‘Vergeet nooit dat preken een creatief proces is’
‘Creativiteit kun je heel goed in contact met anderen ontwikkelen. Ik heb er veel aan gehad om samen met een collega in het land preken te schrijven.’
Vier vragen aan Maurits Oldenhuis, predikant van ‘Het Baken’, Gereformeerde Kerk in Bergschenhoek.
1 Een preek moet zijn als… een ontdekkingstocht met avontuur en perspectief.
Avontuur: in een preek moet spanning zitten, hij moet niet voorspelbaar zijn. Dat heeft te maken met de opbouw van je preek – je vergeet gauw dat je als predikant al een proces hebt afgelegd dat de gemeente niet heeft meegemaakt – maar ook met de inhoud: ik vind het belangrijk om de vraag te stellen wat een Bijbeltekst van toen mensen van nu te zeggen heeft. Hoe raakt deze tekst aan mijn eigen leven? Aan wat in de wereld gebeurt? Dat is meestal niet direct duidelijk.
Perspectief: je komt op een punt waar je met een weids armgebaar kunt zeggen: ‘Kijk!’ of ‘Kom op…’ Dat hoeft niet direct heel groots te zijn. Het gaat erom dat mensen zeggen: ‘dit neem ik ter harte’, of: ‘dit wil ik ook’, of: ‘zo had ik het nog niet bekeken’.
2 Hoe ga je om met de Schrifttekst waar je over preekt, bij het voorbereiden van de preek?
Er zit natuurlijk een informatieve, zakelijke laag in het bekijken van de tekst. Wat staat er? Welke woorden worden er gebruikt? Hoe zit het verhaal in elkaar? Dat is niet onbelangrijk, maar ik probeer altijd te zoeken naar: wat zou deze tekst voor de hoorders toen spannend hebben gemaakt? Wat heeft een schrijver ermee willen zeggen? Dan komt een tekst tot leven. En dan zit je al heel snel bij hoe mensen vandaag zijn.
De verbeelding is heel belangrijk. Niet dat je dingen moet gaan verzinnen. Maar achter die woorden zit een bedoeling, zit geloof. De Bijbel zegt meer dan de woorden die er staan, er komt een hele wereld in mee.
3 Heb je iemand in gedachte als je een preek schrijft?
Niet één persoon. Er komen mij vaak wel mensen in gedachte, als ik bezig ben. Omdat er raakvlakken zijn, bijvoorbeeld: die worstelt daar óók mee. Dat maakt me ook meer bewust van wat en hoe ik iets zeg. Niet te gemakkelijk, niet te onbeschermd. In Limburg had ik een collega die zei: ‘Wat je ook zegt, er wordt niet veroordeeld op de preekstoel.’ Daar heb ik van geleerd om altijd met respect over mensen te spreken. De preekstoel is er niet om standpunten uit te venten of discussies te beslechten.
Ik denk trouwens wel vaak aan jongeren. Wat heeft die jongen van 16 aan wat ik zeg? Juist voor jongeren is de vraag heel belangrijk wat een tekst met hun eigen leven te maken heeft. Zij kunnen getriggerd worden door een goede boodschap die ze raakt in hun bestaan.
4 Heb je een tip voor een (beginnende) collega?
Vergeet nooit dat preken een creatief proces is. Daar moet je hard voor werken, maar het is heel belangrijk dat je weet wat mensen mee maken, dat je weet wat er speelt in het leven.
En: creativiteit kun je heel goed in contact met anderen ontwikkelen. Ik heb er heel veel aan gehad om samen met een collega in het land (niet iemand uit mijn eigen classis) preken te schrijven. Op maandag wisselden we onze eerste ideeën uit. Op dinsdag of woensdag belden we. Daaruit kwamen vaak al preekschetsen voort die we elkaar mailden en we reageerden dan nog op elkaars schets. Het werkte heel goed. Iemand anders heeft net weer andere boeken in de kast staan, andere voorbeelden. We hadden afgesproken dat we elkaars vondsten konden gebruiken. Je wordt geholpen en je helpt een ander.