003)
Genade
Een God van wie veel moet en weinig mag
zo heeft u naam gemaakt de eeuwen door
geen wonder dat zovelen nu zijn afgehaakt
ook ik kan maar moeilijk met u door één deur
Streng zijn voor mij, dat doe ik zelf al
het oordeel houdt mij constant in de gaten
het is de meetlat die mij nekt
het vele moeten
ik stik zowat
en dan komt u ook nog eens met
“Gij zult, gij zult, gij zult …”
Ik voel zo de verleiding
van u een lieverd te maken
die alles wel best vindt
om u maar niet kwijt te raken
maar juist dan verlies ik u
Als wij mensen elkaar haten,
verdringen, misbruiken en doden
En u vindt alles best?
Hoe wreed zou u zijn
voor wie eronder lijden
Heer, blijf het alstublieft zeggen: “Gij zult”
En leer mij er geen zweep van te maken
Bevrijder is uw ware naam
verlosser van de slavernij
de meetlat schaf ik af
tekortschieten doe ik sowieso
ik laat me zakken in uw genade
geen woorden meer
ik adem uw genade in
en laat het oordeel los
in – uit … in – uit …
Philip Troost
Uit: ‘Gebeden voor lichte en donkere dagen’ (KokBoekencentrum Uitgevers, 2020)
Trouwe God…
Pagina 920 in: Liedboek. Zingen en bidden in huis en kerk.
Liederen
Onder de psalmen zijn veel troostliederen die angstige mensen houvast kunnen bieden. Denk aan Psalm 23 en 27 of ook aan Psalm 91.
Denk bij gezangen aan het bekende lied van Jacqueline van der Waals Wat de toekomst brengen moge, mij geleid des Heren hand (Liedboek, Zingen en bidden in huis en kerk 913) of aan de variant hierop van Dietrich Bonhoeffer: Door goede machten, trouw en stil omgeven (Liedboek 511).
Het kinderlied van Jan Visser Je hoeft niet bang te zijn (Liedboek 935) spreekt ook veel mensen aan, jong en oud.
Van Huub Oosterhuis: Als vrijheid was wat vrijheid lijkt (Verzameld liedboek 796).
Dagboekfragmenten
Moed
Het geloof drijft de angst uit. U ziet de psalmist staan, midden in de levensstrijd, hoog op een rots roept hij uit: ‘De Heer is mijn licht en mijn heil, voor wie zou ik vrezen?
Ik hoor u al een beetje piepen: waar haalt-ie man de euvele moed vandaan? Uit het heiligdom, uit de kerk. Onder het dak van God ziet hij het ook helemaal zitten. De ervaring dat God je bergt ‘in zijn hut’ Je zou het willen vereeuwigen, je zou er een tent omheen willen bouwen. Maar dat word je niet gegund. Het evangelie hoor je in de kerk, maar geloven doe je in de wereld, temidden van alle boosheid en geweld. Daar komt het aan op dapperheid: de Heer is mijn licht en mijn heil, voor wie zou ik vrezen? Dat is taal!
Hoor, Heer, hoe ik luide roep! Wat is dat nu? Dat had de psalmist nu niet moeten doen. Dat bederft alles! Begin-ie te piepen. Kijk, zo vergaat het de gelovigen: midden in het leven raken ze God kwijt en raken ze elkaar kwijt en zijn ze eenzaam in al hun angst en nood. Zij kunnen het geloof bijna niet volhouden dat Jezus de wereld overwonnen hééft en dat er géén reden is om bang te zijn. Maar let op! Midden in die doodsnood komt er iets boven wat je niet voor mogelijk houdt.
‘O! Als ik niet had geloofd Gods goedheid te zien in dit leven….’ Tot mijn verbazing moet ik bekennen: ik gelóóf. Ondanks alles: ik geloof. Daarom zeg ik tegen mezelf: ‘Wacht op de Heer’. Dapper zijn, volhouden. Wacht op de Heer, want Hij komt.
(G. de Kruijf, bij Psalm 27).
Het eigenlijke en het overige
‘Zoek liever zijn koninkrijk, en die andere dingen zullen je erbij gegeven worden.’ (Lucas 12:32)
Weinig is een mens zo eigen als bezorgd zijn. Het is bijna niet te vermijden. Er zijn eindeloos veel dingen die beslag op je leggen. Je maakt je zorgen om je kinderen, je geloof en je gezondheid. Je ligt er soms zelfs echt wakker van, je hebt er geen grip meer op.
Vandaag zegt Jezus ons indringend: Stop daarmee! Met al die zorgstress draai je in een kringetje rond. Bedenk dat je Vader in de hemel uitvoerig weet wat je nodig hebt. Vandaag en morgen. Hij heeft grip op je leven. En daarom: richt je hart op zijn koninkrijk. Laat dit je eigenlijke zorg zijn: Jezus en het volgen van de richtingwijzers naar zijn koninkrijk. In dat spoor komt het ook met het overige goed, met al die honderd en één dingen. Wie rekent met Hem, mag de dekens over zich heen trekken. ‘Hij geeft het zijn lieveling in de slaap’ (Ps. 127:2). (P.L. de Jong)
Waarom slaapt Jezus?
Maar Hij lag achter in de boot op een kussen te slapen. (Marcus 4:38)
Jezus slaapt midden in de storm. Dat is voor zijn leerlingen een verbijsterende ervaring. Het schip loopt vol water. Nog een golf en het scheepje slaat om. Maar Jezus doet niets. Hij slaapt. Zij staan er alleen voor. Machteloos. Dat is heel herkenbaar. Wie achter Jezus aan gaat, komt regelmatig in zwaar weer terecht. Want rond Jezus steekt telkens de storm op. De storm van de machten die het op Hem voorzien hebben. Die Hem geen rust gunnen totdat Hij in het graf ligt.
Die storm gaat ook aan zijn volgelingen niet voorbij. In allerlei situaties raast die om je heen. En wat doet Jezus? Op het kritieke moment lijk je er alleen voor te staan. Er is geen hand die je dekt, geen woord dat je troost. Jezus slaapt! Waarom slaapt Jezus eigenlijk? Omdat Hij zo zeker is van zijn overwinning. Van de macht van zijn liefde waarmee Hij zich ons lot aantrok tot in de dood van het kruis.
Wie dat beseft, ervaart al iets van de stilte die om zich heen grijpt als Hij opstaat en de zee tot zwijgen brengt. Ja, Hij is opgestaan! Zelfs de dood en het graf moeten Hem gehoorzamen. (P.L. de Jong)
Niet bezorgd
‘Daarom zeg Ik u: Weest niet bezorgd over uw leven, wat gij zult eten of drinken, of over uw lichaam, waarmede gij u zult kleden.’ Matteüs 6:25
Aan zorgen geen gebrek – dezer dagen. Over uw kinderen of kleinkinderen. Over uw gezondheid, over de kerk, over vrienden, goede bekenden. De crisis brengt een voortdurende onrust op gang en zorg over de dingen van het leven die niemand in de hand heeft. Een gevoel dat wij allemaal kennen. De angst iets of iemand te verliezen en tegelijk een vermoeiende poging dat tegen te houden.
Jezus roept ons heel indringend uit die houding weg. Het leven is meer dan zorgen en piekeren over beperkte dingen als eten en dergelijke. Het leven heeft juist een heel wijd perspectief. Het perspectief van het naderende Rijk van God. Zoek vóór alles het spoor daarheen en zet je vertrouwen op God! Hij weet wat je nodig hebt onderweg. Angsten en zorgen moeten het van Hem en zijn belofte verliezen. Van dag tot dag zal God zorgen, dat je niets tekort komt en moedig verder gaat. (P.L. de Jong)